Het Assembleelid Asiskumar Gajadien (VHP) hekelt het intrekken van gronden door de minister van Grondbeheer en Bostoezicht (GBB) en dat die daarna weer aan stichtingen worden uitgegeven. Hij heeft het over 50 tot 60 gevallen waarbij naar zijn zeggen de intrekking is geschied zonder naleving van wettelijke regelingen. Er zijn volgens hem op het ministerie van GBB mensen die met dergelijke handelingen zichzelf verrijken.
Gajadien zegt, dat de VHP-fractie in De Nationale Assemblee van president Chandrikapersad Santokhi gaat eisen,, dat er een onderzoek komt. Zonder enige omhaal zegt het Assembleelid, dat de VHP in deze kwestie van intrekking van gronden opkomt voor haar achterban. Gajadien sprak maandag 31 oktober tijdens de Algemene Politieke Beschouwing in het parlement.
Intrekking terecht
Later tijdens het debat wierp ABOP/PL-fractieleider Josafat Kanape echter een ander licht op de kwestie. Kanape vindt de intrekking van gronden juist terecht, omdat men na bijna 40 jaren over de gronden te beschikken niet heeft voldaan aan de cultuur- of bouwplicht. Op lappen grond van bijna 2 hectare lopen er slechts twee koeien rond, en dat is geen cultuurplicht, volgens Kanapa. Na zovele jaren geeft men daarmee ook blijk niet van plan te zijn zich aan die plicht te houden. Dit terwijl er duizenden mensen smachten naar een stukje perceel om er een eigen woning op te bouwen. Kanape schetste de situatie waarin velen in kleine woninkjes met ouders en familieleden opeengepakt wonen.
Het intrekken van gronden waar niet voldaan wordt aan de bouw-en cultuurplicht zegt het Assembleelid, dat deze volledig past binnen het beleid van de regering om percelen toe te wijzen aan zij die zulks het hardst nodig hebben. De ABOP/PL-fractieleider roept president Santokhi op om dit beleid voort te zetten.
Koe moet plaats maken
Als in Paramaribo alleen al 18.000 aanvragen zijn voor bouwpercelen dan zal die ene koe op de 2 hectare grond volgens hem met de wet in de hand inderdaad plaats moeten maken. Voor degenen die koeien willen houden pleit Kanape ervoor, dat in elk district gronden moeten worden aangewezen die als stalweiden kunnen worden ingericht. Hij vindt dat het niet in de haak is, dat men het in Suriname normaal vindt, dat personen over grote lappen grond beschikken en niets daarmee doen, terwijl duizenden anderen smachten naar een stukje bouwperceel.
Het intrekken van gronden waar niet voldaan wordt aan de bouw- en cultuurplicht en deze te herverdelen en toe te wijzen aan anderen die het nodig hebben, vindt Kanape terecht en rechtvaardig.
SS