“Uitgerekend de groep die het meest heeft geleden wil je uit het centrum weghalen?”
De Feydrasi Fu Afrikan Srananman (FFAS) hield woensdag een spoedpersconferentie naar aanleiding van het voornemen van Het Nationaal Comité Herdenking Afschaffing Slavernij en Onderzoek naar de gevolgen van het Slavernijverleden (NCS) om het slavernijmonument in Commewijne te plaatsen.
Geen relatie
De voorzitter van de FFAS, Iwan Wijngaarde, ziet geen relatie met Commewijne. “Wij zijn het als FFAS er niet mee eens dat het nationaal monument in Commewijne komt. Als ik het niet uit boeken geleerd had zou je niet denken dat de doelgroep van voormalige slaven in Commewijne zijn vertegenwoordigd”, laat Wijngaarde weten, doelend op de ‘Afro gemeenschap’ van Suriname. Hij zegt dat de nazaten van de contractarbeiders die in 1873 zijn gekomen naar Commewijne beter zijn vertegenwoordigd in dit deel van Suriname. “Ik heb geen affiniteit met Commewijne of Fort Nieuw-Amsterdam voor een slavernijmonument”, zegt Wijngaarde.
We hebben al een monument
“Wat wij ook moeten leren is, dat wij al een monument van 60 jaar hebben in de stad, en die kan je dan niet zomaar dumpen, want wat gaat daarmee dan gebeuren? Want als je op Commewijne een monument opzet, dat betekent dat het monument van Kwakoe dan aan betekenis zal inboeten”, laat de voorzitter van de FFAS weten. Volgens hem zou het beter zijn om het beeld van Kwakoe een ‘upgrade’ te geven door het uit te breiden met meer details.
Nonsens
Het gebied in het centrum zou volgens Wijngaarde kunnen worden omgetoverd tot een leuk park met ook Ston Oso. “Dit heb ik ook voorgesteld aan de commissie, maar toch kiezen zij voor Commewijne, omdat de schepen via Commewijne binnenkwamen, wat voor nonsens is dat?”, vraagt Wijngaarde boos. Hij zegt dat er sprake moet zijn van affiniteit. “Waarom dan niet aan de Afobakaweg?”, vraagt hij retorisch. “Want daar zitten Afro’s maar je gaat iets zetten in Commewijne waar er geen Afro’s zijn”, licht Wijngaarde verder toe.
Weggejaagd
Hij brengt ook onder de aandacht dat de contractperiode wezenlijk verschilde met de slavernijperiode. “Slaven konden worden doodgeschoten, voor contractarbeiders golden wetten”, maakt hij duidelijk. Hij vult aan, dat tijdens de contractperiode, na de slavernij de Afro’s zijn weggejaagd uit Commewijne. “Ze zijn weggejaagd van de plantages en dan kan je nu niet doen alsof die tien jaar niets zijn”, benadrukt Wijngaarde. Hij zegt dat het huidig monument tot stand kwam in 1963 tijdens de herdenking van het 100-jarig bestaan van de afschaffing van de slavernij. Dit was op een woensdag, vandaar dat de naam Kwakoe is gegeven aan het monument dat wij nu kennen in het centrum van Paramaribo.
“Je kan niet de groep die zo zwaar heeft geleden weghalen uit het centrum. Als je de geschiedenis van je land wilt kennen dan moet dat centraal liggen, net als hoe andere beelden ook centraal liggen. Alle monumenten liggen centraal, en dan wil je juist het monument van de groep die het meest heeft geleden ergens buiten het centrum brengen.” Wijngaarde merkt wel op, dat er wel monumenten in Commewijne zijn die het in het teken staan van de contractarbeiders.
Afscheid
“Maar wij hebben afscheid genomen van Commewijne in 1873, op een onprettige wijze, we moesten weg. En op die manier zijn scholen ontstaan in Paramaribo, omdat men last had van de kinderen van de voormalige slaven”, zegt Wijngaarde.
Het is voor de voorzitter van de FFAS verschrikkelijk dat hij hiervoor in het nieuws moet treden. “Want dan vechten we weer met elkaar, maar ik kan dit niet over mijn hart laten gaan. Want dit is nonsens”, herhaalt hij tot slot.
RB