Suriname heeft binnen korte tijd twee zure berichten te verwerken gehad op het economische front. Suriname behoort tot een zeer kleine groep landen in de Amerikaanse hemisfeer die constant een probleem hebben met de economische groei. Er is ergens een behoorlijk lek in de economie, omdat zo op het eerste oog Suriname een economie lijkt te zijn dat niet veel verschilt van andere Caribische landen. De lekkage in de economie is bekend, maar het moment dat de media daarover beginnen te schrijven komen er strafmaatregelen vanuit bepaalde bedrijven en de diplomatieke wereld. Suriname is langzaam aan weer een kolonie geworden, aan de kolonisatie hebben verschillende regeringen de hand, zowel vanuit de oude politiek als vanuit de nieuwere partijen als de NDP. Suriname is door de eigen mensen in de nieuwe wereldcontext gekoloniseerd.
Het probleem van Suriname is dat het land in de machtige greep is van een aantal mensen. En het probleem is dus dat regeerders weten wat het probleem van Suriname is, maar dat ze geen mogelijkheid zien om het probleem aan te pakken. Zo wordt beweerd dat de hele oplossing van de fluctuerende koers te maken heeft met de benzinesmokkel. De vraag rijst waarom de regering niet in staat is om deze aan te pakken. De smokkel van benzine is namelijk niet moeilijk om zichtbaar te maken en de daders da bak in te gooien.
Intussen lezen we heel verontrustende berichten vanuit ziekenhuizen die om de 3 weken de alarmbel luiden. Er zouden geen middelen zijn om bijvoorbeeld operaties uit te voeren.
Het groepje mensen dat van de situatie rijk wordt, zijn te vergelijken met moordenaars. Er kleeft bloed aan hun handen, ze weten dat maar ze vinden het niet erg. Het zijn niets anders dan criminelen die ook als zodanig moeten worden opgepakt. Het eerste bericht was dat de concessiehouders van de blokken waar er olie is gevonden in Suriname, dit jaar geen ‘final investment decision’ (fid) hebben kunnen maken. De fid is het definitief besluit om over te gaan tot de exploitatie van de olie en gasvoorraden. Nadat het fid besluit formeel kenbaar wordt gemaakt, beginnen de begin handelingen om op termijn over te gaan tot het oppompen, transporteren, eventueel verwerken en verkopen van ruwe olie of van fabrikaten en halffabrikaten. Er ontstaat dan een economisch sneeuwbaleffect, een golf van economische activiteiten die ook wel multiplier effect wordt genoemd. Een heleboel bedrijven die leverings- en toelevering diensten gaan verrichten zullen dan ontstaan en er ontstaat tijdelijke en permanente werkgelegenheid voor een paar jaren. Daardoor vinden er rondom de boorplatformen ook een aantal investeringen plaats en dat vertaalt zich dan weer in economische groei, stabiliteit en werkgelegenheid.
De fid is verschoven naar midden 2023, dat betekent dat Suriname zeker tot midden 2023 een zeer onstuimig economisch weer te maken zal hebben.
Zoals u weet zijn de halve investeringen die in Suriname zouden worden gedaan, de kop ingedrukt door de organisatie Veaps die wat ons betreft een dubieuze agenda erop na houdt. Er zouden investeringen plaatsvinden in de agrarische sector en de agro-industrie. De plannen waren heel concreet en haalbaar en de vorige regering en met name de laatste minister van LVV is gezwicht voor de oneigenlijke druk vanuit de genoemde organisatie. Suriname heeft 0,0 aan investeringen, de planning om de economie te diversifiëren is totaal mislukt omdat van Surinaamse zijde ministeries de kar niet kunnen trekken. Er is geen wil om baanbrekend werk te doen, het kader is er niet altijd aanwezig en een deel van de Surinamers weet het altijd beter en komt dan steevast met hun dooddoener: ‘het is te mooi om waar te zijn, het zal niet werken in Suriname’.
Het klinkt dan interessant, maar onze mediamensen vragen nooit waarom iets in Suriname niet zou werken. De mensen zijn gewend geraakt aan het verslaan van negatief nieuws. Suriname was afhankelijk van de mijnbouw (lees: verkoop van ruwe grondstoffen) in de periode Venetiaan en ook in de periode Bouterse is dat zo gebleven. Ook nu is alles wat Suriname heeft mining.
Vanwege de schulden en de rentelast is alle hoop gevestigd op de extra’s van de olie, maar of die olie zal komen, is nog de vraag. Intussen druppelen de berichten binnen, dat er aan de ene kant er veel olie nog te ontdekken valt, maar aan de andere kant ook dat het een risky business is om met genoeg gegarandeerde winst de olie en gas in het Guyana-Suriname bekken te winnen.
Als klap op de vuurpijl komt dan nu het bericht dat IAmGold haar aandelen in de Rosebel Gold Mines Suriname NV (95%) heeft verkocht aan een Chinese maatschappij. De Surinaamse regering als minderheidsaandeelhouder was niet op de hoogte of koos om de rust te bewaren. Intussen is er onrust in het bedrijf en zijn er collectieve acties gaande. Er is onzekerheid of tijdelijke contracten zullen worden verlengd. Er zouden cao-onderhandelingen aanstaande zijn, maar daarover is er nu onzekerheid.
De ongerustheid onder de bond en de werknemers is te begrijpen. Algemeen is er het beeld dat in de hoek van waar de nieuwe eigenaren komen, er weinig tot geen motivatie en wil aanwezig is om zaken in de landen te doen volgens de rules and regulations van die landen. Bedrijven vanuit die hoek hebben soms geen eigen verantwoordelijkheid, ze wijzen dan naar hun ambassade en dat bepaalde sanctiemaatregelen kunnen worden getroffen. De werknemers in het bedrijf gaan een heel onzekere periode tegemoet. Het kan best dat de gouden jaren van de werknemers voorbij zijn.
De bond heeft zo nu en dan gestaakt, maar de bond heeft wel nagelaten om alle sporen van ondermijning van haar positie in het bedrijf weg te wissen. Er zijn ingrediënten aanwezig, zoals contractarbeid en uitbestedingen, die zullen maken dat de bond straks is uitgehold en dat de cao ook geen draagvlak meer heeft. Werken bij het bedrijf zal dan gelijk te stellen zijn met werken bij het bacovenbedrijf. U kunt dan raden wat vervolgens zal gebeuren. En Suriname zal dan net als Haïti ook dichter gaan staan bij de landen in Sub-Saharaans Afrika. Daarop komen we een volgende keer terug.