“Het land lijkt een goedkoop bordeel geworden”
Elke jaarrede van de president is volgens Rashied Doekhie, gewezen NDP-Assembleelid, hetzelfde en vooral belangrijk voor het land en volk. Zo komt men te weten men kan verwachten in het komend jaar. Voor Doekhie lijkt het bijna op een soort van religie te gaan worden, dat alle presidenten hetzelfde zeggen tijdens een jaarrede. Hij vraagt zich daarom af waarom dit niet statisch wordt en de handtekening van de president gewoon aan de onderkant wordt geplaatst.
Opvattingen
Wat het probleem voor Doekhie blijf is de uitvoering van de mooie projecten en ideetjes die aangehaald zijn in de jaarrede. Men praat aldus Doekhie wel veel, maar je merkt dat de uitvoering achterwege blijft. Het enige positieve dat volgens Doekhie gehaald kan worden uit de jaarrede van de president is zijn enthousiasme, zijn geloof in zijn eigen regering en de blijdschap van hem om president te zijn. “Jammer genoeg is de implementatie hetgeen dat altijd wegblijft.“
Donkere dagen
“Het licht in de tunnel is verder al een hele poos uit, het mooie ervan is dat er zelf een opstopping is in de tunnel van deze regering”, zegt Doekhie. Er kan aldus hem niets naar binnen en naar buiten.
“Alle sectoren liggen plat en de mensen weten geen raad meer. Financieel is het een malaise, wat de criminaliteit betreft is het een malaise, alles is kortom gewoon een malaise. Dit alhoewel de president het goed meent met de bevolking, maar dan heb je de mensen naast hem, zoals minister Albert Ramdin, die het verpesten.” Dit zijn volgens Doekhie mensen die ervoor zorgen dat het beleid kapot wordt gemaakt. “Vandaag gaat Achaibersing weg dankzij minister Ramdin”, zegt Doekhie verder. Vervolgens zegt hij: “Vandaag hebben we hoge criminaliteitscijfers in het land dankzij meneer Ramdin.” Dit zegt hij niet zomaar, gekeken naar alle gebeurtenissen zoals het binnenhalen van vreemdelingen die zogenaamd films zullen maken en later horen dat het gaat om human trafficking, de HPSG deal, Surfin en nog veel meer zijn zaken die mensen laat twijfelen en zelfs geen geloof meer laat hebben in deze regering.
“Is minister Ramdin econoom?”
“Is minister Ramdin econoom?”, vraagt Doekhie zich continu af. Hij heeft aldus Doekhie geen inzicht. “Kijk maar wat hij met meneer Achaibersing heeft gedaan die naar hem wilde luisteren”, wordt verder door Doekhie als voorbeeld aangehaald.
“Het land lijkt een goedkoop bordeel geworden”
Alles in het land gebeurt volgens Doekhie zonder goede overwegingen. Het lijkt volgens Doekhie meer er op, dat het land een goedkoop bordeel is geworden. “En dan heb je meneer Jagessar van Staatsolie die iets komt uitleggen over de banken en dat het “geen vertrouwen” hebben in de banken geen probleem zal zijn. Voor het eerst hoor ik dat”, zegt Doekhie daarbij. “De president is notabene niet degene die zich bezighoudt met de banken, af en toe komen ze even langs, maar het blijft daarbij”, zegt doekhie.
Uitspraken moeten passen in de werkelijkheid
Ter afsluiting heeft Doekhie zich geërgerd aan het feit, dat de president komt vertellen aan de inheemse broeders en zusters en de rest van de bevolking, dat men moeten gaan planten. “Gaan planten om wat met de producten te doen? Waar ga je de producten afzetten?”, vraagt hij zich af. “Suriname is historisch in een hoekje gedrukt wanneer het komt op de export. Ga je het sturen naar Guyana, die heeft het niet nodig. Ga je het sturen naar alle andere landen die het nodig hebben?” Doekhie vindt dus dat de president zich bewust moet blijven van zijn uitspraken naar de bevolking toe.
Ten slotte zegt Doekhie. dat het fijn zou zijn als de president was komen vertellen aan de bevolking dat er geen geld is en dat bepaalde projecten om die reden ook niet door zullen gaan. “Dat heeft hij jammer genoeg als vader van het volk niet gedaan.”
GW