Te ver doorgevoerde economische diplomatie: daarop komt de verklaring neer die de Buza-minister gaf met betrekking tot de koop door de Staat Suriname van onroerend goed en gebouwen in met name de dure stad Parijs in Frankrijk. Het zwakke antwoord van de minister doet vermoeden dat het plan om de aankopen te doen, niet door hem bedacht is. Maar hij moet het wel verdedigen. De minister van Buitenlandse Zaken gaf een uiterst zwak antwoord op vragen die gesteld zijn met betrekking tot de volgens de oppositie onnodige aankoop van gebouwen voor de ambassade. Wat de minister heeft verklaard, duidt op gelegenheid straks om bij de verkoop van in waarde gestegen ambassadegebouwen een commissie te bedingen. Dit soort praktijken komen al voor en diplomaten, vooral van andere politieke signatuur, zijn al in andere landen vervolgd voor de malversaties rond het kopen en verkopen van ambassadegebouwen in andere landen. Een voorbeeld daarvan is het vervolgen van twee ambassadeurs van Pakistan door de regering uitgezonden naar Indonesië en Pakistan. In 2010 moest de Keniaanse Buza-minister afstappen, omdat hij in Japan onnodig geld had uitgegeven voor het kopen van een ambassadegebouw. Onder het regime Wijdenbosch/Radhakishun hebben wij ons aandeel gehad van het strafbaar verkopen van gebouwen voor prijzen die niet kloppen. Een optie die landen die beweren ‘small developing states’ te zijn, is het opzetten van gezamenlijke ambassades. Engeland en Canada bijvoorbeeld hebben dat eerder gedaan. Dit moet wel gebeuren tegen de achtergrond van een sterke gemeenschappelijkheid op het gebied van de staatkundige geschiedenis en cultuur. Deze twee landen hebben al ervaring met gezamenlijke diplomatieke missies en het delen van ambassadegebouwen. In september 2012 is dit besluit wereldkundig gemaakt. Bij ons zou het kunnen gaan om Caricom-landen. We denken dan met name aan Guyana, die nog geen diplomatieke missie heeft in Parijs, maar ook aan Trinidad die er wel aanwezig is. De drijfveer voor Engeland en Canada was efficiëntieverhoging en kostenbesparing. Suriname opende de ambassade in Parijs in oktober vorig jaar. Toen werd bericht dat de bedoeling is dat Frankrijk, in plaats van een andere stad de springplank naar Europa en Noord-Afrika wordt. Als ambassadeur werd uitgezonden een oud-adviseur van en oud-minister onder Bouterse, de 72-jarige Harvey Naarendorp. De ambassade van Suriname aan de straat Rue Raffet (Raffetstraat) ligt in het 16de arrondissement, één van de 20 arrondissementen van Parijs. Dit arrondissement staat bekend als het deel van Frankrijk met de hoogste huizenprijzen. Dit arrondissement is deel van Paris Ouest: het meest rijke en prestigieuze woongebied in Frankrijk.
Vanuit Parijs gaat Naarendorp de contacten onderhouden met het buurland Frans- Guyana. Er zijn veel zaken die we met de hoofdstad moeten regelen, werd bij de opening van de Surinaamse missie in Frankrijk gezegd. Er werden toen genoemd de zeegrens, visserij, drugsbestrijding en trainingen. In EU zou voorts Frankrijk zwaarder tellen dan Nederland. Kritiek op de kosten van ambassade in Parijs vond de ambassadeur zelf niet terecht. Maar hij kon ook niet zeggen hoeveel het ambassadegebouw gekost zou hebben. De zaken die toen zijn aangehaald als de zeevisserij kon de Buza-minister niet aanhalen, wel een financiering uit het Europees Ontwikkelingsfonds groot 41 miljoen euro. Waarvoor dit geld bestemd is en binnen welke tijd het besteed moet zijn, is niet bekend. De minister wilde de DNA en het publiek doen geloven dat de ambassadeur in Parijs ervoor heeft gezorgd dat Suriname 41 miljoen euro geld heeft gehad. Niet lang na de mededeling blijkt dat deze een loze kreet was. Oppositieleden die de financiële stromen en coördinatie kennen, gaven aan dat het kanaal naar het Europees Ontwikkelingsfonds (EDF) gaat via Brussel en niet via Parijs. Opmerkelijk is dat de Buza-minister geen weerwoord kon voeren. Vooralsnog is het dus dat niet de ambassade in Frankrijk voor de EDF-financiering heeft geregeld. Waarom heeft de minister gepoogd ongefundeerde informatie voor te schotelen in DNA over de koop van het gebouw aan de Rue Raffet in Parijs? Klopt er iets niet met de aankoop van het gebouw? Wie heeft bemiddeld in de koop van het gebouw en hoeveel heeft het precies gekost? Was het noodzakelijk om de ambassade te hebben in deze dure buurt? In Suriname hebben wij geen overzicht welke ambassades de duurste voor ons zijn geweest en welke minder. In Nederland bestaat dat wel en de belastingbetaler kan dan daarover ook een oordeel vellen. De duurste Nederlandse ambassades zijn gevestigd in volgorde van afnemende besteding te Brussels, Londen, Washington, Berlijn, Parijs, Tokio, Moskou, Rome, Ankara en Peking. Tokio, Berlijn, Ankara, Londen en Peking. De vijf duurste consulaten zijn New York, Istanbul, Los Angeles, Düsseldorf en Hongkong. De verdediging van de Buza-minister dat investeringen in onroerend goed in het buitenland een lucratieve business is, waarmee de Staat Suriname geld kan verdienen, loopt enigszins mank. In de eerste plaats is er geen uitgekiend beleid van de Surinaamse regering om belastinggeld op zo een wijze in onroerend goed te investeren. Als dat het geval zou zijn, zou de betreffende minister ook daarvoor verantwoording moeten afleggen in DNA. De waarde van onroerend goed in het buitenland groeit steeds is wel waar. ‘Als je iets nu koopt, kan je het na een paar jaren voor veel meer verkopen’, zei de Buza-minister. Maar dat is wel een gevaarlijke zaak. Want hoeveel stijgt een stuk onroerend goed op gegeven moment in waarde? Wie bepaalt wanneer dit verkocht moet worden? Wie is de makelaar die dan niet mag bemiddelen? Ambassadeurs en Buza-ministers kunnen in problemen komen bij een verkoop. De koop van het ambassadegebouw moet anders verdedigd worden.