In het kader van werkbezoeken aan gebedshuizen, heeft de minister van Binnenlandse Zaken, Bronto Somohardjo, in de maand Sasi Suro, de vastenmaand van de Javanisten, verscheidene sangars (gebedshuizen) bezocht. Gedurende de gehele maand Sasi Suro worden dagelijks religieuze activiteiten in de verschillende sangars ontplooid. Bezoeken zijn afgelegd aan sangars in de districten Paramaribo, Wanica, Saramacca, Commewijne en Marowijne, zo meldt het ministerie dinsdag 30 augustus.
Deze werkbezoeken staan in het teken van kennismaking, alsook het geven van invulling aan één van de kernwaarden van het Javaans Nieuwjaar, namelijk ‘Rukun’, oftewel harmonie. Zonder harmonie, kan de saamhorigheid, vrede en eensgezindheid niet bereikt worden benadrukt de minister, die tevens verantwoordelijk is voor het beleidsgebied Religieuze Aangelegenheden.
Aan de leden van de Sangars werd voorgehouden dat zij, als belijders van deze kernwaarde, de taak hebben om de ‘Rukun’ te propageren onder de gehele gemeenschap, zodat we daadwerkelijk een harmonieuze multireligieuze en multiculturele samenleving verkrijgen. Met eenheid in verscheidenheid en met verscheidenheid in eenheid kan gewerkt worden aan welvaart en welzijn voor een ieder.
De leden van de verschillende sangars werden ook bedankt voor hun bijdrage aan het succesvolle Congres Jawa en de Jawa Festa. Het Javaans Nieuwjaar verheffen als nationale vrije dag is een lang gekoesterde wens van alle javanen, dit ter erkenning voor de bijdrage die ze hebben geleverd aan de opbouw van Suriname. De aanvraag werd 23 jaar geleden gedaan en eindelijk heeft de regering Santokhi/Brunswijk het verzoek gehonoreerd.
Het Javaans Nieuwjaar functioneert als een verbindend instrument tussen alle Javanen, ongeacht godsdienst, maatschappelijke status of beroep. De Minister hield zijn gehoor voor dat als de javanen weer een sterke gemeenschap wordt, geheel Suriname weer sterker zal worden. Want een keten is net zo sterk als haar zwakste schakel.
Bij alle sangars hebben de leden hun dankbaarheid uitgesproken aan de regering voor de erkenning van het Javaans Nieuwjaar als nationale vrije dag. Ook voor het persoonlijke bezoek van de Minister hebben zij hun waardering en erkentelijkheid tot uiting gebracht.