Twee Paranen en een fotoman (Dagblad Suriname) filosofeerden over de penibele situatie en de toekomst van Suriname: “Paramaribo de enige stad in het land, is een district: ‘Het Stadsdistrict Paramaribo’. Het bestuur gebied heeft geen hoofdplaats zoals alle anderen er een hebben. Para met hoofdplaats Onverwacht, Coronie met Totness, enzovoorts.”
Fotoman
“Een inwoner van Para wordt Paraan genoemd, in Nickerie Nickeriaan, Coroniaan en ga zo maar door. De benaming fotoman valt uit de toon. Het is geen eigennaam, die met een hoofdletter gekroond wordt. Het wordt met kleine letter ‘f’ geschreven. Die benaming kan vooral bij mensen uit de districten een ondertoon hebben, die onder andere te maken heeft met een gezonde onderlinge rivaliteit.”
Hoofdplaats
“De hoofdplaats van het district zou Paramaribo zou Palmentuin kunnen heten. Met als voorgestelde grenzen: De Cornelis Jongbawstraat, Kleine Combé-weg, Waterkant, Saramaccastraat, Zwartenhovenbrugstraat rechtsaf, Stoelmanstraat – Henck Alfonsius Arronstraat, Tourtonnelaan, Mahonylaan tot aan de T-kruising met Jongbawstraat. Met binnen zijn grenzen het bestuursapparaat.”
Voorste linie
“Paramaribo en Para grenzen niet aan elkaar, maar hebben vanaf het begin van de kolonie Suriname, een hechte band. De plantages in het district waren het verst verwijderd van Paramaribo. Zij lagen aan de grens met het gebied waar de loweman zich ophielden. In de voorste linie van de oorlogvoerende troepen en de weggelopen slaven. Het Kordon Pad, met militaire posten, liep ook door dit gebied, dat gedurende lange tijd een strijdtoneel was.”
Werkterrein
“Er wonen meer Surinamers van Paraanse afkomst in Paramaribo en Nederland dan in Para zelf. Velen die in Para wonen reizen dagelijks naar Paramaribo om er te werken of voor zaken.
Blaka dyu
“De slaven op de Plantages van Para waren eigendom van Joden, toen een gediscrimineerde bevolkingsgroep, die bekend stond om de veel betere omgang met slaven, dan andere plantage-eigenaren. Zou de goede verstandhouding komen vanwege het feit, dat Joden en Afrikanen in de oudheid aan dezelfde Egyptische slavenketting hebben gelopen?” Gezegd wordt, dat de Joden de besnijdenis van hun zonen van de Afrikanen hebben overgenomen. In Para/Suriname zijn er mensen van gemengd bloed, die in de volksmond ‘blaka dyu’ worden genoemd.”
Lotgenoten
“De geknechte Afrikanen hadden een goede verstandhouding met zowel de slavenmeester als hun weggelopen broeders. Een deel sloot zich vrijwillig aan bij de loweman. Er werd ook goed geleefd met de indianen, die de loweman tolereerden, wegwijs maakten en bijbrachten hoe te overleven in het oerwoud. Zij voelden zich lotgenoten. Zij waren de tirannie van de Europeanen, die getracht hadden om ook hun tot slaven te maken, zat.”
De heersers
“Het valt op, dat als er over Para wordt gesproken, men op de eerste plaats denkt aan creolen. Het is waar, dat zij in aantal de meerderheid van de 26.000 inwoners vormen. De inheemsen zijn niet achtergebleven. De marrons zijn er ook te vinden, net als de andere bevolkingsgroepen zij het in veel mindere mate.”
Bijvrouw
“Het heeft er veel van dat, toen gouverneur Van Sommelsdijck vrede sloot met de inheemsen en een indiaanse vrouw als bijzit nam, zij naar alle waarschijnlijkheid afkomstig was uit Para. Meerdere plantage-eigenaren en andere avonturiers uit Europa hadden ook een inheemse schone aan hun zij.”
Dogla-ingi
“Wij staan er niet bij stil, dat onder de grootste zonen van Suriname zich menig dogla-ingi bevindt, waaronder gouverneurs, presidenten, wetenschappers, geestelijke leiders ministers, volksvertegenwoordigers, ondernemers, miljonairs en ander schoon volk. Om niemand over te slaan, is het beter om geen namen te noemen.”
Kweekjes
“Het was tot nog niet zo lang geleden gebruik, om kweekjes van indiaanse afkomst uit Para bij gezinnen in Paramaribo op te nemen. Deze pleegkinderen werden door hun ouders omwille van onderwijs, een ‘betere toekomst’, afgestaan. Het kwam niet zelden voor, dat deze kinderen als bedienden werden misbruikt.”
Hout uit Para
“Na de afschaffing van de slavernij, ging de plantage-economie van Para met rasse schreden achteruit. De Paranen gingen meer dan voorheen tot houtkap over en voorzagen Paramaribo van bouw- en meubelhout.”
Bauxietindustrie
“Para had met de bauxietindustrie tot voor kort een belangrijke plaats in de economie van Suriname, dat is komen weg te vallen. Er wordt nu gesteund op natuurtoerisme. De recreatieoorden van Para zijn publiekstrekkers uit Paramaribo vooral.”
HD