“Geldt Surinaams vonnis ook voor buitenlandse ondernemer ?”
Advocaat Iris Nazir zegt tegenover Dagblad Suriname, dat een cliënt van haar ondanks een gewezen vonnis voor de doorbetaling van het loon nog in het duister tast. De advocaat is hierdoor genoodzaakt beslag te laten leggen op de roerende zaken van de betreffende Nederlandse onderwijsinstelling in Suriname.
Nazir wijst op bepaalde feitelijke omstandigheden waardoor in Suriname niet altijd rechtens kan worden afgedwongen, dat instellingen conform een rechterlijke uitspraak hieraan gehoor dienen te geven. In 2017 vernam haar cliënt, die op dat moment US$ 1.100 per maand verdiende, van de werkgever dat zijn contract zou worden omgezet naar een ‘nul uren’ contract, waar hij het oneens mee was. In 2019 veroordeelde de kantonrechter de onderwijsinstelling tot betaling van een voorschot van US$ 3.300 en een verhoging wegens te late betaling van het salaris. De cliënt sommeerde de instelling ook tot betaling van de totale som en de kosten voor de ziektekostenverzekering totdat het dienstverband rechtsgeldig is geëindigd.
De beslissing van de rechter in de bodemprocedure is dat die verstek verleende aan de instelling en dat het dienstverband voortduurt totdat het op rechtsgeldige wijze is beëindigd. De instelling is eveneens veroordeeld tot doorbetaling van het nettosalaris van US$ 1.100 per maand. Advocaat Iris Nazir zegt, dat in de bodemprocedure het volledige bedrag is toegewezen.
Beslag
Nazir merkt op, dat er beslag is gelegd op de bankrekening, maar de instelling werkt niet met bankrekeningen in Suriname. “Het geld gaat naar Nederland waar het wordt gestort. En hier wordt geweigerd om gehoor te geven aan het vonnis. Vandaar, dat de advocaat aangeeft dat er beslag zal worden gelegd op alle roerende goederen om te executeren voor de openbare verkoop. “Want nu legt men het vonnis van de rechter naast zich neer”, merkt Nazir op.
Zij verduidelijkt, dat deze instelling niet beschikt over onroerende goederen noch over gelden op de bank in Suriname. De advocaat vraagt daarom aandacht voor de omstandigheid dat buitenlandse ondernemers op deze manier omgaan met een vonnis van een Surinaamse rechter. Afsluitend stelt zij dan ook de vraag of een Surinaams vonnis ook voor een buitenlandse ondernemer geldt.
RB