Uitstellen invoering BTW slaat gat van SRD 1.4 miljard in begroting

Het vooruitschuiven van de invoering van BTW van 1 juli 2022 naar 1 januari 2023 slaat een gapend gat in de overheidsbegroting over dit jaar. De begroting, die op 19 mei jongstleden door de Nationale Assemblee is goedgekeurd, ging nog uit van een bedrag van SRD 1.4 miljard aan BTW inkomsten voor de overheid. Dit is ruim 25% van de totale geraamde indirecte belastingen.

Door de BTW-inning zouden de overheidsinkomsten oplopen tot SRD 20.7 miljard en het begrotingstekort uitkomen op negatief 7.4 % van het BBP. De Vereniging van Economisten in Suriname (VES) zegt in haar jongste digitale maandblad “Inzicht”, dat het gapend gat op de overheidsbegroting over dit jaar slechts ten dele kan worden opgevangen met het doortrekken van de inning van Omzetbelasting (OB) voor de tweede helft van het jaar. 

Minister Armand Achaibersing van Financiën en Planning heeft eerder gezegd, dat de regering naar mogelijkheden uitkijkt om het ontstane gat op de begroting te dekken. Hij noemde daarbij onder andere een effectievere inning van de OB. President Chandrikapersad Santokhi legde in het parlement uit, dat dat het uitstel van de invoering van BTW met zes maanden te maken heeft met het beschermen van de bevolking. De ontwikkelingen van prijzen van goederen in de wereld als gevolg van de oorlog in Oekraïne, drukt  reeds zwaar op de economie en de bevolking. Doorvoering van BTW zoals gepland op 1 juli is volgens de president daarom onverantwoord. Door de latere invoering van de BTW zullen de effecten hiervan minder stringent zijn voor de samenleving. Daarnaast geven de extra zes maanden meer ruimte om een goede implementatie te bewerkstelligen.

IMF overmaking

De invoering van BTW per 1 juli was één van de belangrijke doelstellingen die behaald moest worden volgens een overeengekomen tijdslijn met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) als onderdeel van het financieel ondersteuningsprogramma voor herstel van de economie. Het niet behalen van deze doelstelling heeft tot gevolg, dat de overmaking door het IMF van een derde tranchebedrag van ruim US$ 55 miljoen naar september is verschoven. Dan zal het IMF beslissen over de resultaten van de derde kwartaalevaluatie van het economisch herstelprogramma. De overmaking van het uitgestelde derde tranchebedrag zal dan samen plaatsvinden met die van het vierde tranchebedrag.

De VES schrijft in haar jongste informatieblad hierover het volgende: 

“Het gevaar van het niet ontvangen van de begroting financiële assistentie door het IMF door het missen van in het ‘IMF-plan’ overeengekomen targets is een continue reële dreiging, die door de regering aan den lijve wordt ondervonden. De pijnlijke les die hieruit geleerd moet worden is, dat het nakomen en naleven van gemaakte afspraken in de grote wereld, met name met het IMF, niet vrijblijvend is. 

Uit de regio leren wij, dat invoering van BTW alleen door een goede organisatie samen met alle stakeholders een succes wordt. Dit vergt niet alleen tijd, maar ook assistentie en training van de ondernemers die verantwoordelijk zullen zijn voor de BTW-inning. Indien de regering vasthoudt aan een BTW tarief welke nu op 15% is gesteld, terwijl de huidige OB een 12% tarief heeft zal BTW een inflatoir effect hebben en hiermee de koopkracht negatief beïnvloeden. De uitdaging ook bij de uitgestelde invoering van BTW per januari 2023, blijft onverkort groot. 

Het is derhalve van belang dat de regering met meer inspanning en toewijding de met het IMF overeengekomen doelen punctueel nakomt. Herhaald uitblijven van de financiële steun vanuit het IMF zou kunnen worden opgevat als onvoldoende committering van de regering om de economie weer gezond te krijgen. Ons land kan zich geen breuk in vertrouwen met dit fonds veroorloven. Het debacle uit 2016 toen de toenmalige regering al snel na de start van het IMF-programma de samenwerking met het Fonds stopte, mag zich nimmer herhalen.”

SS   

error: Kopiëren mag niet!