In DNA zijn discussies begonnen in commissieverband om de industriële hennepteelt in Suriname te voorzien van een wettelijke basis. We vernamen enige dagen terug uit de pers, dat in Guyana de start is gemaakt met industriële hennepteelt. De Guyanese regering heeft al groen licht gegeven aan de teelt en de verwerking van industriële hennep in het land. De Guyanese regering gaat ervan uit, dat duizenden banen in deze sector kunnen worden gecreëerd. Ook de Guyana Defence Force, de Guyana Police Force en andere stakeholders hebben de henneppotentie van het land bestudeerd en positief advies gegeven. De stakeholders zijn geconsulteerd voordat men in het land wetgeving heeft voorgesteld. Ook in Guyana wil men komen tot een orgaan om de industrie te monitoren.
De economische kant van het verhaal is dat behalve economische voordelen, ook de marketing-, banken-, assurantie en retail-sectoren hiervan kunnen profiteren. Zo is aangehaald dat als 100.000 hectare hennep wordt beplant, dit 40.000-50.000 duurzame banen kan scheppen. Ook kan carbon-credits die Suriname als land heeft verder worden opgebouwd. De plannen in Guyana zijn concreet: 500 Guyanese gezinnen krijgen 10 hectare voor industriële hennepteelt. Op een areaal van 5.000 hectare kan 50.000 ton of hennepstengels produceren die verwerkt kunnen worden tot 15.000 ton vezel en 35.000 ton splinters.
In Guyana is het ontstaan van de hennepindustrie gepusht door het bedrijf Guyana Hemp Industries (GHI). De wetgeving in Guyana is in mei 2022 aan het parlement voorgelegd. De GIH zegt miljoenen al te hebben geïnvesteerd in het van de grond krijgen van de industrie. Een Surinaamse GIH bestaat nog niet, althans het is nog niet bekend. In Guyana hebben ze ook al een Guyana Hemp Association (GHA), iets soortgelijks ontberen we nog in Suriname. We zien, dat in Guyana de zakenman Michael Kirton aan de zaak trekt en ook de in VS gevestigde Guyanees Verman Bidessee.
Deze actieve betrokkenheid van de Surinaamse diaspora in ‘clean business’ van Suriname zien we niet hier. Men zit liever in Nederland de hele dag alles van Suriname uit te pluizen en te bestuderen en vanuit het buitenland op de radio en in de kranten kritiek te uiten en de bewijzen hoe slim men is en dat men alles kan verklaren en ontdekken en dat men alles door heeft. Maar, een zaadje hier in de grond stoppen, ho maar!
Bidessee is een ondernemer in de VS en Canada onder andere in de hennepindustrie en filantroop. In Guyana staan investeerders klaar om in de sector te investeren en is er expertise van de hennepindustrie beschikbaar uit de VS. Deze ondersteuning van de sector is er niet in Suriname. Saillant detail in deze is ook, dat Bidessee de Guyanese kant van de Corantijnrivier wil ontwikkelen tot een toeristisch gebied (American style beach) en samen met enkele ondernemers bereid is om USD 10 miljoen te investeren. Daarvoor willen de investeerders van de Guyanese regering duidelijk weten hoe de grens ligt met Suriname wat betreft de Corantijn. Waar zijn zulke projecten in overweging in Suriname?
Opmerkelijk is dat de politieke partijen in Suriname die hebben opgeschept over diaspora, relatief stil zijn gevallen.
In Guyana is men iets verder, omdat men ook de gebieden heeft kunnen identificeren waar de hennep zal worden geplant: East Berbice Corentyne (Region Six) en Upper Demerara/Upper Berbice (Region 10). Waar zal de hennep in Suriname worden geplant? In Guyana zien we een in de discussie aanwezige en faciliterende minister van landbouw Zulfikar. Waar is de Surinaamse minister van Landbouw in deze?
Ook in Suriname moet voor het telen van hennep op industriële schaal, de wetgeving worden aangepast. Het gaat om de Wet Verdovende Middelen uit 1998 die in 2018 nog werd gewijzigd. De Wet Industriële Hennepteelt, waarmee onder andere de Wet Verdovende Middelen zal worden gewijzigd, is een initiatief van 3 DNA-leden uit de coalitie: Gajadien, Kanape en Van Samson. De bedoeling is om een Nationaal Instituut Industriële Hennepteelt in Suriname op te zetten. Het doel van de Wet Industriële Hennepteelt is om regels vast te stellen in het kader van een deugdelijk en veilige teelt van de industriële hennep, alsmede de oprichting van het Nationaal Instituut voor Industriële Hennepteelt Suriname.
Eerder is in de media gerapporteerd dat de commissie van rapporteurs die al is benoemd zich in meerderheid kon vinden in het doel van het wetsontwerp. Het doel is namelijk het vaststellen van regels betreffende de teelt van hennep ten behoeve van industriële doeleinden, alsook het wijzigen van de Wet Verdovende Middelen. Vermeldenswaard is dat een ontwerpwet al in oktober 2019 in een openbare commissievergadering was behandeld. Tijdens die vergadering werden diverse wijzigingsvoorstellen gedaan door de leden van de commissie en die zijn door de minister van LVV verwerkt. In december 2019 was de commissie gereed voor behandeling van de ontwerpwet in een openbare vergadering. Maar, zover kwam het niet.
Aan de basis van de invoering van hennepteelt in Suriname stond in 2016 feitelijk de econoom Winston Wirth, voorzitter van de Green Hearts Foundation. Hij zou beginnen met een driejarig hennep experiment. Naast zijn stichting mocht ook het bedrijf ‘In de Kiem’ deelnemen aan het project. Hennep is een duurzame grondstof met talloze toepassingsmogelijkheden, onder andere in de bouw, auto- en voedselindustrie en dierenverzorging. Vermeldenswaard is dat terwijl in Suriname werd gediscussieerd over de wet al vergunningen zouden zijn uitgegeven voor industriële hennepteelt voor medicinale doeleinden, maar ook voor de export. Ook is toestemming gegeven om met medicinale cannabis te experimenteren. Diverse vergunningen zouden al afgegeven zijn voor de teelt van hennep. Er is reeds een MoU (Memorandum of Understanding) ondertekend tussen de ministers van Natuurlijke Hulpbronnen en van Volksgezondheid eind augustus 2019. Het doel was om een samenwerking te bewerkstelligen tussen het bedrijf InVitroPlants, van Grassalco NV, voor het produceren van cannabisplantjes en –zaden, die bestemd zullen zijn voor kleine en middelgrote telers in Suriname. Zo’n 30 bedrijven zouden vergunning hebben gekregen sinds 2017. Onduidelijk is hoeveel van die bedrijven nog actief zijn. In elk geval hopen we dat in het belang van de Surinaamse economie en de werkgelegenheid, deze veelbelovende sector nu wel versneld van de grond komt. Want het heeft er de schijn van, weer, dat zolang bepaalde personen in bepaalde projecten niet worden betrokken, zaken niet lopen in dit land.