In het dezer dagen te verschijnen SJB 2022 no.1 laat prof.mr.dr. Monique A. Veira (de auteur), zien dat het recht ook pikante aspecten heeft die niet vaak aan de orde komen.
Voor degenen die de uit 1993 daterende film Indecent proposal gezien hebben met Demi Moore en Robert Redford, zal het belichten van de sexdeal geen verrassing zijn.
Het onderwerp van deze deal is het maken van afspraken over seksueel contact.
Vanuit juridisch oogpunt kunnen verschillende vragen gesteld worden:
1. Kan de deal gezien worden als een rechtsgeldige overeenkomst?
2. Zo ja, moet de sexdeal op grond van regels van het verbintenissenrecht strikt nagekomen worden?
3. In geval de sexdeal geen overeenkomst is, hoe moet deze juridisch dan geduid worden?
Overeenkomst
Op grond van de wet kunnen burgers verschillende verbintenissen met elkaar aangaan. De belangrijkste zijn die welke op een overeenkomst zijn gebaseerd. Het voornaamste aspect hierbij is de overeenstemmende wil van partijen.
Voor de bestaanbaarheid van de overeenkomst is vereist:
A. Toestemming van degenen die zich verbinden
B. Bekwaamheid om een verbintenis aan te gaan
Bekwaam om een overeenkomst aan te gaan zijn personen die meerderjarig zijn en in staat hun wil te verklaren. In Suriname is de grens voor meerderjarigheid 21 jaar (nieuw B.W. 18 jaar), met dien verstande dat vrijwillige seks met minderjarigen vanaf 16 jaar niet strafbaar is.
C. Een bepaald onderwerp
Alleen zaken die in de handel zijn kunnen een onderwerp zijn van een overeenkomst. Anders dan Nederland kent de Surinaamse wet geen omschrijving van het begrip sekswerker, het oudste beroep ter wereld dat ook in Suriname gedoogd wordt.
De auteur wijst erop dat indien er een afspraak gemaakt wordt om in ruil voor geld seks te hebben, seksueel contact handelswaar geworden is. Dit laatste is dan onderwerp van de overeenkomst.
D. Een geoorloofde oorzaak
Prof. Veira wijst erop dat het (doen) plegen van seksuele handelingen valt onder de werkingsfeer van de Grondwet, die bepaalt dat een ieder recht heeft op eerbiediging van zijn prive leven.
De vraag rijst of de sexdeal bij wet verboden is, omdat alleen strafbaar gestelde seksuele delicten een ongeoorloofde oorzaak hebben.
E. Is de sexdeal in strijd met de goede zeden of openbare orde?
De zedenwetgeving is niet bedoeld om burgers voor te schrijven hoe zij zich in hun prive leven moeten gedragen, maar om hen te beschermen tegen strafbare seksuele handelingen.
De Hoge Raad komt tot de conclusie dat de openbare orde is aangetast als sprake is van een verstoring van enige betekenis van de normale gang van zaken in of aan de desbetreffende openbare ruimte.
Volgens de auteur voldoet de sexdeal aan de bestaanbaarheidsvereisten van een overeenkomst als:
1. de toestemming tot het hebben van seksueel contact door beide partijen vrijelijk is gegeven;
2. beide partijen meerderjarig zijn;
3. er een afspraak is gemaakt om in ruil voor het seksueel contact betaling te ontvangen;
4. er geen sprake is van misbruik en uitbuiting van personen en de strafwet niet overtreden wordt.
Een interessant aspect dat de auteur ook aansnijdt is of de deal strikt nagekomen moet worden.
In dit verband wijst zij erop dat nakoming van een overeenkomst niet gevorderd kan worden als er sprake is van overmacht.
Prof. Veira vraagt zich af hoe de sexdeal juridisch gekwalificeerd moet worden als er geen sprake is van een (rechtsgeldige) overeenkomst. De wet beschermt de fysieke en psychische integriteit van de burger. Met toestemming van de burger kunnen volgens de jurisprudentie wel ingrepen in de persoonlijke levenssfeer uitgevoerd worden.
Conclusie
De auteur vindt dat de sexdeal wel een rechtens relevante feitelijke handeling is. Zij vraagt zich af wat de zin van de sexdeal is als de wederpartij met een beroep op overmacht op elk moment de overeenkomst kan ontbinden.
Prof. Veira komt tot de slotconclusie dat de sexdeal juridisch gezien geen overeenkomst genoemd kan worden. Het is naar haar mening wel een rechtens relevante feitelijke handeling, waarbij de toestemming tot het hebben van seksueel contact niet gericht is op een rechtsgevolg.
Commentaar (CJ)
De auteur vermeldt niet of uit onderzoek gebleken is wat de frequentie is van de sexdeal in ons land. En of deze mondeling of schriftelijk wordt overeengekomen. Wel staat m.i. vast dat indien er sprake zou kunnen zijn van een verbintenis deze gekwalificeerd moet worden als een inspanningsverbintenis en niet een resultaatsverbintenis.
Wel is het zo dat de contracterende partijen zich moeten inspannen voor het bereiken van een bevredigend resultaat!
Carlo Jadnanansing