Recentelijk zijn de benzineprijzen weer omhoog gegaan en dit heeft met zich meegebracht dat vele schoolbuschauffeurs noodgedwongen zijn om hun prijzen aan te passen.
Bezorgde ouder
Een bezorgde moeder Noriane (35) van drie kinderen van respectievelijk 5, 7 en 9 jaar moet nu maandelijks 500 Surinaamse dollar per kind neertellen om ze met de bus naar school te sturen. Maandelijks is ze dus al SRD 1.500 kwijt aan busvervoer.
Wat ze jammer vindt is het feit, dat ze de schoolbus voor haar kinderen in de vakantie normaal moet betalen, ondanks dat ze niet naar school zijn geweest en ze dus een oppas voor de kinderen moest zoeken. De buschauffeur die ze heeft gebracht voor de vakantie kwam zijn geld wel ophalen. Ze vertoefden een poos in een ander district, waardoor ze dit nooit eerder heeft meegemaakt.
Ze betreurt het dat kinderen en ouders nu nog zoveel moeten uitgeven, om ervoor te zorgen dat jonge kinderen zich veilig kunnen voelen op weg van en naar school. Ze wil haar kinderen niet met een andere bus sturen vanwege het feit, dat ze tenminste weet dat het contact tussen haar en de chauffeur optimaal is. Vanwege de recente gevallen van moreel verval in Suriname twijfelt zij om haar kinderen met iemand mee te sturen naar school.
Bij haar is het duidelijk, dat de chauffeurs ook in hun levensbehoefte moeten voorzien wel belangrijk, ze staat wel stil bij het feit, dat vele ouders een alleenstaand gezin vormen en dat er vanuit de kant van de regering toch naar de noden van het volk moet worden gekeken.
Buschauffeurs doen hun best om prijzen zo laag mogelijk te houden
In gesprek met buschauffeur Arsenio, die nu al een aantal jaren schoolroutes voor kinderen van de lagere school onderhoudt, geeft aan dat het een moeilijk issue is. Reeds aan het begin van het gesprek zegt hij, dat hij het leuk zou vinden als mensen zouden begrijpen dat de uitgaven die gemaakt worden zelfs hoger liggen dan de bedragen die ze neertellen. Recent heeft hij de mensen medegedeeld, dat de prijzen toch met een 50 tot 100 Surinaamse dollar zullen stijgen. Bij de meeste van ze kwam het over als nog meer uitgaven. Dit begrijpt hij ook helemaal.
“De economie jaagt iedereen op kosten en natuurlijk mij ook”, zegt hij met een blik van bezorgdheid. De kinderen die hij brengt zijn jong en een schoolbus van het ministerie zal volgens hem het werk dat hij doet nimmer kunnen doen, hoewel het overduidelijk is dat de compensatie vanuit de kant van de regering bij hem ook weg blijft.
Over de kwestie van betalen voor maanden waarin niet wordt gereden, zegt hij dat het beleid van iedere buschauffeur anders is. Bij hem hoeft dat niet, terwijl hij collega’s heeft die het wel doen. Het komt er allemaal op neer hoe de berekeningen liggen, zijn tarieven zijn al zodanig verwerkt dat de nodige kosten gedekt kunnen worden in de periode dat hij niet rijdt. Dat verschilt bij zijn collega’s. “De buschauffeurs willen ook de prijzen graag laag houden, maar zijn noodgedwongen deze aan te passen aan het beleid dat uiteindelijk door de regering gevoerd wordt”, zegt hij afsluitend.
GW