Scholen, overheden en instanties doen te weinig om seksueel geweld tegen kinderen te voorkomen. “De aanpak sluit niet goed op de problemen aan”, zegt Sheila Mijnals, voorzitter van UMA Empowerment Network en directeur van UMA Lawyers.
Er moet veel eerder en veel meer werk gemaakt worden van het voorkomen van seksueel geweld en andere vormen van kindermishandeling, stelt Mijnals.
Veel van de daders zijn jong, ruim een kwart is minderjarig. “Veel jongeren weten niet wat grenzen zijn, voor zichzelf, laat staan voor een ander. Zoals we ook kinderen zwemles geven, moeten er structurele programma’s komen rond deze thematiek, bijvoorbeeld op school. Het moet een vaste waarde worden in de opvoeding.”
Mijnals zegt bij herhaling te moeten constateren dat veel gevallen van kindermisbruik niet aan het licht komen en of te laat, terwijl soms de directe omgeving van het kind wel op de hoogte is van het misbruik.
Instanties grijpen niet of te laat in, ook daar waar kinderen in hun geestelijke en lichamelijke ontwikkeling ernstig worden geschaad of bedreigd. Dit geldt ook voor zeer jonge kinderen.
Als voorbeeld haalt Mijnals twee recente gevallen aan. Een 11-jarig meisje in Coronie wordt systematisch misbruikt door mannen. De moeder zoekt al maanden hulp en smeekt bevoegde instanties om in te grijpen, omdat zij niet in staat is het probleem zelf op te lossen. Het kind loopt steeds weg van huis en heeft begeleiding nodig.
De mannen die zich aan het meisje vergrepen, werden pas opgepakt door de politie toen de radeloze moeder naar de media stapte.
De wens van de moeder is dat haar dochter voorlopig in een kindertehuis wordt opgenomen, zodat zij de nodige begeleiding krijgt van het Medisch Opvoedkundig Bureau.
Echter kan zij die begeleiding niet krijgen in Coronie en moet ze naar Paramaribo.
Drie weken zijn intussen verstreken en kan het meisje nog steeds niet worden geplaatst in een instelling in Paramaribo, ondanks diverse inspanningen van UMA en Stichting 1 voor 12 die de moeder in eerste instantie interviewde.
De kindertehuizen in Paramaribo die kindslachtoffers van seksueel geweld opvangen, zijn overvol en de enige instelling die wel voldoende ruimte heeft – een overschot aan ruimte zelf en in principe leeg staat– kan het meisje niet opvangen, vanwege een groot gebrek aan gekwalificeerd personeel en beveiliging. Gevreesd wordt dat het meisje voor problemen gaat zorgen, vanwege haar ‘wegloopgedrag’. Ook heeft men als policy – vanwege een eerder incident – dat per keer minstens twee kinderen worden opgevangen om te voorkomen dat het opgevangen kind zich eenzaam voelt en ‘zorgt voor problemen’.
Het desbetreffend kindertehuis heeft vaker bij de overheid aangeklopt voor personeel, echter zonder resultaat.
“Intussen is het meisje nog in Coronie, ze krijgt de begeleiding die ze nodig heeft niet, terwijl het juist de bedoeling is om haar voor enige tijd uit dat milieu te halen en te werken aan herstel,” zegt Mijnals, die dringend pleit voor een meer coherent opvangbeleid voor kinderen in nood.
Het tweede geval dat Mijnals aanhaalt, is het meisje van 6 jaar in Paramaribo dat volgens haar moeder seksueel zou zijn misbruikt. De dader is bekend bij de politie, maar vanwege een incident lijkt de zaak in de doofpot te zijn beland.
De zaak kreeg eerder deze week een andere wending toen de moeder van het slachtoffer besloot haar verhaal in de media te doen en ook nog haar dochter voor de camera liet vertellen wat haar overkwam.
Mijnals verwerpt de actie van de betrokkenen, maar wijst erop dat dit niet hoefde te gebeuren, indien de bevoegde instanties hun werk naar behoren deden. “Waarom moeten mensen eerst naar de media stappen, voordat er actie wordt ondernomen,” vraagt ze.
“De moeder is radeloos en is intens verdrietig. Waarom wordt er niet vanuit de politie met haar gecommuniceerd?”
Intussen heeft UMA contact gezocht met de moeder. Een psycholoog zal worden ingezet om haar en het kind te begeleiden. Gerechtelijke stappen worden ook overwogen.
Mijnals hekelt de terughoudendheid van de overheid, met name de autoriteiten die erop moeten toezien dat kinderen binnen de samenleving worden beschermt. Het wil soms er bijna op gaan lijken dat overheidsinstanties de bescherming van kindslachtoffers heeft overgelaten aan vrijwillige hulpverleners. Er moet iets gebeurd zijn, dan pas wordt er ingegrepen.
Uit internationale cijfers blijkt dat er in Suriname jaarlijks een alarmerend aantal van 70.000 kinderen mishandeld wordt waarbij ook seksueel misbruik plaatsvindt. Van deze 70.000 kinderen wordt slechts 0,6 procent op de Spoedeisende Hulp gezien! Een zeer alarmerende ontwikkeling!
Dat kwesties zoals seksueel misbruik bij kinderen plaatsvinden is al erg genoeg. Maar het feit dat je als slachtoffer terechtkomt in een molen van bureaucratie waarbij het eindproduct – gerechtigheid – niet wordt bereikt, is verschrikkelijk, benadrukt Mijnals. Deze weg kenmerkt zich door herhaalde mentale en soms fysieke trauma’s.
Volgens Mijnals zou seksueel geweld veel eerder bespreekbaar gemaakt moeten worden. Niet alleen op school, binnen buurtorganisaties en in de kerk, maar vooral ook thuis.
Mijnals: “Ouders moeten al over seksualiteit praten als hun kind nog jong is. Hoe sneller de ouder ermee begint, hoe normaler het wordt om erover te praten. Dat kan al als kinderen vier jaar oud zijn, op een lieve en zachte manier. Dan kan je een kind al uitleggen wat seksualiteit is en ze vertellen waar de grenzen liggen. Dit zal ook maken dat de kinderen assertiever zijn en eerder zullen vertellen wanneer iets mis is.”
Rond acht jaar moeten kinderen die basisinformatie eigenlijk al hebben, zowel de ‘technische’ kennis als praten over emoties en wederzijds respect, zegt Mijnals.
Zij pleit verder voor training van leerkrachten, crècheleidsters, kinderclubleidsters, verpleegsters, huisartsen, sportcoaches, politieambtenaren en andere strategische groepen die in contact komen met kinderen in het vroegtijdig herkennen van de signalen van geweld en hoe daarmee om te gaan, waardoor tijdig ingegrepen kan worden en erger kan worden voorkomen.
“Het gaat vaak om kwetsbare jongeren die al problemen thuis hebben. Die problemen vroeg signaleren is heel belangrijk en moet beter”, zegt Mijnals.
“Veel van de daders waren eerder zélf slachtoffer. Slachtofferschap gaat zo in je psychologische ontwikkeling zitten, dat je door kunt groeien naar het daderschap om te kunnen overleven. Een meisje dat slachtoffer werd, regelt vervolgens vriendinnen voor haar dader, bijvoorbeeld. Een jongen die slachtoffer was, misbruikt later ook minderjarigen.”
“Politie, Openbaar Ministerie, de overheid en maatschappelijke organisaties moeten concrete stappen maken richting aanpak, anders dreigen wij de strijd tegen seksueel misbruik van kinderen te verliezen.”
Sheila Mijnals
Voorzitter van UMA Empowerment Network en directeur van UMA Lawyers.