Laatst hoorde ik iemand een ander allerlei beledigingen naar het hoofd slingeren simpelweg omdat ze verschillende politieke meningen hadden. Hij wilde per se dat de ander moest denken als hem. Hij weigerde te zien dat de mening van de ander een verrijking kon zijn als hij het onderwerp vanuit een ander standpunt bekeek. Het leek zelfs alsof degene die schold er plezier in had om de ander te kwetsen en te beledigen. Toen iemand hem erop wees dat hij de grens van het fatsoen overtrad met zijn woordkeus, zei hij: “We leven in een democratie en dat betekent dat ik mag zeggen wat ik wil, vrije meningsuiting noemt men dat!”
In elke moderne en democratische samenleving is de vrijheid van meningsuiting een onomkeerbaar feit, die zwaar is bevochten door mensen als Mandela en Martin Luther King. Zij hebben hun stem gebruikt om tegen een autoritaire en discriminerende staat in opstand te komen. Sommigen hebben dat met de dood moeten bekopen, maar door hun moed kunnen wij tegenwoordig zeggen wat we willen.
Het probleem zit dus niet in de vrijheid van meningsuiting, maar in de manier waarop wij als burgers ermee omgaan. Het is onze burgerplicht om publiekelijk afstand te nemen van uitlatingen die iedere grens van fatsoen overschrijden. Het is verkeerd om je ogen te sluiten en doen alsof een belediging geen pijn doet. Of het nu om religie gaat of om uiterlijk, om minderheden, seksuele geaardheid, gehandicapten of om politieke verschillen. Iedere vorm van belediging is kwetsend voor mensen en daar horen wij als maatschappij afstand van te nemen, zonder iedere keer de ‘vrijheid van meningsuiting’ als excuus erbij te halen. We zijn verplicht om de grenzen van wat kan en wat niet kan te bewaken. Fatsoen en respect moeten prioriteit zijn in een samenleving.
Er zijn vele vormen van geweld en een ander beledigen of vernederen valt ook onder de noemer geweld. Dichtbij huis is er bijvoorbeeld vaak emotioneel geweld. Hetkan langzaam en bijna onzichtbaar een relatie binnensluipen. Het begint met af en toe een kwetsende opmerking of een beledigende uithaal naar de partner. Je komt terecht in een geestelijke geweldspiraal: je partner onderdrukt je op steeds meer manieren. Bijvoorbeeld door je te controleren en te bedreigen. Hij geniet ervan om je gebreken of tekortkomingen te benadrukken. Hij haalt je eigenwaarde naar beneden en je raakt ervan overtuigd dat je geluk hebt dat je überhaupt met hem een relatie mag hebben. Hij/ zij neemt zelden of nooit verantwoordelijkheid voor zijn/haar eigen fouten, maar schuift die af op jou. Zijn fouten zijn niet zo erg, maar de jouwe zijn groot. Je partner heeft geen respect voor jou. Hij/zij checkt stiekem je telefoon en gaat ongevraagd door je privéspullen om zeker te weten dat hij/zij werkelijk alles van je weet. Als hij zijn zin niet krijgt, krijg je ‘de stiltebehandeling’. Je wordt genegeerd en er wordt niet meer tegen je gesproken. Hij maakt je geestelijk kapot.
Hoewel mensen hier middenin zitten, herkennen ze dit emotionele geweld vaak niet. Anderen denken zelfs dat het niet bestaat, dat je iemand enkel lichamelijk kan mishandelen. Niets is minder waar. Een partner kan emotioneel geweld gebruiken als instrument om de ander te controleren en te domineren. In tegenstelling tot fysiek geweld, zijn de gevolgen niet altijd zichtbaar. Emotioneel misbruik kan diepe wonden of zelfs trauma’s nalaten. Emotioneel geweld is erg schadelijk voor je zelfvertrouwen als je er dagelijks het slachtoffer van bent. Alleen een sterke persoonlijkheid kan hieruit geraken.
Situationeel geweld is periodiek en kan plots de kop opsteken door frustratie, teleurstelling of woede. Men scheldt, vernedert en beledigt en is continu op zoek naar manieren om het slachtoffer op de pijnbank te leggen. Men kan emotioneel gewelddadig bezig zijn door verbale aanvallen (onder het mom van vrije meningsuiting) te plegen. Bijvoorbeeld een bepaalde parlementariër gebruikt continu deze vorm van emotioneel geweld tegen de president. Gelukkig weet de president hiermee om te gaan en raakt hij niet gevangen in het ziekelijke machtsspel van de pleger.
Voor sommige mensen die psychisch geweld gebruiken, kan als excuus worden gebruikt dat ze lijden aan een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Maar anderen doen het gewoon uit frustratie, jaloezie of woede. Ze reageren zich dan af op een ander. Men kan ze niet stoppen. Wat we echter wel kunnen doen, is onszelf hiertegen beschermen.
Je moet proberen om de ander emotioneel op afstand te houden. Met deze houding toon jij geen sympathie of antipathie, maar een gelijkmoedige afstandelijkheid. Door deze houding geef je de ander zo min mogelijk verdere aanleiding om jou verbaal pijnlijk te raken. Niet jij doet de emotioneel-ongezonde persoon dit aan, maar hij doet het zichzelf aan. Deze persoon heeft het jou, met het verstoorde gedrag, onmogelijk gemaakt om een gezonde relatie te kunnen onderhouden met hem of haar.
Een emotioneel-ongezond persoon kan niet omgaan met een empathische benadering. Daar heeft hij/zij helaas de innerlijke draagkracht niet voor; hij beschouwt jouw empathie, het tonen van emoties en behoefte aan harmonie als een zwakte en zal er (onbewust) misbruik van willen maken. Zo’n persoon begrijpt de draagwijdte van wat hij/zij zegt niet. Hij is een papegaai met aangeleerde woorden.
Blijf beleefd, ga niet dreigen en laat je niet uitdagen door zo’n emotioneel-ongezonde persoon. Neem altijd de eervolle uitweg. Dit heeft de president tot nu toe ook gedaan tegen al dat verbale geweld.
“Vrijheid van meningsuiting is geen vrijbrief om te liegen, te belasteren, te vernederen of aan te zetten tot haat.”
Josta Vaseur