Door de minister van Justitie en Politie is bij de Mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties uitleg gegeven over de mensenrechtenpositie van Suriname. Suriname heeft vorig jaar gerapporteerd over de naleving van de mensenrechten in het land. In maart vond de verdere bespreking plaats van de antwoorden gegeven door Suriname. Er waren aanbevelingen geformuleerd voor Suriname die bij de volgende rapportage weer zullen worden getoetst. Opmerkelijk in de presentatie van de minister is dat hij zich slechts beperkt heeft tot bepaalde ministeries en vorderingen op andere ministeries ook niet in het algemeen heeft aangeroerd en benadrukt.
Suriname in elk geval de geformuleerde aanbevelingen accepteren en heeft de meeste van de gedane aanbevelingen wel geaccepteerd. Dat betekent dus dat de Surinaamse regering wel ruimte laat voor kritiek en accepteert dat er verbeteringen moeten plaatsvinden aan de situatie van bijvoorbeeld groepen en schendingen. Een van de punten betreft de kinderarmoede. De Surinaamse regering moet meer aandacht en budget besteden aan het tegengaan van kinderarmoede. Dat kan door het bedrag van kinderbijslag te verhogen, maar ook door kindgerelateerde activiteiten te financieren. We denken ook aan subsidies die het bezoeken van en het presteren op school moeten bevorderen. Uit de internationale berichtgeving blijkt dat er in de mensenrechtencommissie er waardering is van de inspanningen om gendergelijkheid te bevorderen. De inspanningen van Suriname om schadelijke praktijken te bestrijden, waaronder het verhogen van de minimumleeftijd voor het huwelijk, werden geprezen. In deze context kunnen ook worden genoemd de wetten die nu in DNA worden behandeld om gelijke behandeling op de arbeidsmarkt te bevorderen. En om geweld en seksuele intimidatie op de werkplek tegen te gaan. De wet is nog niet aangenomen en er komen al gevallen en aangiftes naar boven drijven. De toename van gendergerelateerd geweld In Suriname is volgens de mensenrechtencommissie zorgwekkend. Aanbevolen is dat de regering doortastende maatregelen moet nemen om de capaciteit van het gerechtelijk apparaat te versterken om vrouwen toegang te geven tot de rechter. Dat betekent dus dat Surinaamse vrouwen de middelen niet hebben om naar de rechter te gaan om op te komen voor hun rechten. De VN is ook van mening dat het leiderschap van vrouwen bevorderd moet worden. Dat betekent dus dat in Suriname vrouwen meer in leiderschapsposities moeten komen. Maar dat betekent dan ook dat vrouwen niet onevenredig de lasten van het moederschap, het getrouwd zijn en het behoren tot een gezin moeten dragen. Suriname heeft enige vooruitgang geboekt in de richting van een genderrechtvaardige en geweldvrije samenleving, vindt de VN-commissie. Maar de vooruitgang was te traag en te weinig. De VN vindt dat er belangrijke belemmeringen zijn op het gebied van bijvoorbeeld de wetgeving die inbreuk maakten op de rechten van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders plus personen (LGBT+) en hun recht op een gezinsleven. Daarom zal het een vooruitgang zijn als in de wet over discriminatie op de werkplek er specifieke verwijzingen komen naar de bescherming van deze groep van burgers in Suriname. Er zijn eerder in DNA door DNA-leden heel kwetsende opmerkingen gemaakt naar deze groep. Onder andere was beweerd dat deze groep een afwijking had en dat is in strijd met de mensenrechten die de wereldgemeenschap met elkaar is overeengekomen.
De mensenrechtencommissie vindt het al goed dat er een breed onderwijssysteem is in het land, met gratis leerplicht tot 12 jaar. Maar wij denken dat er een kritischere houding moet zijn naar onderwijs toe. Het moet landelijk op hetzelfde niveau waarbij geen enkel kind wordt overgeslagen. Plus moet het systeem niet blijven steken op 12 jaar, want internationaal moeten we gaan naar 16 jaar. Tot die leeftijd moet het onderwijs gratis zijn. De VN erkent wel dat Suriname moet investeren in zijn jongeren om ervoor te zorgen dat het zijn ontwikkelingsdoelen bereikt. Die investeringen zijn niet genoeg. Het moet ook investeren in het terugdringen van het moedersterftecijfer en het bieden van ruimere toegang tot reproductieve gezondheidsdiensten. Er moet ook breder beleid komen ter bestrijding van discriminatie van vrouwen en meisjes.
Nationaal zijn we niet tevreden, maar internationaal is er lof over het gezondheidssysteem, dat financiële hulp zou bieden aan gezinnen en kwetsbare groepen. We hopen dat de internationale organisatie op de hoogte is van de gezondheidssituatie in het land. Die zou niet al te rooskleurig zijn met gebrekkige hospitalen die hun personeel niet kunnen betalen, gebrekkige medicijnen en het steeds meer uit eigen zak betalen voor ingrepen en medicijnen door de verzekerde. In het binnenland is het nog steeds een particuliere stichting die de gezondheidszorg doet. Bovendien zijn de gezondheidsinstellingen geconcentreerd in het stedelijk gebied. Mensen overlijden op weg naar de eerste hulp en het ziekenhuis.
De VN gaat verder uit van een klimaatcrisis in Suriname. Dat onderkennen Surinaamse regeerders en beleidsmakers nog niet. De VN beveelt Suriname aan om technische bijstand en ondersteuning voor capaciteitsopbouw te zoeken om te werken aan het redden van Suriname en de beperking van schade.