Een boos en opstandig kind hoort erbij. Bij peuters is het een belangrijke fase in de ontwikkeling van hun persoonlijkheid. Dit zegt kind-en jeugdpsycholoog, Juljo Cruden. Volgens hem kunnen boosheid en driftigheid tussen de 2-5 jaar wat vaker voorkomen. Maar, tegelijkertijd geeft hij aan dat deze felheid naarmate het kind ouder wordt vanzelf weer afneemt.
Gedragsproblemen door persoonlijkheidsontwikkeling
“Het komt allemaal door persoonlijkheidsontwikkeling welke tot stand komt (de eigen wil) en de behoefte om dit te laten zien wordt groter. Jammer genoeg lukt het kinderen vaak nog niet om dit zelf in woorden uit te leggen, omdat ze er qua denken of doen er nog niet toe in staat zijn. Dit zorgt voor een hoop frustratie. Wanneer de aanvallen zeer vaak voorkomen, wanneer het kind niet zelf of met een beetje hulp tot rust kan komen of wanneer ze langer aanhouden dan gezien de leeftijd passend is, dan ontstaan er zorgen. Zowel thuis als op school wordt het moeilijker het kind te begrijpen en het schoolwerk en de sociale contacten gaan lijden onder de gedragsproblemen.”
Verschil tussen een gedragsprobleem en gedragsstoornis
Cruden legt uit, dat er een verschil is tussen een gedragsprobleem en een gedragsstoornis. “Bij gedragsproblemen is het belangrijk te kijken naar de ontwikkeling van het kind (taal, motoriek, intelligentie bijvoorbeeld) en de omgeving van het kind (gezin, school, vrienden). Zijn er redenen waarom het kind niet kan uitvoeren/duidelijk maken wat hij/zij wil? Is het in staat contact aan te gaan en te onderhouden met andere kinderen? Spelen de problemen zich in alle sociale situaties af? Allereerst moet er gekeken worden of er knelpunten zijn die opgelost kunnen worden zodat het kind weer lekker in zijn vel komt te zitten.”
Wanneer de gedragsproblemen, met enige mate van ondersteuning, niet opgelost kunnen worden, zou het kunnen zijn dat er sprake is van een gedragsstoornis, stelt Cruden. “Kinderen met gedragsstoornissen laten drie vormen van ongewenst gedrag zien: oppositioneel (opstandig) gedrag, antisociaal gedrag en agressief gedrag.”
Rol van ouders bij gedragsproblemen
“Ouders kunnen zich goed laten informeren en ook in de gaten houden hoe het zit met het gedrag van hun kind. Zodat ze daar adequaat op kunnen reageren.” Volgens de psycholoog speelt de manier waarop ouders reageren op het gedrag van hun kind, een belangrijke rol in het ontstaan en in stand houden van gedragsproblemen. Geven ouders toe aan dwingend of agressief gedrag, dan houden ze dit gedrag in stand. Ze belonen het ongewenste gedrag. Volgens Cruden is het voor ouders belangrijk innerlijke rust te hebben, een goed humeur en een positieve houding. “Ook is het belangrijk – als je samen bent – om elkaar te steunen en het met elkaar eens te zijn. Het kind een sociale vaardigheden training laten volgen kan ook heel handig zijn.”
Cruden zegt verder, dat ouders voor extra hulp van een professional, het best bij een orthopedagoog terecht kunnen. Die coachen namelijk ouders met betrekking tot de opvoeding. “Een kind- en jeugdpsycholoog kan ook wat met ouderbegeleiding, maar meestal weten orthopedagogen er toch meer van”, stelt Cruden.
SK