Door de regering en de overheidsbonden is en overeenstemming bereikt voor aanpassing van de salarissen voor dit jaar. In het Tripartiet Akkoord zijn over dit punt een overeenkomst bereikt tussen de tripartiete partners. Het gaat om loonsverhogingen variërende van 15 tot 25% met een gemiddelde van 20%. De twk grijpt terug naar januari 2022. Opmerkelijk hierbij is dat men steeds de particulieren vergeet. Wat gaat er in deze sector gebeuren? Zullen de werkgevers de verhogingen kunnen betalen? Men zegt dat de private sector de motor is van de economie, maar daar wordt weinig van gemerkt. De kritiek is dat het steeds gaat om politiek behoud. Van de ambtenarij gaat de dreiging uit dat die massaal kunnen staken …en een regering op hun knieën kunnen dwingen. Er is dwang en er is daardoor een angst.
De verhogingen staan niet in verhouding tot de prijsverhogingen en de ontwaarding van de koopkracht. Maar er spelen hier 2 zaken. Ten eerste heeft Suriname een zeer omvangrijke aantal overheidswerknemers. Het vormt ca 25% van de actieve beroepsbevolking. Daarnaast is de productiviteit van de ambtenarij zeer laag. Een behoorlijk deel heeft geen werk om te doen, maar moet toch ergens een presentie tekenen en zich ergens ophouden en doen alsof men werkt. Een groot deel is blij dat men niets heeft te doen, een ander groot deel heeft wel wat te doen maar is liever lui dan moe. Een heel klein deel is competent en bereid om te werken. Deze mensen moeten werken voor gemiddeld 4-5 collega’s of ondergeschikten die niet in staat en/of niet bereid zijn te werken voor hun salaris, maar ze staan wel op de betaalrol van de overheid. Deze kleine slimme groep is zwaar overwerkt maar wordt evenveel betaald als collega’s. Behalve oververmoeidheid speelt dan demotivatie en ontevredenheid. Al met al is de productiviteit laag. Gezegd wordt dat Suriname informeel een werkloosheidsuitkering kent. Deze wordt uitbetaald aan degenen die het kunnen klaarspelen om in overheidsdienst te komen. Er is ook een grote en groter wordende informele sector waarop de regering geen grip heeft en grip wil hebben. De omvang van de informele sector geeft een indicatie van de sterkte van de overheid; hoe zwakker de overheid hoe groter de informele sector. Wat zal er gebeuren met de lonen in de informele sector?
Er zijn geluiden dat een public sector reform programma weer zal worden uitgevoerd. Zo een programma is al in de periode van Biza-minister Joella uitgevoerd. De regering had de durf niet om met in het vooruitzicht de verkiezingen van 2005, om de bevindingen van het rapport door te voeren. Het zou leiden tot verlies van stemmen. In het MOP staat dat door de decennia heen de Surinaamse overheid een buitenproportioneel aandeel verworven heeft in de samenleving. Dit had als gevolg het ongebreideld in dienst nemen van personeel, maar ook door te opereren als (grote) speler in diverse sectoren. Het gevolg hiervan is een scheeftrekking van sectoren, oneerlijke concurrentie, inefficiency binnen de overheid, verspilling van staatsmiddelen en human capital, en politiek misbruik. In het MOP staat dat een ernstig punt is het middenkader op ministeries, dat aan de ene kant onder druk wordt gezet door de leiding om zaken gerealiseerd te krijgen, maar aan de andere kant moet opereren met nauwelijks geschikt lager kader. Met dan ook nog eens een wirwar aan bureaucratie, diverse agenda’s, onduidelijke of ontbrekende processen, procedures en verantwoordelijkheden, frequent wisselende leiding (al dan niet competent), en lage salarissen. Daardoor is dit (presterend deel van het) middenkader genoodzaakt om lange dagen te maken om toch nog wat te kunnen realiseren. Dan is het goed voor te stellen dat dit middenkader vaak genoeg gedemotiveerd is en op den duur taakgericht wordt. En de eerste kans meteen aangrijpt om elders te werken. Ook voor de top van een ministerie moet het niet makkelijk zijn om op een dergelijke manier te werken, getuige ook het laag percentage van de kapitaalsuitgaven op de begroting dat ook daadwerkelijk gerealiseerd wordt, namelijk ver onder de 10 %. Er wordt vaak gesproken in dit kader over “Public Sector Reform” (PSR), waarbij de focus vaak ligt op vermindering van het aantal ambtenaren omdat dat de begroting helemaal scheef trekt. In het voorgaande komt echter duidelijk naar voren dat veel meer nodig is dan afvloeiing alleen. Dat staat allemaal in het MOP.
In het Tripartiet Akkoord staat een enigszins andere benadering. De overheid is in Suriname de grootste individuele werkgever, maar het overheidsapparaat werkt niet altijd efficiënt, naast de druk die uitgaat van een teveel aan in dienst genomen personen, staat vermeld. De kosten van het overheidsapparaat zijn daardoor zodanig hoog, dat er steeds problemen zijn met de financiering hiervan, waarbij de financiering van de bestaande personele lasten voorrang krijgen boven noodzakelijke materiele faciliteiten en onderhoudskosten. In het belang van een meer efficiënte overheid zal in 2022 een Public Sector Reform programma worden uitgevoerd. En nu komt het… in eerste fase moeten personen vrijwillig kunnen uittreden bijv. via vervroegd pensioen. In tweede fase zal er een programma worden ontwikkeld om personen over te hevelen naar de particuliere sector. Daarbij zal een aantal voorzieningen worden getroffen en belangstellenden via om-, her-, en bijscholing kunnen worden klaargemaakt voor de nieuwe betrekking. De sociale partners ondersteunen Public Sector Reform programma, waarbij in de tweede fase tripartiet overleg vereist is om te komen tot een werkbaar programma, mede gericht op de verhoging van de arbeidsproductiviteit en kwaliteit van de dienstverlening bij de overheid. Nu is er wel een vrees dat de verhogingen heel snel achterhaald zullen worden door ongebreidelde prijsstijgingen waartegen de consument geen middelen wil inzetten. We kunnen lonen blijven verhogen, maar het blijft dweilen met de kraan open als aan de arbeidsproductiviteit niets wordt gedaan. En die productiviteit is superlaag bij de overheid.