De president van de Republiek Suriname heef bij de Nieuwjaarslezing van de vereniging van Economisten in Suriname enkele belangrijke mededelingen gedaan. Ook stond hij stil bij enkele markante punten. We laten die punten even hier de revue passeren. Ten eerste vinden wij interessant het advies van de president aan de VES: de organisatie moet meer contact onderhouden met de economische- en beleidsdeskundigen en ook met bestuurders. De president gaf aan dat voor calamiteiten als covid-19 er nergens een blueprint en roadmap beschikbaar was. Maar in zijn geheel klopt dat dus niet: er zijn veel modellen hoe te handelen in tijden van rampen de zware economische en sociale impact hebben. Ze zijn ook in internationale standaarden vervat en daarmee zijn er genoeg handvaten om vernietiging van de samenleving te voorkomen. Minder interessant werd de president toen hij het had het ‘what if’ scenario ‘indien het beleid van de vorige regering zou worden voortgezet’. Die fase zijn we na juli 2021 allang voorbij, niet interessant dus en ook net relevant. En dat geldt dus ook over verhalen over het met moeite uitzoeken van de schulden. Wat dat betekent dat de politici van de huidige coalitie hun werk niet hebben gedaan om goed op te hoogte te blijven over de staat van de economie.
Berekeningsmodellen zouden aangeven dat de dollarkoers dan zouden gaan naar SRD 52 en zelfs SRD 199. Over deze projecties zullen economen zich uiteindelijk uitspreken. Soortgelijke uitspraken deed de president ook over de inflatie, maar daar heeft de president eigenlijk erkend dat gewijzigd beleid zware inflatie niet heeft kunnen voorkomen. Het gevolg is de zware ontevredenheid bij de gemiddelde burger over de kosten van levensonderhoud. werden. Opmerkelijk is dat de president aangeeft dat wij de op één na hoogste schuldenratio’s in de wereld hebben. Dat dus tegenover Guyana die de hoogste economische groei van de wereld noteert. De president had het over ‘ruime deviezenreserves, die in 2010 waren achtergelaten’ die werden opgemaakt. Maar kunnen we echt praten van ruime deviezenreserves. Daarvan is sprake bijvoorbeeld als de reserves 50 maanden van import kunnen dekken. Was er daarvan wel sprake? In elk geval was het lange verhaal van de schulden niets nieuws meer en niet meer geschikt voor een VES-lezing in 2022. Want wat de president na zijn leningenverhaal presenteerde…waren weer nieuwe leningen. Dat terwijl hij eerder aangaf dat het sluiten van leningen niet meer dringend noodzakelijk was door maatregelen, rationalisaties, bezuinigen en besparingen. Er zijn in de lezing de hoofdlijnen van het herstelbeleid gepresenteerd. Dat is goed om zo op een rijtje te hebben, maar we hebben zeker iets meer aan concrete streefcijfers. Zo wordt gezegd dat de internationale reserves, zullen worden versterkt, maar wat is dan het streven? Corruptie zal worden aangepakt zei de president, maar er zijn geen concrete (populaire) maatregelen aangekondigd. Er zijn indirecte maatregelen aangekondigd maar het effect zal niet verifieerbaar zijn. Heel gepast was de typering van het heden: de wisselkoers is stabiel, de deviezenreserve wordt opgebouwd, de begroting is beter in balans, de dreiging, dat de banken zouden omvallen, is gekeerd, en het vertrouwen neemt weer toe. Maar wat we willen zijn de projecties en de toekomstparameters. Bijvoorbeeld: hoeveel banen zullen minimaal in 5 jaar worden gecreëerd? Hoeveel huizen zal de regering voor verschillende inkomensniveaus aan het volk aanbieden? Hoe zal in percentages over 10 jaar het drop-outs probleem worden aangepakt en hoe zal de 4% academici en hbo, gebracht worden naar bijvoorbeeld 10%. Hoeveel jongeren op vos-niveau zullen in aanmerking kunnen komen voor een studieondersteuning zodat ze hun school afmaken? Hoe zal de brain drain worden tegengegaan? De grootste uitdaging, voor de komende periode is, om de economische groei te stimuleren, zodat de inkomsten toenemen, en de lonen omhooggaan, is gezegd. Terecht, maar de regering moet beseffen dat lonen niet zomaar omhooggaan met meet productie, in elk geval niet in de private sector. De lonen gaan omhoog door een verhoogde productiviteit. En wat zijn dan de plannen om bijvoorbeeld de arbeidsproductiviteit in Suriname te verhogen? De president gaf aan dat in ‘deze her-balanceringsfase van de economie, maken zowel de exporten als de importen, significante groei mee’. ‘De exporten, niet alleen vanwege de mijnbouw, maar zeker ook, vanuit de bekende binnenlandse sectoren, z.a. hout, visserij en landbouw’ zullen toenemen, maar het is onduidelijk hoe dat zal geschieden. Hoeveel bedrijven komen erbij? Hoeveel bedrijven zullen hun exporten aanvangen of uitbreiden? Komt er ook industrialisatie en waardetoevoeging bijkijken? Het zijn beweringen die niet gedekt zijn met bewijs. De huidige coalitie staat positief tegenover het particulier initiatief: zowel het binnenlands als buitenlands bedrijfsleven krijgen ruimte voor het opzetten van bedrijven. En terecht: die ruimte heeft toch altijd bestaan? Er is gesproken over het “verbeteren van het ondernemers- en investeringsklimaat”, maar er zijn geen concrete maatregelen genoemd. Het lijkt alsof de regering van Suriname Business Forum verwacht dat die deze maatregelen zal voorstellen of treffen. Dat is dan wel een passieve houding van het ministerie van EZ. Interessant is de aankondiging van weer een organisatie naast Investsur: de Suriname Investment and Trade Agency (SITA). SITA is belast met de promotie van het Surinaamse product, en met het bevorderen van investeringen, en regardeert onder het Ministerie van Bibis. We kijken hier uit naar concrete wapenfeiten. Wat is dan de rol van Investsur? En van de nieuw NV die in de plaats van Surfin NV? De vraag is ook waarom bij investeringen steeds Bibis wordt betrokken en EZ nergens te zien is. We gaan morgen verder in op andere punten uit de lezing van de president voor VES.