President Chandrikapersad Santokhi is donderdagmiddag met een KLM-vlucht teruggekeerd vanuit Schotland in Suriname. De president werd ontvangen door onder andere waarnemend-president de vicepresident Ronnie Brunswijk, Assembleevoorzitter Marinus Bee en enkele ministers. De president werd met het gebruikelijke ceremonieel verwelkomd onder donkere wolken en met oog op een uitgerolde rode loper die de vliegtuigtrap niet wist eens te bereiken. Op het beton van de landingsbaan bracht president Santokhi zijn groet aan de aanwezige leden van gewapende machten.
Samen met de president waren meegereisd naar Glasgow de First Lady, minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking, minister Armand Achaibersing van Financiën & Planning en minister Silvano Tjon-Ahin van Ruimtelijke Ordening en Milieu. De delegatie heeft Suriname vertegenwoordigd bij de VN Klimaattop COP 26.
Het staatshoofd stelde in zijn toespraak, dat de wereld Suriname moet steunen voor het behouden van ons bos en biodiversiteit. Hij zei ook dat alle goede bedoelingen minder of niets zullen betekenen als ze niet worden ondersteund door nieuwe concessionele financiering. We verwachten dezelfde inzet van iedereen, aldus de president. Ook andere wereldleiders hebben de top toegesproken.
Hij zei verder onder andere: “We hopen dat de wereld onze inspanningen erkent en ons steunt, terwijl we een nieuwe architectuur van groene ontwikkeling creëren, waar natuur en moderne ontwikkeling in harmonie bestaan. Suriname blijft zich inzetten voor de Klimaat-Overeenkomst van Parijs en zal met zijn beperkte middelen onze bossen en biodiversiteit op een positieve en evenwichtige manier blijven beschermen, behouden en onderhouden. We verwachten dezelfde inzet van iedereen die hier vandaag aanwezig is, en van degenen die er niet zijn. Onze beslissingen en toezeggingen moeten mondiaal, krachtig, betrouwbaar, maar vooral realistisch zijn en worden ondersteund door politieke wil en financiële middelen.”
De president besloot zijn toespraak, die overigens dinsdagochtend vroeg werd gehouden in een bijna geheel lege zaal, met de woorden: “Leiders, onze jeugd wacht om te zien wat we besluiten om een veilige en duurzame toekomst te creëren, en wat we hen achterlaten om op voort te bouwen. Ongetwijfeld een enorme taak, maar we zijn het aan deze en volgende generaties verplicht, en met collectieve wil kunnen we de wereld redden.”