Bij koopkrachtversterking behoren ambtenaren vaak tot de groep die automatisch meeliften. Een extra tegemoetkoming voor deze groep binnen de samenleving is hard nodig in deze moeilijke tijd. Vanuit de particuliere sector wordt vaker de vraag gesteld “en hoe zit het met ons?”. Ook deze zeer belangrijke groep kan de extra SRD’s goed gebruiken, zoals zij de redactie van Dagblad Suriname geregeld laat weten.
Zo vraagt een onderneemster zich af of bij een aanstaande meevaller de ondernemers ook een graantje zullen meepikken. Over deze vraag zegt econoom Sherida Mormon dat het ‘bijna’ een klap in het gezicht zou zijn wanneer aan de particuliere sector voorbij wordt gegaan. “Ondernemers, met name die in de toerismebranche met veel schulden, kunnen niet schuiven met gelden waardoor faillissementen een reële dreiging zijn. Bij de overheid is er wellicht nog sprake van een lange rek, bedrijven hebben die mogelijkheid niet”, reageert Mormon.
Het idee van koopkrachtversterking is kennelijk om over meer geld te beschikken om te besteden. “In Suriname zien wij het effect, dat alle andere prijzen waar het bedrijfsleven ook van afhankelijk is omhoog gaan”, merkt de econoom op. Bedrijven die afhankelijk zijn van inkoop zullen ook hun kostprijs omhoog zien gaan. Naast kosten voor basisgoederen stijgen ook de nutsvoorzieningen en de telefoonkosten. Ook het personeel zal meer geld vragen. Wat hun goed recht is. Aan de andere is ook omzetbelasting verhoogd.”
Mormon is voorstander van meer produceren. Dit zou gelijke tred moeten houden met het idee van mensen meer laten verdienen. Zij wijst erop, dat er een balans moet zijn tussen het aantal ambtenaren en de diensten die geproduceerd worden. “Iedereen moet meer kunnen verdienen en de toegepaste methode zou duurzaam moeten zijn.” Zij verduidelijkt te begrijpen dat mensen meer moeten verdienen. Hiervan zou pas sprake zijn wanneer het land meer gaat verdienen. Dit kan alleen als de productie en export toenemen.
Gezonde bedrijven zijn nodig, dit om ook het aantal werklozen niet verder te laten oplopen. Daarbij kan een efficiënter overheidsbeleid goed van pas komen, onder meer door meer te faciliteren in de productiesector. “Koopkrachtversterking is een zoethoudertje met een niet duurzame impact.”
Ze begrijpt aan de andere kant ook het dilemma van de regering die veel op microniveau zaken moet oplossen. Zij besluit door te stellen, dat alleen koopkrachtversterking niet de oplossing is voor Suriname, vanwege de verhogende effecten op de andere componenten binnen de economie, zoals de eerder aangehaalde salariskosten van medewerkers.
RB