Met de vondst van olie en gas voor de kust is ook de koude oorlog tussen de twee grootste wereld economische machten, te weten de VS en China vlak aan Suriname’s voordeur belandt.
De eerste “echte schoten” in Suriname in de koude oorlog tussen de twee wereldmogendheden vielen tijdens het bezoek van de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Mike Pompeo in september vorig jaar aan Suriname. Met het oog op de te verwachten economische boom vanwege de olie- en gasvondsten vroeg Pompeo openlijk aan de Surinaamse regering om Amerikaanse bedrijven te prefereren boven Chinese investeerders. “Wij komen onze contracten na en doen niet aan roofkapitalisme”, zei Mike Pompeo. Hij zei dat aan investeringen van China altijd kosten verbonden zijn.
De Chinese regering was ziedend. Het diende via een verklaring van de Chinese ambassade in Paramaribo Pompeo van repliek door hem op te roepen te stoppen met arrogantie en vooroordelen, laster en het verspreiden van geruchten over China. “Onder het mom van democratie en mensenrechten valt Pompeo ongegrond ons land aan”, luidde de verklaring van de Chinese ambassade met daarin verder de boodschap: “Elke poging om onenigheid te zaaien tussen Suriname en China is gedoemd te mislukken.” De strijd om economisch steviger voet aan de grond te krijgen in Suriname is losgebroken.
Nieuwe koude oorlog
De VS en China zijn thans in een nieuwe koude oorlog verwikkeld die volgens verschillende internationale analisten veel schadelijker zou kunnen zijn voor de wereld in vergelijking met de geopolitieke strijd tussen de VS en de toenmalige Sovjet-Unie aan het einde van de Tweede Wereldoorlog van de vorige eeuw. Het verschil met de koude oorlog toen is dat nu de VS en China onderling van elkaar afhankelijk zijn. De koude oorlog toen tussen de VS en de Sovjet-Unie was primair gericht op geopolitieke invloeden. De rivaliteit thans tussen de VS en China gaat nu niet alleen om geopolitieke invloeden, maar wordt vooral gedreven door handel, financiële stroom en technologische dominantie: economische macht en invloed dus. Er wordt niet zozeer meer gesproken over geopolitieke spanningen, maar van geo-economische spanningen.
De betrekkingen tussen de VS en China zijn verslechterd tot het slechtste in decennia sinds president Donald Trump aantrad in 2017. De twee landen hebben elkaar sinds 2018 een reeks nieuwe tarieven opgelegd, die escaleerde in een schadelijke handelsoorlog die zich naar andere gebieden verspreidde, zoals technologie en financiën. De hetze in de wereld van de VS tegen de door China ontwikkelde G-5 technologie en tegen de Chinese telecomgigant Huawei moeten bezien worden tegen de achtergrond van de “koude oorlog” tussen de beide landen. De geo-economische spanningen nemen steeds meer systematische vormen aan en lijkt de richting op te gaan waarbij de winnaar alles krijgt. Het beleid van voormalig president Trump was erop gericht om landen in de wereld te dwingen partij te kiezen.
Met de huidige Amerikaanse president Joe Biden lijkt vooralsnog daarin geen verandering te zullen komen. In december 2020 heeft het Amerikaans Congres een wet aangenomen die buitenlandse bedrijven verplicht om zich te onderwerpen aan Amerikaanse audits, willen ze toegang blijven hebben tot de Amerikaanse aandelen- en geldmarkten. Hoewel de wet geldt voor alle buitenlandse bedrijven, is het duidelijk dat Chinese bedrijven het doelwit ervan zijn. Voormalig president Trump had ook een beleid richting de internationale financiële instituten zoals de Wereldbank en het IMF, Internationaal Monetair Fonds. Die kregen de instructie om het verstrekkingen van leningen aan landen erop bedacht te zijn dat daarmee via andere indirecte omwegen geld naar China stroomt.
Spanningen lopen op
Twee jaar geleden namen de spanningen tussen de VS en China een andere wending toen de regering Trump Beijing de schuld gaf van het niet eerder waarschuwen van de wereld voor de pandemie van het coronavirus en het verbergen van de omvang van de uitbraak. Peking heeft die beschuldigingen verworpen.
Washington haalde ook uit naar Beijing voor het uithollen van de vrijheid van Hong Kong , een semi autonoom Chinees gebied dat een speciale handelsrelatie heeft met de VS.
Dezer dagen laaien de spanningen tussen de twee wereld grootmachten weer heel hoog op, naar aanleiding van de oproep van de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken aan lidlanden van de Verenigde Naties (VN) om Taiwan een grotere rol te geven binnen de wereldorganisatie. China reageerde fel en zei, dat Taiwan geen recht heeft om lid te worden van de VN. Alleen soevereine staten kunnen lid worden, en Taiwan is dat niet. “Taiwan is deel van China”, zegt het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken. De retoriek tussen beide landen escaleerde toen president Joe Biden op een vraag van de pers zei, dat de VS Taiwan militair te hulp zal schieten indien het door China wordt aangevallen. China reageerde daarop “al het nodige te zullen doen om haar soevereiniteit en territoriale integriteit te beschermen”. Taiwan heet officieel Republiek China. China beschouwt Taiwan als deel van haar grondgebied en is internationaal inzet van de zogeheten “One China” politiek. Goede samenwerkingsverbanden met China zijn slechts mogelijk indien landen het “One China” politiek onderschrijven. In haar buitenlands beleid onderschrijft Suriname de “One China” politiek.
China’s invloed in Caribisch gebied
De invloed van China in het Caribisch gebied is de laatste jaren flink toegenomen. Invloedrijke Caricom-landen zoals Jamaica, Barbados, Trinidad & Tobago, Guyana en Suriname hebben de laatste jaren de samenwerkingsbanden met China stevig aangehaald. Deze Caricom-landen onderschrijven het zogeheten Chinese “Belt and Road Initiative”, een programma gericht om de aanleg van wegen en andere infrastructurele werken in landen over de hele wereld. De grondgedachte hierachter is het faciliteren van handel naar analogie van de zogeheten “silk route” uit de Chinese geschiedenis. Tijdens het bezoek van voormalig president Bouterse in 2019 aan China heeft Suriname zich achter de “Belt and Road Initiative” geschaard. De ontvangst van de toenmalige president door de Chinese president Xi Jinping met alle bijhorende ceremonieel sprak boekdelen. Voor China is Suriname in economische zin strategisch een heel belangrijk land. Er is tijdens het bezoek van president Bouterse een aantal samenwerkingsovereenkomsten getekend op het gebied van politieke samenwerking, infrastructuur, sport, veiligheid, volksgezondheid en handel. Beide presidenten spraken van een strategische samenwerking. Wellicht zullen achter de schermen nog meerdere strategische zaken besproken zijn, dan op papier is overeengekomen. Tijdens het bezoek was toen nog niet bekend dat er olie en gas zijn ontdekt voor de kust, maar een ieder in de wereld wist dat de vondsten een kwestie van tijd waren.
Aan de neus voorbij
Met de zeer agressieve en openlijke “push” van de VS om, met het oog op de grote ontwikkelingen in de olie- en gasindustrie, meer en steviger economische voet aan de grond te krijgen in Suriname, begint bij China het onderbuik gevoel te bekruipen dat haar mogelijkheden voor economische voordelen in Suriname onder druk zal komen, zo die niet reeds onder druk staat. De oliegiganten Total/Apache in Suriname en Exxon Mobil in Guyana zijn in elk geval geen Chinese bedrijven. De oproep van de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse zaken aan de Surinaamse regering om Amerikaanse investeerders te verkiezen boven Chinese investeerders was diplomatiek gezien grof, maar wel duidelijk. De komst van American Airlines in Suriname getuigt van “no-nonsense” richting China. De inzet van de Amerikaanse regering in haar benadering naar Suriname (en Guyana) toe is helder en duidelijk: een grotere economische invloed van China wordt niet geduld.
Suriname als klein land wil met beide landen goede samenwerkingsbanden onderhouden. Volgens president Chandrikapersad Santokhi is het voor Suriname geen kwestie van keuze. Zeer terecht zegt hij dat.
Met China onderhoudt Suriname sedert de onafhankelijkheid in 1975 goede banden. Intussen zal niemand durven te ontkennen dat China met de vele Chinese bedrijven en winkels hier enorme invloed heeft op het dagelijks sociaal- en economisch gebeuren in Suriname. In de loop der jaren heeft China zich zelfs ontpopt als de grootste bilaterale schuldeiser van Suriname met meer dan een half miljard Amerikaanse dollar. Suriname verkeert in een zeer diepe economisch financiële crisis. Haar enorme buitenlandse schulden moeten noodzakelijkerwijs worden herschikt. Ook die met China.
Het IMF moet gauw over de brug komen met een financieel ondersteuningsprogramma van US$ 690 miljoen, zodat Suriname het economisch Herstelplan gedegen uit de startblokken kan krijgen. Het enige wat het IMF weerhoudt om goedkeuring te geven voor het bedrag van US$ 690 miljoen is een hardere financiële garantie van China dat het de herschikking van Suriname’s schulden langs de richtlijnen (parameters) van het IMF zal doen. China vindt dat haar eerder verstrekte schriftelijke garantiestelling absoluut hard genoeg is en laat zich niet de les lezen door het IMF, waarin de Amerikanen grote invloed op hebben. Suriname heeft de financiële ondersteuning nu hard nodig. Wat is haar optie gegeven de huidige omstandigheden, indien de IMF goedkeuring toch afketst….?
SS