De hoofdpunten voor het sociaal akkoord zijn bekend. Het gaat om vijf centrale issues, te weten: prijsbeleid, minimumloon, sociaal vangnet, ondernemerschap en werkgelegenheid en belastingen. De sociale partners binnen het Tripartiet Overleg (TO) – de overheid, de vakbeweging en het bedrijfsleven – zullen de komende weken hun inzichten over deze hoofdissues schriftelijk met elkaar delen en bediscussiëren om tot een vergelijk te komen. Het streven is nog steeds om op of rond 25 november tot een sociaal akkoord te komen. Dit zegt professor Martin Schalkwijk, woordvoerder van het TO.
Het wekelijks overleg tussen de sociale partners wordt vandaag, 25 oktober, voortgezet. De sfeer tijdens het overleg is zakelijk en de wil om tot een akkoord te komen is aanwezig. “Het sociaal akkoord zal wel realistisch en haalbaar moeten zijn”, benadrukt Schalkwijk.
Draagvlak voor Herstelplan
Het sociaal akkoord is in hoofdzaak bedoeld om draagvlak te creëren voor de uitvoering van het Herstelplan (HP) zoals door de Nationale Assemblee is goedgekeurd. In het HP wordt een akkoord tussen de sociale partners als een belangrijke factor genoemd voor succesvolle uitvoering ervan. In het Herstelplan zijn tal van maatregelen benoemd die nodig zijn om de economie weer op spoor te krijgen. Die maatregelen waarvan enkele reeds zijn doorgevoerd hebben een lasten verzwarende werking op de samenleving.
De woordvoerder van het TO zegt zich ervan bewust te zijn, dat de samenleving naar verlichting snakt. De verruiming van de belastingschijven en het wegvallen van de 10% solidariteitsheffing voor de hogere inkomensgroepen zullen daartoe bijdragen. Over de spreiding van de belastingdruk zullen de sociale partners het ook met elkaar eens moeten zijn.
Martin Schalkwijk, die tot de goedkeuring door de Nationale Assemblee in juni dit jaar coördinator is geweest van de samenstelling van het Herstelplan, zegt dat al hetgeen waarover de sociale partners overeenstemming zullen bereiken, op evenwichtige manier tot stand moet komen en gericht is op duurzaamheid. Zaken dienen goed doorgerekend te worden. Zo betekent het bijvoorbeeld, dat door verruiming van de belastingschijven en het wegvallen van de solidariteitsheffing, de overheid minder inkomsten zal binnenkrijgen. Die zullen met extra inkomsten gecompenseerd moeten worden om de staatshuishouding minimaal op hetzelfde niveau te kunnen houden. Een effectiever belastinginning zal daar onder meer soelaas in moeten bieden, alsmede betere controle bij bijvoorbeeld exporten en importen. Versterking van de daarbij horende instituten is heel cruciaal. In de achterliggende jaren zijn deze instituten behoorlijk verzwakt, en de uitdaging zit hem erin om ook daar positieve veranderingen te brengen.
Alle vijf hoofdpunten waarover een akkoord moet worden bereikt, worden in het TO door de sociale partners vanuit meerdere invalshoeken benaderd en bediscussieerd. Schalkwijk hoopt dat de verschillen in inzichten over de hoofdissues niet onoverbrugbaar zullen zijn. Hij is er hoopvol over dat op of rond Srefidensi het sociaal akkoord bereikt zal worden.
Belastingverlichting
Uit kringen rond de overige sociale partners in het T.O verneemt Dagblad Suriname, dat het de bedoeling is dat per 1 januari 2022 de gewijzigde belastingschijven in gaan. Uit kringen rond de vakbeweging wordt gezegd, dat met de verruiming van de belastingschijven de loontrekkers meer besteedbaar inkomen zullen overhouden. Goede en heldere afspraken rond het sociaal vangnet wordt vanuit de werkende klasse als heel cruciaal gezien. Vooral voor de meest sociaal zwakkeren in de samenleving.
Er zijn tal van lastenverzwarende maatregelen doorgevoerd die een enorme druk op de samenleving uitoefenen. Deze druk zal groter worden met het oog op meer lastenverzwarende maatregelen, zoals de verhoging van telecom tarieven. Internationale prijsontwikkelingen zoals die thans het geval is met olie, internationaal vracht en goederen zullen tot importinflatie leiden. De sociale partners zullen mede tegen deze achtergrond een prijsbeleid moeten overeenkomen. Vanwege de inflatie in de afgelopen periode zijn lonen en salarissen in waarde en koopkracht sterk achteruit gegaan.
Vaststelling van een minimumloon en minimum uurloon zijn belangrijke zaken die de vakbeweging veilig wil stellen. Het minimum uurloon bij de overheid is hoger dan die bij de private sector. Elke verhoging van het minimum uurloon zal het bedrijfsleven ook moeten kunnen dragen. Met de krimp in de economie en de achteruitgang in economische bedrijvigheid mede vanwege covid, betekent dit een enorme uitdaging voor het bedrijfsleven. In het TO zullen partijen overeenstemming dienen te bereiken hoe ondernemerschap te faciliteren. Onder meer moeten kredietfondsen voor ondernemers uitgebreid worden. Met het oog op werkgelegenheid staat de vakbeweging zeer positief tegenover verruiming van faciliteiten voor ondernemers.
SS