Op 14 september heeft ”tante” Hilda – zoals zij liefkozend door familie en vrienden werd genoemd – op vredige wijze het aardse toneel verlaten.
Zij was in de gemeenschap vooral bekend als de wederhelft van de waarnemend President van de Republiek Suriname, Lachmipersad Frederik “Fred” Ramdat Misier.
Laatstgenoemde wordt door vele ouderen beschouwd als de eerste President van Suriname van Hindoestaanse afkomst. Juridisch is dat echter niet helemaal juist. Hij was geen gekozen President en kan wellicht ook niet beschouwd worden als een benoemde President omdat hij tot het hoge ambt werd toegelaten op grond van een bepaling in de Grondwet van 1975.
Mr. Fred Ramdat Misier werd na de onafhankelijkheid van Suriname Vice-President van het Hof van Justitie. Volgens een bepaling in de G.W. moest de President van het HvJ na het onverwacht aftreden van een staatspresident, waarnemend President van de Republiek Suriname worden.
In februari 1982 trad de toenmalige (door het militair gezag benoemde) President Chin A Sen na een conflict met de legerleider D.D. Bouterse af. Volgens de G.W. moest de President van het HvJ de functie van President van de Republiek Suriname waarnemen.
Aangezien de toenmalige President van het HvJ verhinderd was deze functie te vervullen, was de Vice-President de aangewezen autoriteit.
Zijn wederhelft werd daardoor ook de eerste First Lady van Hindoestaanse afkomst. Zij heeft die functie op waardige wijze vervuld en heeft haar echtgenoot steeds met raad en daad bijgestaan. Dit was vooral nodig na de gebeurtenissen van 8 december 1982 toen ons land lam geslagen was door het drama waarbij 15 prominente leden van de gemeenschap om het leven werden gebracht.
Uit eigen ervaring weet ik dat “oom” Fred zoals ik hem noemde, de geestelijke bijstand van zijn mentaal sterke eega goed kon gebruiken.
Ik kan mij nog herinneren dat zij mij in de residentie aan de Krakalaan het volgende zei: “Carlo, ik ben blij dat je gekozen hebt voor het beroep van notaris en de advocatuur enkele jaren geleden vaarwel gezegd hebt. Je was één van de bekende strafpleiters, en ik moet er niet aan denken wat met jou gebeurd had kunnen zijn.”
Gedurende de periode dat zij First Lady was heeft zij haar ondersteuning geboden aan diverse sociale doelen. Zij is mede oprichtster geweest van de Surinaamse Kankerstichting en heeft de rol van ere voorzitter tot aan haar dood vervuld.
Hilda Ramdat Misier was de dochter van de contractarbeider Gopalsingh Dewanchand die zich na zijn contractperiode vestigde op de plantage Duisburg te Onverwacht. In Suriname ontmoette hij zijn echtgenote Somaria Champa Indalal. Het was de tijd van de kinderrijke huwelijken van de contractarbeiders. Tien kinderen ontsproten uit de liefderijke relatie van haar ouders, drie zonen en zeven dochters. Zij was het tweede kind.
Het bijzondere voor die tijd was dat haar ouders zowel de dochters als de zonen gelijke kansen boden voor het volgen van onderwijs. In die tijd kregen dochters veelal niet de mogelijkheid om voortgezette educatie te volgen. Toen zij nog op Duisburg woonde moest zij met de boot over het Saramaccakanaal en met de (boemel)trein naar school!
Toen zij een goeduitziende jongeman genaamd Fred Ramdat Misier ontmoette, werden zij beiden door de pijl van Cupido geraakt. Zij traden in het huwelijk op 28 januari 1953.
In 1958 verhuisden zij voor verdere studie naar Utrecht (Nederland). Haar man rondde zijn rechtenstudie af aan de Universiteit van Utrecht en zij voltooide met succes haar secretariële opleiding van Schoevers en de kappersopleiding bij Sincke in dezelfde stad. Verder voltooide zij de opleiding tot modeontwerpster bij de Noord Nederlandse modeontwerpers. Zij was ook liefhebster van vreemde talen en vergrootte haar linguale vaardigheden in het Frans en Engels. In Suriname volgde zij een opleiding in de beeldende kunsten bij de bekende beeldhouwer/kunstenaar Stuart Robles de Medina.
Op 4 februari 1988 werden zij en haar echtgenoot respectievelijk benoemd tot Groot Officier en Drager Grootlint in de Ere Orde van de Palm door de President van de Republiek Suriname.
In haar bezigheden als First Lady wees zij vooral de jongere generatie er steeds op dat vooruitgang alleen mogelijk is door hard werken, studeren en respect tonen voor belangrijke waarden en normen die de samenleving schragen en dragen.
Zij zal herinnerd worden als de eeuwig glimlachende, charmante en statige First Lady!
Carlo Jadnanansing