Suriname produceert genoeg voedsel, betaalbaarheid blijft uitdaging
In Suriname wordt genoeg voedsel geproduceerd, in zodanige hoeveelheid dat zelfs voedselproducten geëxporteerd worden. Voor een bevolking van 600.000 mensen is voedselzekerheid gegarandeerd, althans in termen van productie hoeveelheden en beschikbaarheid. Maar, in termen van betaalbaarheid ervan, blijft het voor grote delen van de bevolking een uitdaging. De productie van voedsel zoals rijst, groente, vlees, vis en melk is geen vanzelfsprekendheid. Door klimaatveranderingen komt het verbouwen van voedselproducten steeds meer onder druk. Door zeespiegelstijging lopen vruchtbare landbouwgronden gevaar indien niet tijdig maatregelen worden getroffen. Het is goed om te beseffen dat achter de vele agrarische producten die dagelijks als voedsel worden genuttigd harde arbeid en opofferingen zitten van duizenden boeren, landbouwers, veldarbeiders en vissers.
Cijfers voedselproductie
Op Wereldvoedseldag, vandaag 16 oktober, is het goed om stil te staan bij de voedselproductie in Suriname. 16 oktober markeert de oprichting van de VN Voedsel en Landbouworganisatie (FAO) in 1945. Wereldvoedseldag staat in het teken van voedselzekerheid. Meer dan 10% van de wereldbevolking lijdt aan honger ,ondanks het feit dat er genoeg voedsel wordt geproduceerd om iedereen in de wereld te voeden. Op deze dag, die in meer dan 150 landen in de wereld wordt herdacht, wordt aandacht besteed aan honger in de wereld, hongersnood als gevolg van mislukte oogsten en het belang van het nuttigen van gezond en veilig voedsel.
De totale hoeveelheid aan beplante landbouwarealen in Suriname liggen tussen 60 -70.000 hectare, veelal langs het kustgebied. Hiervan bestaat 88% uit rijstarealen. Jaarlijks wordt gemiddeld 450.000 ton aan landbouwproducten geproduceerd, waarvan 63% wordt uitgemaakt door rijst. In de afgelopen 5 jaar bedraagt de productie van groente rond de 25.000 ton per jaar. Exporten uit de landbouwsector zijn wat de hoogte van de exportwaarde betreft, voornamelijk rijstproducten, bacoven, groente, knollen, fruit, plantendelen en bloemen. Het aandeel van de exportwaarde van landbouwproducten in de totale exporten van het land in 2020 bedroeg 3,8%, gelijk aan US$ 45 miljoen. In 2015 was dat rond de US$ 71 miljoen, een dalende trend dus.
Dalende trend
Cijfers uit 2019 geven aan dat aan vlees (rund, schapen, geiten, varken en kip) rond de 15.000 ton is geproduceerd. De productie van melk neemt jaarlijks duidelijk af; in 2015 werd nog rond de 4 miljoen liter geproduceerd, om in 2019 te komen om rond de 2.3 miljoen liter. Met de eierenproductie gaat het iets beter: van 72 miljoen stuks in 2015 naar rond de 92 miljoen in 2019. Voor wat betreft kippenvlees is de keerzijde dat jaarlijks gemiddeld rond 20.000 ton wordt geïmporteerd, terwijl de lokale productie gemiddeld rond de 10.000 ton ligt.
In de visserijsector wordt in absolute zin ook aardig geproduceerd, hoewel daar ook een jaarlijks dalende trend te zien is. In 2019 werd rond de 30.000 ton gevangen. Het gaat om vis, visproducten, seabob- en diepzeegarnalen. In 2017 was de productie rond de 48.000 ton. Het overgroot deel van de vangsten wordt geëxporteerd.
Genoeg, maar onbetaalbaar
Uit de bovenstaande cijfers valt te concluderen, dat met uitzondering van kippenvlees er voldoende voedsel lokaal wordt geproduceerd om in de behoefte van de bevolking te voorzien. Hoewel de uitdagingen bij de productie veel zijn, zijn de geproduceerde hoeveelheden genoeg om de bevolking te voeden.
De uitdaging sinds enkele jaren en zeker in de huidige financieel-economische crisis is niet de beschikbaarheid van voedsel, maar de betaalbaarheid ervan. De algemene stijging van het prijspeil in Suriname treft ook de producenten van voedsel. Prijzen van inputs zoals kunstmest, brandstof, machines en onderdelen, zijn de afgelopen tijden flink de lucht in geschoten, met als gevolg gestegen prijzen van voedselproducten. Vanwege de sterke daling van de koopkracht bij de bevolking met meer dan 50%, kunnen grote delen van de bevolking de gestegen prijzen van rijst, vlees, vis, fruit en groente nauwelijks meer bijbenen. Voedsel op de planken brengen voor het gezin is voor velen elke dag weer een grote bron van stress. Ga maar na wat een kilo kip nu kost. Rundvlees is al voor velen helemaal onbereikbaar geworden. Het is wel beschikbaar, maar voor grote delen van de bevolking onbetaalbaar. En voor vis, waar onze Surinaamse wateren zo rijk aan is, geldt hetzelfde. Velen doen bij wijze van vervanging het met de lekkere zwampvissen, maar die zijn qua prijzen ook niet in tijd blijven steken.
Niemand zal omkomen
Nog niet zo lang geleden zei minister Saskia Walden van Economische Zaken in het parlement dat “no wang sma go dede fu angri” (“niemand zal omkomen van de honger”). Afgezet tegen de Surinaamse situatie en cultuur heeft de minister in zuiver technische zin helemaal gelijk. Op een of andere manier zal een hongerig persoon in Suriname altijd een stukje brood of een portie eten aangereikt krijgen van iemand. Maar, de dagelijkse stress om voedsel op de planken te zetten voor het gezin, kunnen wel nadelige gevolgen hebben voor de mentale gezondheid. Hoeveel onder ons met situaties zitten waarbij kinderen met een lege maag naar school gaan, is niet bekend. De gevolgen daarvan op de leerprestaties zijn overduidelijk.
Voor velen in Suriname is het ondenkbaar dat de voedselproductie een zodanig dieptepunt gaat bereiken, dat er gebrek zal zijn aan zelf geproduceerd voedsel waardoor, zoals nu met kippenvlees, tonnen aan voedsel moeten worden geïmporteerd. Vanwege de klimaatverandering moet een dergelijke situatie als niet ondenkbaar gehouden worden.
Hoeveel ton padie is het afgelopen rijstseizoen onafgeoogst op de velden blijft liggen vanwege de overstroming?
Hoe zou het zijn wanneer door aanhoudende droogte er niet genoeg water beschikbaar zou zijn om de groentevelden te besproeien?
Hoe zou het met onze landbouwarealen gesteld zijn als door zeespiegelstijging, die onder water zullen komen te liggen?
Dit zijn scenario’s die zich in realiteit kunnen vertalen. Maar een huidige realiteit waarbij Suriname voor een bepaald voedselproduct voor 90% afhankelijk is van import ervan, is melk. In de periode voor 2010 leverden melkboeren dagelijks meer dan 20.000 liter verse melk per dag aan de Melkcentrale. Thans ligt die hoeveelheid dagelijkse melkleveranties nog niet eens op 3.000 liter per dag. Het overgrote deel van melk dat dagelijks geconsumeerd wordt bestaat uit opgeloste poedermelk. En die wordt uit het buitenland geïmporteerd. Een melkveeboer zegt in gesprek met Dagblad Suriname, dat de kans groot is dat over enkele jaren wij onze kinderen het verhaal zullen vertellen, dat ooit in Suriname melkkoeien rondliepen die dagelijks twee keren gemolken werden. Indien vanuit het beleid hierin niet iets drastisch gebeurd, zullen zulke verhalen over enkele jaren werkelijk verteld worden.
SS