De grenscontroles op de Marowijnerivier moeten geoptimaliseerd worden. Momenteel moeten de manschappen van het Nationaal Leger het doen met beperkte middelen. Bovendien is er maar een immigratiepost langs de Marowijnerivier.
“We hebben een boot en proberen zoveel mogelijk te surveilleren. We proberen ook samen met de Fransen patrouilles te doen, maar het gaat niet lukken om met een boot alles te beheersen en te controleren”, zei minister Krishna Mathoera tijdens de afsluiting van de civiel-militaire operatie in Albina afgelopen vrijdag 8.
Dagelijks varen passagiersboten vanuit verschillende plekken van en naar Frans-Guyana. Door de continu stroom van passagiers op de Marowijnerivier, is het raadzaam om op meerdere plekken immigratieposten te hebben. “U ziet zelf hoeveel boten op en neer gaan. Ik denk dat we daar mensen bewuster moeten maken. Het is een heel ander soort grens. We moeten de mensen bewuster maken om zich te laten inenten, dat is de enige oplossing. We hebben maar een immigratiepunt hier. We verwachten niet dat mensen van Stoelmanseiland helemaal naar Marowijne komen om via de immigratiepost te gaan. Dat gaat niet gebeuren”, schets de minister het beeld.
Voor wat betreft Suriname, onderstreept de bewindsvrouwe dat er meerdere immigratieposten opgezet dienen te worden langs de hele Marowijnerivier. Zo alleen kan de controle beter beheerst worden. De Defensie-minister zegt dat het heel erg kostbaar zal zijn om de immigratieposten op te zetten, vooral wanneer het gaat om huisvesting, onderhoud en beheerskosten.
“Er moet alvast gekeken worden naar oplossingen om het beter te gaan doen in de toekomst.” Ze merkt op dat het een heel apart vraagstuk is dat integraal bekeken moet worden. “Er moet gezamenlijk gezocht worden naar oplossingen hoe we het grensverkeer veilig kunnen regelen.”