Leden van de politieke partij ABOP uit het Boven Suriname-gebied zijn zeer teleurgesteld in handelingen van de partij c.q. de regering. Tijdens de verkiezingscampagne is door de partijleiding aan hen beloofd, dat leden van de partij uit het gebied bij verkiezingswinst contracten zouden krijgen voor schoonmaak van de bermen langs de weg naar Atjoni. Vooral de leden die langs de weg wonen zouden de voorkeur krijgen. Dat is toen persoonlijk beloofd door de partijvoorzitter Ronnie Brunswijk en Dinotha Vorstwijk, zegt een kernvoorzitter.
Nu heeft informatie hen bereikt dat de broer van de vicepresident, Leo Brunswijk, het contract in handen heeft om de bermen van de weg naar Atjoni te onderhouden.
Enkele leden waarmee de redactie van Dagblad Suriname sprak zijn teleurgesteld en zeggen dat als de informatie op waarheid berust het ernstige consequenties kan hebben voor het voortbestaan van de partij in het gebied. Volgens een kernvoorzitter heeft Leo Brunswijk districtscommissaris Frits Dinge gebeld om te helpen zoeken naar arbeiders uit het gebied die voor hem willen werken voor SRD 200 per dag. Dat betekent dat ze voor de gek zijn gehouden door de partijleiding en dat gaan ze niet accepteren. Het lijkt alsof de partij nu alleen bestaat uit de vicepresident en zijn broer Leo, zeggen de teleurgestelde leden.
De directrice van de Wegenautoriteit Suriname, Shoenanda Gopalrai, zegt dat zij geen contracten meer tekent voor de onderhoud van bermen. Het is nu een verantwoordelijkheid van het directoraat Openbaar Groen en Afvalbeheer van het ministerie van Openbare Werken.
De directeur van dat directoraat Bholanath Narain en Leo Brunswijk waren niet bereikbaar voor commentaar.
VP