Gisteren heeft een der oudste Surinaamse partijen de Nationale Partij Suriname haar oprichtingsdag gevierd. De NPS is een respectabele partij die bekende leiders heeft voortgebracht. De partij was bekend het creoolse segment van de Surinaamse samenleving te vertegenwoordigen en had als tegenhanger de min of meer even grote Verenigde Hindoestaanse Partij, nu de Verenigde Hervormingspartij (VHP). Deze twee grote partijen werden van rivalen, trouwe bondgenoten in het verder democratiseren en ontwikkelen van Suriname na de militaire periode vanaf 1987. Deze twee partijen zaten altijd vanaf 1987 of samen in de regering of in de oppositiebanken. De onafhankelijkheidswording van Suriname wordt toegeschreven aan de NPS in 1975. Deze ontwikkeling zorgde ervoor dat ongeveer een derde van de Surinaamse bevolking, vanuit alle lagen en groepen van de samenleving, vertrok uit Suriname en vooral Nederland tot hun nieuwe vaderland maakten. De burgers en hun nazaten hebben hun vertrek uit Suriname over het algemeen nooit betreurd. Samen met groepen Surinamers blijven ze kritisch staan tegenover de wijze waarop de onafhankelijkheid in Suriname is doorgedrukt door de NPS. Dat we onafhankelijk zijn, daartegen zijn er weinig Surinamers, maar de groep die tegen de wijze waarop het werd bewerkstelligd is, is veel groter. In het parlement van Suriname ontstaat er een nipte meerderheid van 1 door een onethische daad en verraad namelijk het overlopen van een oppositielid naar de coalitie. Het verraad en de smalle basis in het parlement hadden vanuit de politieke ethiek het doordrukken van de onafhankelijkheid in de weg moeten staan. Suriname moest onafhankelijk worden, maar de voorbereiding had zorgvuldiger en gefaseerd moeten zijn voorbereid. Het feit dat Suriname eenzaam en hulpeloos ronddobbert en zwalkt op de ruwe golven van de grote internationale gemeenschap als ‘small island developing state’ is het gevolg van de ondoordachte oplegging van een vroegtijdige onafhankelijkheidswording van Suriname door eigenlijk een politieke minderheid. Uit de onafhankelijkheid sproten voort de militaire staatsgreep, omdat we niet gewend waren aan modern staatsbestuur en democratie. En daaruit sproten voort de decembermoorden, de binnenlandse oorlog en Moiwana. Suriname en partijen als de NPS hebben soevereiniteit nagestreefd als klein land, maar hebben de consequenties daarvan in de wereld waar de grote en rijke landen alles bepalen, niet goed ingeschat. Men heeft geen rekening gehouden met de schade die door slavernij aan de Surinaamse samenleving was aangebracht door de Nederlandse staat en de bedrijven aldaar. De schade had eerst moeten worden gerepareerd en achterstanden hadden eerst moeten zijn weggewerkt. Achteraf blijkt dat de onafhankelijkheid op het moment van november 1975 vooral was een aspiratie die in vervulling is gegaan van enkele politici. Suriname is na 1975 gebleken nog een laaggeschoolde beroepsbevolking te hebben waar nog maar amper 4% van de bevolking een hogere scholing heeft genoten. Nog steeds worden de kinderen van het binnenland gediscrimineerd bij de grootste bewapening van kinderen tegen armoede, namelijk door gebrekkig onderwijs. We hebben nog steeds krotvorming. We zijn nog niet in staat om genoeg Surinamers voort te brengen die hun land goed kunnen regeren. Maar we moeten wel met een aantal mensen een land regeren. De bijdrage van de NPS aan het herstel van Suriname in de recente geschiedenis was het grootst in de periode 2000-2010. Daarbij zijn bepaalde hoge ethische en bestuurlijke standaarden gezet door de NPS’ers Ronald Venetiaan, Andre Telting en Humphrey Hildenberg. Maar ook in deze periode zijn de grootste problemen in Suriname niet aangepakt: de corruptie en verbreding van de economie.
De NPS is een Surinaamse sociaaldemocratische politieke partij, en was lange tijd de grootste politieke partij, die meer dan 40 jaar deel uitmaakte van verschillende coalitiekabinetten. De partij is opgericht op 29 september 1946. De achterban van de partij bestaat voornamelijk uit de creolen van Suriname, maar is niet daartoe beperkt.
In 1955 scheidde 8 NPS leden zich af en richtten de Surinaamse Democratische Partij (SDP) op, die niet meer bestaat. In 1967 gebeurde hetzelfde toen ook enkele leden zich afgescheiden hadden en de Progressieve Nationale Partij (PNP) oprichtten, die inmiddels ook ter ziele is gegaan. In 1973 vormde de NPS een coalitie met de KTPI, de Progressieve Surinaamse Volkspartij (PSV) en de PNR, onder de naam Nationale Partij Kombinatie (NPK). NPS-voorzitter Henck Arron was de lijsttrekker. De NPK won de verkiezingen van dat jaar en Arron kondigde aan dat Suriname voor het eind van 1975 onafhankelijk zou worden. De NPK won ook in 1977 de verkiezingen, Arron vormde opnieuw een kabinet. Dit kwam in 1980 in conflict met de militairen die vervolgens een staatsgreep pleegden. Na de militaire dictatuur keerde de NPS pas in 1987 weer in het centrum van de macht terug. Front voor Democratie en Ontwikkeling, waar de NPS onderdeel van was, behaalde 41 van de 51 zetels. Na de verkiezingen werd Ramsewak Shankar president en Arron werd vicepresident. Aan deze regering kwam vroegtijdig een einde, door de telefooncoup. Bij de verkiezingen van 1991 won de NPS en Ronald Venetiaan werd voor de eerste keer president van Suriname. Na de verkiezingen van 1996 kwam de NPS in de oppositie terecht toen de Nationale Democratische Partij van Desi Bouterse en Jules Wijdenbosch de grote winnaars waren.
Bij de verkiezingen van 2000 ging de NPS een coalitie aan met de Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP), de Pertjajah Luhur (PL) en de Surinaamse Partij van de Arbeid (SPA). Als Nieuw Front had de politieke combinatie 33 zetels, waarvan 16 voor de NPS, 7 voor de VHP, 6 voor Pertjajah Luhur en 4 voor de SPA. Doordat de NPS de meeste zetels in het Nieuw Front had, mochten zij de president voordragen; Ronald Venetiaan werd opnieuw president. Ook bij de verkiezingen van 2005 won Nieuw Front (deze keer met 41,2 %). Ronald Venetiaan werd voor de derde keer president. Tijdens de verkiezingen van 2010 behaalde de NPS 4 zetels, en kwam in de oppositie terecht. Op 17 juni 2012 werd Ronald Venetiaan opgevolgd door Gregory Rusland als partijvoorzitter. Tijdens de verkiezingen van 2015 deed de NPS mee in de alliantie V7. Chan Santokhi (VHP) werd door V7 naar voren geschoven als de presidentskandidaat. De alliantie behaalde 18 zetels; waarvan 2 zetels naar de NPS gingen. De NPS stelde in alle districten kandidaten tijdens de verkiezingen van 2020 en verwierf drie zetels.