De regering heeft in het kader van de belastingen al maatregelen aan het voorbereiden om het leven in Suriname draaglijker te maken. Er worden voorbereidingen getroffen voor koopkrachtversterking en de koerscompensatie. Deze moeten niet alleen gericht zijn aan de ambtenaren, maar ook aan de private sector. We weten echter dat deze sector het heeft moeilijk heeft gehad door de dubbele crisis. Het lijkt er wel op dat de regering op de economische crisis een antwoord zal kunnen formuleren met positieve uitkomsten op termijn. Maar hardnekkiger lijkt de crisis van covid-19. Suriname worstelt met zijn vaccinatiecampagne die niet goed op gang kan komen. Wanneer de regering gas wil geven met haar campagne, dan begint de bevolking te klagen over agressiviteit. Maar de regering heeft nu eenmaal de plicht om de statistieken aan de bevolking voor te houden. Dat gebeurt in alle laden die een serieuze poging wagen om de stand van zaken te wijzigen. Het lijkt erop dat lockowns tot de verleden tijd behoren. Met betrekking tot de koerscompensatie zegt de regering dat deze maatregel er zal zijn ter verbetering van de koopkracht. Besloten is om de koerscompensatie die nu maximaal SRD 100 per maand is, te verhogen met maximaal SRD 700 per maand, naar SRD 800. Deze verhoging zal uitgevoerd worden voor de landsdienaren de met landsdienaren gelijkgestelden en ook voor de particuliere sector. Voor de eerste 2 groepen is het duidelijk dat de extra betalingen uit de zak van de belastingbetaler komt. Interessanter is de vraag door wie de verhogingen bij de private sector zullen worden bekostigd. De koerscompensatie is een onbelaste vergoeding zegt de regering. Dat betekent dat de werkgever het bedrag zonder belasting mag uitkeren. Vanaf september 2021 is dit bedrag maximaal SRD 800. Er wordt dus over dit bedrag geen loonbelasting geheven, maar het betekent wel dat het uit de zak van de werkgever komt. De vraag is of deze verhoging, op een punt waar bedrijven met veel moeite het hoofd boven water houden, zullen kunnen betalen. De vraag is of men in ruil voor de verhoging, minder belasting aan de overheid hoeft te betalen, dus of deze verhoging fiscaal aftrekbaar is. Tot en met augustus 2021 bedroeg de koerscompensatie SRD 100. De vraag rijst of deze compensatie door de private sector werd betaald en of ze verplicht was en is om deze verhoging te betalen. Vanaf september 2021 is de compensatie tot maximaal SRD 800. Dus de compensatie mag minder zijn maar het hoeft niet meer te zijn. Dat betekent dat de werkgever nu boven op de bestaande koerscompensatie van SRD 100 nog extra SRD 700 belastingvrij mag uitkeren. We begrijpen dus dat de werkgever hiervan gebruik mag maken, maar daartoe niet verplicht is. De vraag rijst hoe binnen de bedrijven men over de uitkering besluiten zal nemen. Het blijft dus een kwestie van overleg en onderhandelingen. In bedrijven met een bond kan de druk gemakkelijker worden gelegd en kan het komen tot bijvoorbeeld stakingen. Moeilijker wordt het in de bedrijven zonder een vakbond. Daar zullen werknemers hun best doen om op de een of andere manier een verhoging af te dwingen. De regering waarschuwt wel dat men over het oude niet verhoogde loon niet SRD 700 belastingvrij uitkeert. De verhoogde koerscompensatie geldt alleen wanneer de werkgever een extra (loons)verhoging geeft aan de werknemer en deze mag dus vanaf september 2021 totaal SRD 800 zijn (oude SRD 100 + SRD 700,-). Vanaf het salaris van september 2021 mag deze verhoging verwerkt worden.
De werkgever mag echter wel de belastingvrijstelling gebruiken, indien hij al eerder de lonen heeft verhoogd. De werkgever kan deze verhoging gebruiken voor de koerscompensatie. Dat mag, onder de voorwaarde de verhoging in 2021 heeft plaatsgevonden en na goedkeuring van de belastingdienst.
De burgerij moet wel erop letten dat een loonsverhoging niet hetzelfde is als verhoging van de koerscompensatie. Bij een loonsverhoging wordt een bepaald bedrag opgeteld bij het brutoloon (welke belast is), terwijl het bij de koerscompensatie gaat om een onbelast bedrag dat toegekend wordt aan de werknemers. Dat betekent dus dat daarover ook geen verzekeringen worden gedaan en dat er ook geen pensioenpremies worden betaald. Daarom zijn koerscompensaties een tijdelijke aangelegenheid. We hebben een trend gezien in Suriname dat bonden opkomen om compensaties uiteindelijk te bruteren dus om het op te nemen in het brutoloon. Daarover wordt dan wel pensioenpremie betaald en draagt dat bij aan een hoger pensioen. We kunnen en moeten de koopkracht versterken, maar de extra bestedingen moeten door de bedrijven en door de fiscus worden verdiend. Daarvoor is nodig dat ondernemers productiever worden en steun krijgen van de regering. Ook is nodig dat er schaalvergroting plaatsvindt en dat de economie wordt uitgebreid in de breedte. Op dit vlak zien we minder beweging. Er moet meer worden geproduceerd en meer worden geëxporteerd. We moeten de dollars uit de oliesector ook kunnen vasthouden. Dat moet gebeuren door zoveel mogelijk onze burgers onder goede omstandigheden en voorwaarden aan een baan te helpen.