Eddie Jharap, oud-directeur Staatsolie: “De energievraag zal ook toenemen”
Eddie Jharap, de eerste directeur van Staatsolie, is ervan overtuigd dat energie gebaseerd op koolwaterstof, onder andere olie en gas, belangrijke energiebronnen blijven in de komende 30 tot 40 jaar. Dit geeft de voormalige directeur van Staatsolie te kennen in een eerder gesprek met Dagblad Suriname. In de samenleving duiken er stemmen op dat de offshore olievoorraden straks minder waard zullen zijn. De voormalige Staatsolie topman is het daar echter mee oneens. Jharap is 35 jaar actief geweest in de Surinaamse mijnbouw en was 25 jaar lang directeur van Staatsolie.
Met niets begonnen
Jharap geeft aan, dat hij met een tevreden gevoel met pensioen ging op 1 januari 2006:
“We zijn met niets begonnen. Toen ik vertrok waren alle zaken in place voor de ontginning en productie van olie. Ik had iets unieks gedaan. Staatsolie is een bedrijf met eigen productie, met kader en alles wat noodzakelijk is in de sector. Ik had de overtuiging dat sommige grondstoffen die in de bodem van het land zitten niet in handen van buitenlanders moet komen te zitten. Dat is bij olie geregeld met wet en regelgeving. Staatsolie is dé autoriteit op het gebied van het zoeken van aardolie. Ik was tegen het oud model van consensus. Staatsolie werd opgericht toen er werd onderhandeld met Gulf Oil begin jaren tachtig. Sindsdien worden er production sharing overeenkomsten gesloten. Bedrijven worden vergoed als ze olie vinden. Als zij niets vinden is dat voor hun eigen risico. Zo hebben heel veel bedrijven olieboringen gedaan. Soms met succes maar heel vaak ook niet. Maar belangrijk is dat wij deel uitmaken van de overeenkomsten. Dat is dus veel beter dan dat wat zij in Guyana hebben. Zij krijgen alleen belastingen bijvoorbeeld. Onze contracten voor de offshore vondsten zijn vrij goed”, aldus Jharap.
Normen en waarden
Jharap stelt, dat zijn goede trackrecord, waarbij hij feilloos een kwart eeuw leiding heeft gegeven aan Staatsolie, neerkomt op het hoog houden van normen en waarden. “Mensen hebben natuurlijk geprobeerd om zaken die verkeerd zijn te doen. Ook politici hebben dat getracht. Maar, ik heb daar nooit behoefte aan gehad. De mensen kenden mij ook. Zo werd geprobeerd om mensen in dienst te nemen. Ik riep ze op voor een gesprek. Indien ze niet geschikt waren gaf ik dat aan en men had begrip ervoor.” Jharap zegt ook, dat in zijn schoolcarrière er veel nadruk werd gelegd op discipline. Dat is zeker ook bijgebleven. “Het huis waar ik nu woon, had ik voor Staatsolie. Zo is het gebleven.” Hij geeft ook aan dat hij bij de Mijnbouwkundige Dienst alle stappen heeft doorlopen. Van veldman, chef tot directeur en dan bij Staatsolie. Geconfronteerd met de stelling ‘Staatsolie is het product van de revolutie’, zegt Jharap: “Succes heeft vele vaders. Ik heb geprobeerd om op mijn manier de samenleving de nodige informatie te geven. Ik denk dat het grootste deel van de samenleving weet, wie bijdragen geleverd heeft aan Staatsolie.”
Onshore staat nog in de kinderschoenen
Jharap is ervan overtuigd, dat er nog veel olie te vinden is in het onshore en nearshore gebied van Suriname. Dat staat nog in de kinderschoenen. “Als je in een bepaald gebied geboord hebt en olie heb gevonden of misschien niet, dan zijn er geen redenen om aan te nemen dat in de omliggende gebieden geen olie aanwezig is. Het is wel zo, dat er heel veel boringen zijn gedaan. Maar, ik denk dat er nog veel te vinden is. Na een vondst verandert het beeld dat je hebt van een bepaald gebied, dan ga je nieuwe plannen maken.”
Jharap vindt wel dat het geologisch onderzoek ondergelegen is geweest in de afgelopen jaren. Volgens Jharap is de aandacht van het bedrijf verdeeld door de komst van onder andere energieopwekking en de dam. “Investeren in de goudsector vind ik begrijpelijk en zelfs noodzakelijk gelet op de hoge prijs van goud op de wereldmarkt.” Maar, met de andere bijgekomen zaken is Jharap niet blij. Staatsolie moet zich blijven focussen op onderzoek en op innovatie binnen het olie gebeuren. Jharap stelt ook, dat de export van Staatsolieproducten heel erg belangrijk blijft. Dollars hebben Staatsolie overeind gehouden tijdens de macro-economische crisis. “In het buitenland krijg je een veel betere prijs voor je producten. Als je inkomsten in lokale valuta zijn wordt je meegesleept in een crisis veroorzaakt door mismanagement.”
Uitdagingen
Jharap is ervan overtuigd, dat energie uit koolwaterstof een belangrijke rol zal blijven spelen in de komende jaren.”De uitdaging is natuurlijk hoe je het doet door het milieu zo min mogelijk te belasten. Dus het milieuvraagstuk zal er zijn. We moeten kijken: Hoe kan ik olie omzetten in energie op een milieuvriendelijke manier? De elektrische auto heeft energie nodig. De batterijen moeten opgeladen worden. Hoe doe je dat ? Met energie uit een centrale. Zonne-energie heeft nog beperkingen. De energievraag zal ook toenemen. Er zullen ook meer auto’s bij komen. Olie blijft een veilige, betrouwbare energiebron om de behoefte te dekken. Wat betreft de afzetmarkten voor Staatsolie zullen er ook uitdagingen zijn. De regio heeft zelf al olie en gas dus je gaat bijvoorbeeld verre markten als China moeten aandoen. Maar dat moet allemaal onderzocht worden.”
Wens voor Suriname
Jharap stelt: “Staatsolie is goed voorbereid op de grote voorraden aan olie en gas. De visie dat er genoeg kader en kennis in eigen huis is gerealiseerd. Als volk moeten wij voldoende mogelijkheden hebben. De contracten zijn goed. Wij zullen enorm veel geld binnenkrijgen in de komende jaren. Het systeem moet gehandhaafd blijven, we moeten kennis blijven opdoen. We moeten blijven werken. Het ligt aan de politiek om de grote hoeveelheden aan geld goed in te zetten. Ik wens dat we daarbij rekening blijven houden algemeen geldende normen en waarden”, aldus Eddie Jharap.
Hij is voor zijn bewezen diensten gedecoreerd met de hoogste onderscheiding van ons land; Jharap is drager van het Grootlint in de Ereorde van de Gele Ster.
Inmiddels zijn er voor de kust van Suriname vijf grote olievondsten gedaan. Het Franse TotalEnergies en het Amerikaanse APA Corporation (Apache) hebben olie aangetroffen in de Sapakara South-1 put in Blok 58. Eerdere vondsten zijn gedaan in Maka Central, Sapakara West, Kwaskwasi en Keskesi-putten.