“Ik verwachte een slechte situatie, maar niet dat het zo slecht zou zijn”, zegt een schoenmaker tegenover de krant.
“Dat ik zelfs drie of twee klanten voor de dag heb geeft al een voorbeeld hoe slecht het gaat. En aan iets anders beginnen kan je ook niet als iemand zonder vaste inkomsten noch mogelijkheden om te sparen noch te lenen. Je hebt enkelen die de hoop niet opgeven, omdat het iets is waar =van zij houden of hopen veel te betekenen. Maar, dit wordt me te veel, na dertien jaren schoenmaker zijn de afgelopen bijna twee jaren heel slecht geweest. Ik raak ook moe van slecht nieuws, het aanhoren van hoge bedragen of andere ellende erbij. Ik verlang naar goed nieuws, dat de prijzen gaan zakken en dat het land vooruit gaat en de burgers en niet dat de leiders vooruit gaan en burgers achteruit”, aldus de schoenmaker.
“Ik probeer het elke dag en berust mezelf iedere keer erin, dat het goed zal gaan, maar ik merk dat het slechter wordt. Wat moet ik nu doen om eten op tafel te zetten?”, vraagt de schoenmaker zich af.
Een andere schoenmaker zegt, dat hij genoodzaakt werd een andere baan te zoeken. De schoenmaker is nu werkzaam in een winkel om rond te kunnen komen.
“Ik werd gewend om dagelijks geld in handen te hebben, maar de afgelopen jaren was dat helemaal niet mogelijk. Ik werd genoodzaakt een baan te gaan zoeken om eten op tafel te zetten voor mij en mijn vrouw. Kinderen hebben wij niet, maar het is toch heel zwaar. Mijn vrouw en ik werken nu samen en toch redden we het amper met ons salaris. Om geen schoenmaker te zijn vind ik wel erg, maar je gaat moeten kiezen voor wat een oplossing kan en zal brengen. Langs de straat staan en wachten om iemands schoenen te maken geeft nu geen garantie. Anderen die een vaste kring hebben lukt het wel. Maar, voor mij van kwaad tot erger. Nu telt een schoen niet meer, we zijn in een slipper periode beland. We moeten roeien met de riemen die we hebben”, aldus de schoenmaker.
TM