Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) heeft afgelopen zaterdag virtueel deelgenomen aan the Suriname Second Model United Nations (SUMUN 2021). Dit was een initiatief van de Rotary Club Paramaribo in samenwerking met de Faculteit der Juridische Wetenschappen van de Anton de Kom Universiteit van Suriname en met steun van het United Nations Development Programme (UNDP).
De tweede SUMUN werd speciaal georganiseerd voor jongeren in de leeftijd tussen 16 en 22 jaar. Ruim 30 studenten namen deel aan een debat over het thema klimaatverandering. Het debat werd gehouden op een nagebootste VN-vergadering met in achtneming van alle Covid-19 protocollen.
De minister was zeer ingenomen met de actieve participatie van de jongeren en gaf aan dat de jonge generatie op deze manier kennis kan maken met de huidige mondiale vraagstukken, internationale betrekkingen, diplomatie en de doelstellingen van de Verenigde Naties. Hij benadrukte het belang om jongeren de richtlijnen te geven om zich te ontwikkelen in spreek-, debatteer- en schrijftechnieken, hun te stimuleren in kritisch denken en teamwerk en daarnaast in het aanleren van leiderschapsvaardigheden. Jongeren worden op deze wijze beter betrokken bij het internationale wereldgebeuren en in staat gesteld een dieper begrip te ontwikkelen van actuele wereldkwestiesm zo schrijft de Communicatie Dienst Suriname donderdag 2 september in een persbericht.
Global Change, in het bijzonder klimaat- en milieuveranderingen, wordt beschouwd als een van de belangrijkste uitdagingen voor de komende decennia. Klimaat- en milieuveranderingen hebben invloed op zowel de huidige als de toekomstige generaties. Het heeft daarnaast een belangrijke maatschappelijk-economische impact en vereist daarom aanpassingen in de productie-, consumptie- en organisatiepatronen. Bewustwording over de milieuproblemen is daarom van belang om zo duurzame ontwikkeling te stimuleren en hiermee herziening van de wereldeconomieën te bereiken alsook integratie van duurzame ontwikkeling in energie- en milieubeleid.
De minister benadrukte, dat het goed is dat landen zich vanuit hun verantwoordelijkheid committeren aan bepaalde meetbare doelen. Nog belangrijker vindt de bewindsman het dat landen, met name de ‘rijke’ landen, zich ook committeren om financiële middelen vrij te maken om die nobele doelen te realiseren en landen die enorm veel schade van klimaatverandering ondervinden te assisteren in hun ontwikkeling.
Minister Ramdin gaf de jongeren mee, dat Suriname wordt gekenmerkt door diversiteit, welke ook in het milieu tot uiting komt. ‘Suriname wordt geïdentificeerd als het meest beboste land ter wereld, een land waarvan maar liefst 93% met bos is bedekt. Suriname is diep bezorgd over de gevolgen van het mondiaal veranderende klimaat en er moet actie worden ondernomen om met name toegang tot klimaatfinanciering te vergroten, zodoende kunnen landen hun bossen intact houden.’
‘De naleving en handhaving van de klimaatdoelstellingen conform het Parijs Akkoord in samenhang met het klimaatbeleid in Suriname is ook van belang. In dit kader zullen we als lidstaat ook onze bijgewerkte milieuplannen en inzichten presenteren op de volgende grote internationale klimaatconferentie (bekend als COP26) die in november in Glasgow, Schotland, zal worden gehouden. Op deze wijze proberen we ook onze bijdrage te leveren om de klimaatverandering te bestrijden, maar dat kan alleen werken als het doordringt tot in de diepste wortels van onze samenleving en het gedrag van de mensen. Wij zullen moeilijke besluiten moeten nemen om een toekomst met perspectieven te creëren. Jongeren spelen hierbij een belangrijke rol. De toekomst van de planeet ligt in hun handen’, aldus minister Ramdin.