De opwekking van zonne-energie in de EU steeg tot een mijlpaal van 10% tijdens de piekmaanden juni en juli, meldt de energiedenktank Ember.
Volgens een rapport van de onafhankelijke klimaatdenktank Ember is de productie van zonne-energie in de Europese Unie in juni en juli dit jaar tot een recordhoogte gestegen, goed voor 10% van de totale geproduceerde elektriciteit.
De opwekking van zonne-energie door zonnepanelen bereikte in juni en juli bijna 39 terawattuur (TWh), een stijging van 10,9 TWh ten opzichte van 2018.
Acht EU-landen vestigden ook nieuwe records tijdens de zomerpiek: Estland, Duitsland, Hongarije, Litouwen, Nederland, Polen, Portugal en Spanje.
Spanje had de grootste groei voor de zomerperiode over vier jaar, meer dan een verdubbeling van 3,1 TWh in 2018 tot 6,4 TWh in 2021 (toename van het aandeel van zonne-energie in de elektriciteitsproductie tot 16%).
Nederland stond op de tweede plaats met een bijna verdrievoudiging van de productie tot 3,2 TWh, vergeleken met 1,1 TWh in 2018 (17%).
Italië was de derde grootste producent met een lichte stijging van 5,7 TWh naar bijna 6 TWh (13%).
De stroomopwekking uit zonnepanelen bleef echter achter bij die van steenkool, die in dezelfde periode op 14% staat voor de EU.
De EU heeft een tussentijds doel gesteld om haar aandeel in hernieuwbare energie tegen 2030 te verhogen tot 40%, tegen ongeveer 20% in 2019.
Vanaf 2019 is de zonnestroomvoorziening in de EU elk jaar met gemiddeld 14 TWh gestegen en dit zal naar verwachting in 2021 ook het geval zijn.
Om de klimaatdoelstelling van de EU voor 2030 te halen, zal het moeten worden verdubbeld tot 30 TWh per jaar.
Opmerking: het Verenigd Koninkrijk heeft de EU op 31 januari 2020 verlaten en is verwijderd uit de bevindingen van het rapport.