“Het is nu helemaal afgelopen, je hebt altijd een groep die het voor een ander gaat verpesten”, zegt Digo. Hij verkocht knippa’s en sinaasappelen met drie andere vrienden bij enkele verkeerslichten in Paramaribo. Met zijn inkomsten kon hij zijn moeder ondersteunen in het huishouden en ook zijn eigen dingen doen.
Digo is veertien jaar en doet, op dagen dat hij niet op school is, kleine klussen naast de verkoop. “Ik vind het heel jammer en hoop wel dat die groep zo spoedig mogelijk opgepakt wordt voor een hartig gesprek”, aldus Digo. “Na het gedrag die enkele kinderen vertoond hebben, moet ik nu iets anders doen om aan mijn zakgeld te komen. Een ieder gaat dan van ons of kinderen die net als mij verkopen verwachten, dat wij iets kwaads gaan doen. En dat vind ik helemaal niet leuk. Ik maak liever geld dan dat ik speel en hang op hoeken. Het doel van de verkoop langs de straat is om mijn moeder te ondersteunen met het huishouden”, vertelt Digo.
“Mijn moeder stemde in het begin niet toe, maar nadat ik met haar had gesproken vond ze het redelijk, maar het is nog steeds gevaarlijk. Mijn vrienden met wie ik samen verkoop zijn ook rustig net als mij. Het stoere gedrag komt ook niet van hen. Maar, ik vind het wel jammer dat het zo verpest wordt, ik merk dat we vaak dingen voor elkaar verpesten en het gedrag komt vaak voor bij ouderen.”
Kevin die samen met zijn twee broers ook verkoopt, vindt het ook jammer dat zij ook niet meer kunnen verkopen. “Knippa verkopen ging al moeilijk en nu kan ik het helemaal niet verkopen. Een ieder heeft verborgen talenten, dus ik kom wel met iets anders om mijn centjes te maken. Me mik frigie dus mo loekoe if mie mang seer ding”, aldus Kevin. Hij en zijn broers kunnen heel goed vliegers maken dus met zijn talent hoopt hij dat hij de verkoop van knippa kan vervangen. Maar, hij vindt het nog steeds jammer dat het verpest is om mee te doen met de verkoop langs de straat.
TM