Het woord goud is vaak gekoppeld aan het woord koorts, een koorts die zorgt voor een haast, een rush. In die rush ziet men een aantal zaken over het hoofd: de schade van andermans belang, de consequenties van het eigen handelen op lange termijn en … de eigen veiligheid en dat van anderen. Goud verblindt en in combinatie met de rush is het dan een riskante aangelegenheid. Het mag dan ergens niet meer van deze tijd zijn, maar voor de korte termijn moeten goudzoekers in één of andere vorm tegen zichzelf beschermd worden. Het moment van de ineenstorting van een goudmijn, waarbij gouddelvers werden bedolven onder een lawine, was een moment waarbij de veiligheid op de goudvelden aan de orde was. Dit was ook het geval toen een goudzoeker werd neergeschoten in een goudput door een security guard en hij daarbij het leven liet. Gisteren werd weer bericht dat een goudzoeker afkomstig uit het binnenland het leven heeft gelaten tijdens het delven van goud in de buurt van de Tosokriki in district Sipaliwini. Een andere goudzoeker raakte zwaar gewond en ligt in het ziekenhuis. Zijn situatie is stabiel, werd door de politie gemeld. Dit incident is vrijwel hetzelfde als bij de laatste keer toen afgegraven grond afkalfde. De goudzoekers waren bezig om de delfstof te ontginnen. Het zand kalfde af en stortte op de goudzoekers. Twee van hen raakten bedolven, waarvan één ter plaatse overleed. Een zwaar gewonde goudzoeker kon gered worden door anderen. De voorlaatste keer toen de grond afkalfde en personen weer bedolven raakten, werd technisch uitgelegd waarom bepaalde vormen van het graven van goud grote veiligheidsrisico’s met zich meebrengt. Het afkalvingsgevaar is vaak aanwezig wanneer het spannend wordt en goudzoekers doorstoten zonder te letten op de veiligheid. De technische uitleg die in de stad is gegeven bij de voorlaatste keer, heeft het incident begrijpelijk gemaakt voor de volgers van het nieuws. Deze stedelingen zijn een belangrijke doelgroep, maar belangrijker zijn de mensen aan wie het toegestaan wordt nog om op kleinschalig niveau goud te winnen. Dit gebeurt altijd zonder veiligheidsoverwegingen en met schade aan het milieu. Wat is er van overheidswege gedaan om veiligheidsinstructies te incorporeren in de concessies/toestemmingen van de goudzoekers? Wat is er gedaan na het voorlaatste voorval om controle uit te oefenen. Goudzoekers, zolang toegestaan, hebben baat bij het krijgen van veiligheidsinstructies. Ze hebben tevens baat bij om zelf een instituut in stand te houden dat let op de veiligheid en bijstuurt, dus dat ze werken aan zelfcontrole. Daarvoor moeten de goudzoekers georganiseerd zijn. Maar de staat kan ook controle helpen uitoefenen. Enige tijd terug is de Commissie Ordening Goudsector opgezet door de huidige regering. De bedoeling was om op een andere wijze dan ‘Clean Sweep’ de chaos in het binnenland en met name op de goudvelden, terug te dringen. De chaos is op velerlei gebied. De nadruk leek te liggen aanvankelijk op terugbrengen van de discipline in de inning van belasting. Goudzoekers moeten ook belasting betalen en in ruil daarvoor mag men incentives verwachten zoals subsidie van brandstof. Van de overheid mag men ook verwachten overheidsdiensten. Eén van de diensten is het leren van het milieuvriendelijk mijnen van goud. Deze dienst is pas een service als het niet-milieuvriendelijk mijnen van goud op gegeven moment wordt verboden. Een dienst kan ook zijn het geven van mijninstructies door NH. Deze mijninstructies kunnen als een bijlage in de vergunning worden opgenomen die door NH wordt afgegeven. De controlerende ambtenaren moeten duidelijk zijn bepaald in de veiligheidsinstructies.
Hoe vaak kleine mijnongelukken zonder grote gevolgen plaatsvinden in de kleinschalige mijnbouw in onze binnenlanden weten wij zeer waarschijnlijk niet, omdat er voor deze goudzoekers geen meldingsplicht geldt bij één of andere instantie, omdat ze heel vaak als zelfstandige bezig zijn en geen werkverschaffer hebben. Is er ergens een baas, dan is er in het binnenland, en trouwens ook in het stedelijk gebied, dat men niet is verzekerd en dat het ongeval mede daardoor niet wordt gemeld.
Hoe moeten wij aankijken tegen de kleinschalige mijnbouw hoofdzakelijk tegen de achtergrond van de vernietiging van het milieu en de veiligheid? We zouden in dit verband kunnen stellen dat ons goud lijkt op de cocabladeren van Colombia. Het ontginnen ervan is winstgevend, maar er wordt ook elders of dichtbij schade aangericht. Er vallen levens te betreuren. Dan komt gauw om de bocht kijken ‘alternatieve werkgelegenheid’. De Staat moet over de hele kleinschalige goudsector orde op zaken brengen of de zaak ontmoedigen en alternatieve werkgelegenheid, die evenveel betaalt, presenteren, bijvoorbeeld in de toerismesector. Het een en ander is gelukt in andere landen, maar het zal niet van een leien dakje gaan.