Een onmisbare klederdracht midden in de Surinaamse multiculturele samenleving is de creoolse klederdracht. Sjachnaz Pengel zegt in gesprek met Dagblad Suriname, op eigen titel: ‘De koto wordt nog steeds gedragen bij feestelijke gelegenheden. Er bestaan koto’s voor verschillende gelegenheden, onder andere de verjaardagskoto, werkkoto, rouwkoto en trouwkoto. Brokoberekoto, bigikoto, moderne koto kun je klaargemaakt kopen of ook je eigen ontwerp laten maken door de modiste.’
‘Vrouwen in creoolse klederdracht: kotomisi genoemd. Koto is rok en misi staat voor mevrouw. De naam geldt zowel de dracht als de draagster ervan. De kotomisi draagt bij feestelijke gelegenheden een wijduitstaande geplooide rok met groot aantal onderrokken, van zoveel stijfsel voorzien dat ze, op de grond neergezet, blijven staan. De rok reikt tot de oksel en wordt omgeslagen en opgehouden door middel van een band om het middel. De overtollige stof vormt het kotobere die kan functioneren als tas. Over de koto wordt een kort, wijd uitstaand jak gedragen. De hoofddoek of angisa kan op verschillende manieren gevouwen en gebonden zijn. Staan de ‘punten omhoog’ dan is de draagster boos. Vrouwen die een koto aan hebben worden kotomisi genoemd (misi betekent mevrouw).’
‘De bijbehorende hoofddoek is de angnisa (soms anisa), welke vaak genoeg ook een speciale betekenis heeft. De vouwwijze van de hoofddoek drukt een boodschap uit. Ook de draagwijze van de koto kan zelfs een boodschap uitdrukken. Vroeger vooral werden de angisa vooral gebruikt voor het uitdragen van een boodschap, bijvoorbeeld ‘wacht me op de hoek’, ‘let them talk’. Tegenwoordig zijn er ook leuke, met nieuwe creaties en boodschappen.’
De kracht van vrijheid zit ook in onze klederdracht. Fri, fu yeye, Fri fu skin, Fri ini alla sani sa yu e du fu kan tya bun gi wi switi sranan kondre’, aldus Sjachnaz Pengel.
Khoesiaal P.