De kantonrechter veroordeelde de verdachte, Ria Mac Donald, en haar concubaan, Roy Hiwat, wegens overtreding van de Wet op verdovende middelen. De magistraat veroordeelde Mac Donald tot een celstraf van 10 maanden, waarvan 9 voorwaardelijk met aftrek, een proeftijd van 3 jaar en een geldboete van SRD 500 of twee weken hechtenis. De rechter legde Hiwat een straf op van 10 maanden, waarvan 4 voorwaardelijk, een proeftijd van 3 jaar en een geldboete van SRD 750, te vervangen door een maand hechtenis.
Op 10 september 2012 werd Ria op Zanderij door de speciale Narcotica-eenheid van de politie aangehouden. Zij had een hoeveelheid cocaïne ingeslikt en een deel in haar geslachtsdeel gepropt. Op de luchthaven ontdekte de politie het verboden spul. Aan de hand van de verklaringen van Ria werd haar echtgenoot de volgende dag, op 11 september 2012, eveneens aangehouden. Dit, omdat hij de coke aan haar had verstrekt. De vrouw verklaarde dat zij het verboden spul had proberen mee te nemen, omdat zij de woning van haar man wilde afbouwen en nog waterleiding en elektra moest laten aanleggen.
Op die bewuste dag zou de vrouw samen met jaar 13-jarige dochter naar Nederland vertrekken. Op de luchthaven werd Ria echter aangehouden. De officier van justitie, Nirmala Maikoe, achtte uitvoer wettig en overtuigend bewezen en eiste tegen Ria een straf van 10 maanden, waarvan 6 voorwaardelijk met aftrek, een proeftijd van 3 jaar en een boete van SRD 1000, subsidiair 2 maanden hechtenis. Tegen Hiwat vorderde de officier van justitie een straf van 10 maanden, waarvan 4 voorwaardelijk met aftrek, een proeftijd van 3 jaar en een boete van SRD 2000, subsidiair 2 maanden hechtenis. De raadsman was het eens met de officier dat zij de straf gedifferentieerd had.
De strafpleiter betitelde deze zaak als een paradoxale zaak. Hij bracht in zijn pleidooi naar voren dat de man volgens de religie een dominante rol heeft. De vrouw gaat gebukt onder de traditie en heeft de opdracht van haar man aanvaard en daarom ook getracht de coke mee te nemen. Een man wil altijd een goed onderkomen voor zijn vrouw en kinderen. De advocaat verzocht de rechter om een mildere straf te willen opleggen, zodat beide verdachten binnenkort naar huis kunnen.
De magistraat legde de vrouw een mildere straf op. Zij werd feitelijk voor een maand veroordeeld en de man conform de eis, namelijk 10 maanden, waarvan 4 voorwaardelijk met aftrek, en een proeftijd van 3 jaar. De vrouw mocht naar huis indien zij de boete van SRD 500 zou betalen.
Saskia Bandhan