Het onvermijdelijke is op den duur toch gebeurd: de Surinaamse economie gaat voor een tweede keer, na maart 2020, in een full lockdown. Alles gaat nu dicht, behalve de diensten die nodig zijn voor de mensen in het land om in leven te blijven. Dat is dus om eten en drinken te kunnen kopen, verzorgd en verpleegd te kunnen worden en medicijnen te betrekken. Om voedsel te bekomen moet voedsel worden verbouwd; de agrarische producenten moeten de ruimte krijgen om de gewassen te blijven verzorgen, te oogsten en de dieren te verzorgen. Op zich is het niet mogelijk om dat allemaal te organiseren, maar een aantal logistieke mensen moeten wel om de tafel zitten om tot in de puntjes de zaak te organiseren. Er is al eerder vrijstelling gegeven aan agrarische producenten om op een bepaalde route op straat te mogen zijn. Met de totale lockdown is de kans heel groot dat de verspreiding van het virus zal worden beteugeld. Intussen is een bepaald beeld geschetst in Nederland dat er weer een crisis zich heeft ontwikkeld in Suriname. Er zijn mensen die in het openbaar calpol en andere medicijnen voor Suriname aan het verzamelen zijn. In Nederland wordt onder de mensen die eens hier hebben gewoond het nieuws op social media rondgestuurd dat de Nederlandse regering als de redder in de nood is ingesprongen en Suriname heeft gered van de nood. Familieleden wrijven deze berichten over de barmhartigheid van de Nederlandse regering onder premier Rutte, onder de neus van hun familieleden, soms zonder zelf te vragen hoe het eigenlijk met hun gaat en of het nieuws wel klopt of niet. We zien dus dat voormalige Surinamers weer eens het slechte nieuws over Suriname op NOS tot zich nemen, het nieuws verspreiden en daarna overgaan tot de orde van de dag. Opvallend is wel dat wanneer de Nederlandse ziekenhuizen bijna op code zwart zijn, deze berichten niet worden gedeeld. Heel interessante ontwikkeling dus, maar wel een bijzaak.
Terwijl de regering de lockdown heeft afgekondigd zullen 2 dingen wel blijven spelen. Ten eerste is dat van de vaccinatie. We zien dat er een zekere tweedeling komt in de Surinaamse samenleving op het gebied van de vaccinaties. Bij een deel van de bevolking is de twijfel om zich te vaccineren inmiddels gegroeid tot een overtuiging om zich niet te vaccineren. Veel vooraanstaande politici die achter de regeerverantwoordelijkheid staan, veel bekenden artiesten en persoonlijkheden in de samenleving en ook geestelijken hebben zich openlijk gekeerd tegen de verschillende vaccins in Suriname. We blijven erbij dat de Surinaamse regering is blijven steken in de primaire fase van de informatievoorziening over de vaccinatie en dat is voor het geschoolde en ontwikkelde deel van de bevolking in netjes en keurig hoogdravend Nederlands. De informatie is niet doorgedrongen tot het binnenland, de inheemse gemeenschappen, de boiti, de kampong en de volksbuurt, waar mensen een bepaalde taal praten en eerder luisteren naar bepaalde mensen uit hun gemeenschap. We hebben de gevolgen van een niet-geïnformeerde en tegenstribbelende bevolking gezien in India, waar er niet genoeg mensen zijn om de lijken te verbranden. Die drijven in de heilige rivieren die het land rijk is. Interessant is ook het geval in Congo, een land waar we ook veel patronen herkennen zoals bij ons. Het land verkreeg 1.7 miljoen vaccins van het merk Astra Zeneca, maar 75% van deze vaccins werden gegeven aan andere landen omdat de bewoners ze niet wilden nemen en ze daardoor zouden vervallen. Intussen zijn politici ongestoord verder gegaan met rally’s en bijeenkomsten, zonder mondkap want men zou sterk zijn omdat men ‘gron nyan’ zou eten. Het gevolg liegt er niet om: 32 leden van het parlement zijn inmiddels overleden aan het covid-19 virus. Dat is 5% van het parlement. In het parlement worden door parlementariërs geen mond- en neuskap gedragen en men schreeuwt en sproeit in de gesloten ruimte, alzo de lucht bezwangerende met gevaarlijke droplets. Mondmaskers blijven hangen onder de kin. Terug bij huis zal straks een tweede probleem de kop opsteken: dat van het betalen van de lonen. Bedrijven zijn nu, met uitzondering van enkele essentiële diensten waardoor mensen kunnen leven en gezond kunnen blijven en om te waken op de veiligheid, gesloten door de overheid. De productie van goederen en diensten zal achterblijven als deze niet op afstand en via digitale weg kan worden tot stand gebracht. Als er geen goederen en diensten worden geproduceerd, dan zijn er ook geen inkomsten en zullen dan de werknemers niet kunnen worden uitbetaald. Dat is extra zuur vooral hoe de prijzen van eerste levensbehoeften behoorlijk zijn gestegen. De bedrijven zullen straks de regel van ‘geen arbeid, geen loon’ zullen toepassen. Mensen zullen minder geld hebben en minder eten kunnen kopen, terwijl tijdens covid we juist goed, gezond en voedzaam moeten eten. De vraag rijst dus hoe de loontrekkers hun gezinnen zullen draaien als ze bijna een halve maand loon zullen ontberen. We hebben de burgerij al eerder opgeroepen om waar mogelijk te planten zodat we allemaal een beetje zelfvoorzienend worden. De registraties voor de covid-steun zullen in de maand juni hoger zijn door de lockdown. De regering en Financiën moeten daarop voorbereid zijn.