Het Openbaar Ministerie heeft gisteren 2 jaar celstraf geëist tegen de 51-jarige Elizabeth J. wegens overtreding van de Wet verdovende middelen. Tijdens haar verhoor en het aanhoren van de eis werd de verdachte heel emotioneel. Elizabeth heeft zich samen met haar dochter op 8 mei van dit jaar begeven naar de luchthaven. Echter waren hun bestemmingen niet dezelfde. In de bagage van haar dochter werd 3.999 gram coke aangetroffen die in de dubbele bodem verborgen zat. Elizabeth zou naar Nederland vertrekken en haar dochter naar de Franse kant. De openbare aanklager Carmen Rasam achtte uitvoer wettig en overtuigend bewezen. Zij gaf aan dat de verdachte ervan bewust was dat zij drugs zou smokkelen. Echter verklaarde de verdachte dat zij toegestemd had om 1 kilo mee te nemen. De verdachte gaf aan dat zij misbruikt is door de persoon die haar benaderd heeft. Zij bekende het drugstransport. Ze is overgegaan tot de daad, omdat ze in financiële problemen verkeerde en omdat zij een hartoperatie moest ondergaan waarvoor zij het geld niet had.
Tijdens de aanhouding werden op de verdachte Euro 700 en 35.540 Guyanese dollars aangetroffen. De vervolgingsambtenaar merkte op dat indien het om spaargeld gaat, zoals de verdachte beweert, er geen reden was om de coke mee te nemen. Zij kon de logica daarvan niet inzien. Zij eiste een gevangenisstraf van 2 jaar met aftrek, een geldboete van SRD 2.000 te vervangen door 3 maanden hechtenis. De advocaat van de verdachte zal op een andere dag pleiten voor zijn cliënt. Rechter Daniëlle Karamatali stelde de zaak uit naar 12 november. Elizabeth blijft in voorarrest.
Saskia Bandhan
