Theo Jubitana, voorzitter van de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (VIDS), heeft de berichten in de media gevolgd waarin over aanvragen van concessies wordt gerept in zowel marron- als in de gebieden van inheemsen. De voorzitter van de VIDS zegt nog niet gehoord te hebben of er daadwerkelijk sprake is van uitgifte van concessies in inheemse gebieden. “Meestal gebeuren dit soort zaken zonder dat iemand daar wat van weet, en pas daarna wordt je ermee geconfronteerd.”
Jubitana zegt momenteel van niets af te weten, maar hij noemt de berichten “verontrustend” want “samen met de marronorganisaties leveren wij strijd om onze grondenrechten erkent te krijgen”. Hij zegt dat de relatie met het ministerie van Grondbeheer en Bosbeleid een vertrouwensrelatie is. “Maar, als de berichten waar zijn, hoe moeten we dan onze partner vertrouwen?”, kaatst de voorzitter.
Op dit moment is het echter nog niet zo, dat de VIDS een standpunt heeft ingenomen want Jubitana wil eerst samen met en via de samenwerkende organisaties meer duidelijkheid over de berichtgevingen. “Want tegenwoordig weten we ook, dat veel berichten niet op waarheid berusten.” De voorzitter van de VIDS zal daarom onder meer aankloppen bij het ministerie van Ruimtelijke Ordening voor verdere verificatie. Binnen alle inheemse dorpen zijn er locaties die als heilig of van groot belang worden beschouwd, laat Jubitana weten. “Maar, het uitgeven vond normaal plaats tijdens de vorige regering.”
Voor de huidige regering houdt de voorzitter nog een slag om de arm. “Bij deze regering zijn er tot nu toe nog geen zaken naar buiten gekomen”, aldus Jubitana. “Ik heb nog niet gehoord dat er nieuwe concessies zijn uitgegeven die inheemsen toebehoren, maar het zal mij niet verwonderen als ik het tegendeel over een paar maanden hoor”, laat hij weten.
Beter
Over de wijze van aanpak van de grondenrechten door de regering laat de voorzitter van de VIDS weten dat het beter kan. “De bezoeken aan de dorpen zie ik tot nu toe als een politiek praatje.” Voor Jubitana is belangrijk wat in De Nationale Assemblee wordt gezegd. “Want daar moeten onze zaken behandeld, goedgekeurd en aangenomen worden. Daar moet ik actie zien.” Tot nu toe heeft Jubitana die acties nog niet gezien die moeten leiden tot wetsvoorstel. “Ik heb wel gehoord, dat de president de commissie heeft opgeroepen om haast te maken, maar ik heb geen concrete zaken waargenomen.”
De voorzitter van de inheemse organisatie merkt dan ook op, dat er concretere acties nodig zijn. Jubitana roept de Assembleeleden van marron en inheemse achtergrond in het bijzonder op “dat zij assertiever worden in het parlement, zodat zij vragen over de grondenrechten stellen in de Assemblee. Want zij hebben een morele plicht naar hun mensen toe in het binnenland.” Hij wijst erop, dat de VIDS ook een taak heeft om aan de bel te trekken en eigen initiatieven te ondernemen. Een van de mogelijkheden is het neerleggen van de zaak bij de Surinaamse rechter om af te dwingen dat het Kaliña- en Lokono-vonnis wordt uitgevoerd.
Inhoud
De staat Suriname werd 5 jaar geleden door het Inter-Amerikaans Mensenrechtenhof veroordeeld voor mensenrechtenschendingen van de Kaliña- en Lokono inheemse volken van het Beneden-Marowijnegebied. Het vonnis is nog steeds niet uitgevoerd. De VIDS en de acht dorpen van Beneden-Marowijne, verenigd in de Organisatie van Kaliña- en Lokono inheemsen in Marowijne (KLIM), strijden voor de volledige uitvoering van dit vonnis.
RB