In tijden van crisis is betrouwbare informatie van het grootst mogelijke belang. Een vrije pers is daarvoor onontbeerlijk, want desinformatie verspreidt zich net zo snel als het coronavirus zelf. Zo kijkt bijvoorbeeld de Nederlandse Unesco Commissie aan tegen vrijheid van meningsuiting. Wereldwijd doen verslaggevers hun best om feiten en bewijzen te ontdekken, die helpen de crisis te begrijpen. Deze op feiten gebaseerde informatie is van grote invloed op onze toekomst en hoe we die kunnen vormgeven. Daarom dient hulde gebracht te worden aan de vrije journalistiek, door iedereen eraan te herinneren dat we in tijden van desinformatie een vrije pers keihard nodig hebben. Want feiten redden levens. En op feiten valt een nieuwe toekomst te bouwen. We verwijzen dan naar de informatie, die op social media en in de kranten wordt vermeld over de vaccins, niet op de wetenschap is gebaseerd. En het effect dat dit heeft op het weerbaar maken van de samenlevingen en een terugkeer naar een nieuw normaal dat langer duurt dat de korte tussenpoos tussen twee lockdowns, zoals in Suriname. Desinformatie over de vaccins en corona viert hoogtij in Suriname. En het hindert de Surinaamse regering om de verspreiding van het virus aan te pakken. Intussen leunen we aan op het uitputten van de grenzen van de materiele en de menselijke capaciteiten om de pandemie het hoofd te bieden. Patiënten die in het ziekenhuis behoren te zijn, zullen nu thuis worden behandeld. De mensen die tegen mond- en neusmaskers en lockdowns zijn, horen we nu niets zeggen. Ze verspreiden informatie, de golven dienen zich aan en deze personen kruipen dan in hun hol om weer iets te spuien als de storm is gaan liggen.
De Internationale Dag van de Persvrijheid (World Press Freedom Day) is jaarlijks ingesteld op 3 mei. De dag werd in 1993 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties uitgeroepen om bewustzijn te kweken voor het belang van persvrijheid, en regeringen eraan te herinneren hun plicht te vervullen, gekoppeld aan artikel 19 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de Verklaring van Windhoek uit 1991. Unesco onderstreept sinds 1997 jaarlijks de persvrijheid door op deze dag de Guillermo Cano Internationale Prijs voor Persvrijheid uit te reiken. De prijs werd genoemd naar Guillermo Cano Isaza, de redacteur van de Colombiaanse krant El Espectador, die vanwege zijn uitgebreide berichtgeving over de drugsbaronnen in het land op 17 december 1986 werd vermoord in Bogota. Het thema dit jaar is ‘Information as a Public Good’ (Informatie is een Openbaar Goed). Het thema dient als een oproep om het belang te bevestigen van het koesteren van informatie als een publiek goed, en om te onderzoeken wat er kan worden gedaan bij de productie, distributie en ontvangst van inhoud om de journalistiek te versterken, en om transparantie en empowerment te bevorderen zonder iemand achter te laten. Het thema is van urgent belang voor alle landen over de hele wereld. Het erkent het veranderende communicatiesysteem, dat van invloed is op onze gezondheid, onze mensenrechten, democratieën en duurzame ontwikkeling.
Om het belang van informatie in onze online mediaomgeving te onderstrepen, zal Werelddag van de persvrijheid 2021 drie belangrijke onderwerpen belichten:
Geheel terecht heeft Projekta de nadruk gelegd op het belang van een Wet Openbaarheid van Bestuur (Wob). Wij hebben ettelijke keren hier ook daarvoor gepleit. De huidige coalitie heeft een Wob aan de bevolking beloofd. Deze Wob moet door het ministerie van Biza, Juspol en TCT worden geschreven en worden aangeboden aan uiteindelijk DNA. Het wiel hoeven we niet uit te vinden, we kunnen kijken naar landen die al jaren met het bijltje hakken. En we kunnen ook leren uit de fouten die deze landen maken. Zo komt het in Nederland voor dat informatie zodanig gecensureerd (zwart gemaakt) aan de aanvragers wordt aangeboden, dat het regelrecht in de prullenbak kan worden gegooid. Dat bleek laatst ook bij de zogenaamde toeslagenaffaire. Een Wob hebben is 1 ding, maar de regering (de ministeries) moeten ook bereid zijn om mee te werken aan de uitvoering van de Wob in de praktijk. En dat er ‘remedies’ zijn voor het geval de regering ‘voor de vorm’ meewerkt en zodanig stukken censureert dat er daaruit niet veel gehaald kan worden. De Wob kan garanderen dat iedereen in Suriname de mogelijkheid heeft om informatie over een bestuurlijke aangelegenheid (bijvoorbeeld een zaak op een ministerie, bij de dc, ziekenhuizen, openbare scholen) op te vragen. De Wob van Nederland is geen documentenwet zoals de openbaarheidsregels bij de Europese Unie, van de VS en van bijvoorbeeld Zweden, maar een informatiewet. Het gaat om de informatie die reeds vastgelegd is, ongeacht de gegevensdrager. Zo kan het ook om informatie gaan op een USB-stick of harde schijf, om een foto, aantekeningen op een gele memosticker of een sms-bericht op de zakelijke telefoon van een ambtenaar. De overheid heeft het laatste woord over de vorm van de gegevensverstrekking; dat kan ook mondeling zijn. Openbaarmaking is een plicht van elk bestuursorgaan, het is het juridische uitgangspunt. Geheimhouding hoort altijd een – gemotiveerde – uitzondering te blijven. Persoonlijke beleidsopvattingen van ambtenaren, privacygevoelige informatie, zoals strafbladen en stukken die concurrentiegevoelige informatie van bedrijven bevatten, zijn uitgesloten van de mogelijkheid om ze met een beroep op de Wob in te zien. Maar ook hierop zijn uitzonderingen mogelijk gemaakt o.a. door de rechter. Bij de toepassing van de Wob wordt de Nederlandse overheid soms verdacht van Wobstructie. Bij Wobstructie probeert een minister, dc etc.. bewust informatie die wordt opgevraagd, achter te houden. Dat kan door de stukken niet goed te archiveren en als ze worden opgevraagd te beweren dat ze de documenten niet kunnen vinden, door tijd te rekken of door stukken ten onrechte geheim te verklaren. In Nederland zijn er plannen om de Wob te vervangen met de Wet Open Overheid; tot een behandeling met uitzicht op goedkeuring en afkondiging is het nog niet gekomen. Suriname heeft een cultuur van geheimzinnigheid; de regeercultuur in Suriname is dat in beginsel alles geheim is en dat bij hoge uitzondering een zaak openbaar kan worden gemaakt. Deze cultuur werkt lekkages in de hand; bij een lekkage gaan bestuurders dan niet meer in op de gelekte informatie, maar wordt een heksenjacht gestart op degene die gelekt heeft. Dat is geen kenmerk van een democratische en transparante regering. In Suriname moet nog een zeer lange weg te worden afgelegd voordat een Wob kan worden overgenomen. Je kan het vergelijken met iemand die heilig erin gelooft dat een bal alleen met de voeten moet worden bespeeld, te verleiden om voortaan dat met de handen te doen.