In de media is er een heel interessant geval gemeld over een dispuut bij een Surinaamse voetbalbond (lidbond) die aangesloten is bij de SVB. Wat wil nu het geval? Er is een voetbalbond die sinds mensenheugenis geleid wordt door een meneer, op den duur bekend is als de eigenaar van de bond. Verkiezingen bij de voetbalbond zijn niet bekend. Lidbonden, op een hoge uitzondering na, zijn alleen maar belast met het draaien van een voetbalcompetitie. Heel zelden is er dan een jeugdcompetitie bij en bij de bond WSO zeker niet. Er zijn bonden die als rechtspersoon hun eigen locaties hebben, maar er zijn enkele die een terrein in bruikleen hebben. De WSO heeft een terrein ter beschikking gesteld dan wel in bruikleen van de regering in deze het ministerie van Sport en Jeugdzaken (nu ROS). De WSO is een voetbalorganisatie die gekenmerkt wordt door chaos en mismanagement. Er is een heel primitieve administratie en dat blijkt elk seizoen wanneer er bestuurders van andere bonden bij de WSO moeten voor overschrijvingen van spelers. Het gebeurt vaak dat overschrijvingen nog even buiten de periode worden gefaciliteerd. Bij de WSO heeft de voorzitter dan eisen waaraan moet worden voldaan, zaken gaan dan heel smooth. Bij de WSO zijn er lange tijd geen verkiezingen gehouden, we hebben een voorzitter die nu decennialang aanzit. In het gehaal en getrek nu is niet aangehaald dat er alv’s worden gehouden en dat er jaarlijkse mandaat wordt gevraagd middels goedkeuring van een algemeen en een financieel verslag. De leden van een lidbond zijn de verenigingen die aangesloten zijn soms in meerdere klassen (zoals LSO en LSB) en soms 1 klasse (zoals WSO). Deze leden vormen de alv van de lidbond. Nu is er bij de WSO een voorzitter die zichtbaar ziek is en dat ook verklaart, en we wensen hem als mens veel beterschap. Maar wanneer een voorzitter door ziekte niet meer in staat is om de lidbond te leiden, dan moet er volgens de statuten van de bond voorzien worden in de waarneming van de functie. Het is dan gebruik dat de ondervoorzitter of een ander sterker bestuurslid, na goedkeuring van het bestuur zelf, voorgedragen wordt aan de alv om dan waar te nemen. De alv kan de de facto waarnemende voorzitter (meestal een ondervoorzitter) voor de resterende zittingsperiode benoemen/aanstellen als de voorzitter bij een geheime stemming en met inachtneming van de statutaire meerderheid (meestal een gewone meerderheid). In het geval van de WSO is door de voorzitter Veldbloem gewoon zijn zoon, die stage zou hebben gelopen en geen onderdeel is geweest van het bestuur, vanuit het parachutesysteem aangesteld als de waarnemende voorzitter die dan verkiezingen moet organiseren. De alv is buiten spel gezet en heeft over deze zaak niets te beslissen gehad. De voorzitter heeft gewoon beslist dat zijn zoon hem voorlopig opvolgt en de statuten van een vereniging die dat mogelijk maakt, zal nooit door de president van het land worden goedgekeurd, omdat het dan niet gaat om een vereniging gestoeld om democratische principes, maar is het een koninkrijk en een familiebedrijf. De leden moeten bij de WSO ook eisen dat er een financiele verantwoording wordt afgelegd. Bij de WSO worden bij de ijzeren poort kaarten verkocht zonder aanzien des persoon, soms zonder stempel van accijnzen op de toegangskaarten. Ook wordt er tijdens wedstrijden grif djogo verkocht in de bruine flessen, hetgeen volgens de Fifa (lees SVB)-regels verboden is, naast frisdrank, water en eten. Wat gebeurt er met deze inkomsten? Er worden allerlei copa’s en dansi’s op het complex georganiseerd, waar gaan de opbrengsten naar toe? In elk geval moeten wij wel stellen dat de tribunes van de WSO tot de slechtste van alle lidbonden behoren. Het voort de toeschouwer terug naar de jaren ’50. De WSO heeft als leden een aantal teams met voornamelijk binnenlandse roots. De besturen behoren meestal niet tot het goed geschoolde deel van de bevolking. En dat merk je ook wanneer men in de pers zegt dat de verenigingen alleen moeten weten wie de voorzitter is, maar denken geen recht hebben te bepalen wie de nieuwe voorzitter wordt. De democratische structuur van de WSO, zo die er ooit was, is gedurende de afgelopen twee decennia helemaal vervaagd. In het geheel speelt Sport en Jeugdzaken (nu ROS) ook een zeer bedenkelijke rol. De muren van de WSO zijn paars gekleurd als een ode aan de regeringspartij (waarvan Sport en Jeugdzaken onderdeel was). De president en de voormalige minister zijn er eens bier wezen drinken en gezellig dansen. Door deze politieke verwevenheid is er waarschijnlijk niet veel gelet op de bepalingen van de samenwerkingsovereenkomst tussen het ministerie en de WSO. Mag de regering een samenwerkingsovereenkomst aangaan met een lidbond van de SVB die niet democratisch functioneert en geen traditie heeft om beleids- en financiële verantwoording af te leggen aan de alv? Mag de regering, beschikkende over een stuk domeingrond, een overeenkomst aangaan met een organisatie waarbij het terrein gesloten is voor de schoolkinderen en de jongeren van de buurt of dat er hoge financiële drempels daarvoor zijn? De WSO is een heel goede casestudy voor een juridisch student die wil afstuderen op de werking van het verenigingsrecht in de praktijk in een volksbuurt. Als de tekenen niet bedriegen, dan wijst alles erop dat via ROS (die beschikt over het terrein) een Abop gelieerd bestuur de zaak bij de WSO zal overnemen…en de muren geel-zwart zal omdopen. De vraag is of we hiermee een stap vooruit gaan. Is het niet verwerpelijk dat besturen van lidbonden politiek gelieerd zijn? We roepen de lidverenigingen van de WSO op om de statuten van de organisaties eindelijk te gaan lezen, want de indruk bestaat dat de verenigingen niet weten dat er statuten zijn (in verschillende interviews is niet 1 keer ernaar verwezen: door geen enkele betrokken partij). Nadat ze de statuten gelezen hebben moeten de verenigingen hun rechten opeisen, want ze betalen voor inschrijving en de arbitrage bij de WSO, ze betalen voor de toegangskaarten en ze betalen voor de consumptie. We roepen de regering ook op om de samenwerking met de WSO aan een grondige evaluatie te onderwerpen en het belang van de omliggende buurt, de schoolkinderen, de jongeren en de vrouwen ook in het geheel mee te nemen.