Op 20 oktober is het precies 159 jaren geleden dat de eerste Chinese immigranten voet aan wal zetten in Suriname. Tien jaar voor de afschaffing van de slavernij kwamen de eerste Chinezen in Suriname aan. Deze waren echter niet afkomstig uit China, maar uit Java. Na de emancipatie kwamen er 2500 Chinese contractarbeiders naar Suriname tussen 1853 en 1870. Deze Chinezen kwamen uit China, de Hakka Chinezen uit Kwantung en de Hoklo Chinezen uit Fuchen. De eerste groep van 500 Chinezen was van regeringswege en daarna op particulier initiatief. In 1865 werd in Amsterdam de ‘Immigratie Maatschappij’ opgericht die 2000 Chinese contractarbeiders naar Suriname bracht.
Jozef Ling Nget Tet, ondervoorzitter van de Chinese Vereniging Kong Ngie Tong, vertelt dat zijn grootouders op zoek waren naar een betere toekomst en de oversteek waagden naar Suriname. Zijn ouders kwamen in 1951 hier aan. Op 15-jarige leeftijd liet Ling Nget Tet zijn geboorteplaats Poekat in het district Kanton in de Volksrepubliek China achter om voet op Surinaamse bodem te zetten. Nu heeft hij, zoals vele Chinezen, een supermarkt. Hij gaat wel met vakantie naar zijn geboorteland, maar zou niet voorgoed terug willen keren. Voor hem is China een vreemd land geworden.
Ling Nget Tet zegt dat de Chinese samenleving niet erg happig is om de immigratiedag tot een vrije dag te laten verklaren. Volgend jaar wanneer het 160 jaar wordt, dan hopen zij wel op een vrije dag. Voor de ondernemers is elke vrije dag verlieslatend voor de economie, dus vandaar dat er niet opgedrongen wordt om de immigratiedag te verheffen tot een nationale feestdag. Wel beijveren zij zich om het Chinees Nieuwjaar tot een vrije dag uitgeroepen te krijgen. Hij hoopt dat hun verzoek, dat sinds 2011 is gedaan, door de regering wordt gehonoreerd.