Volgens minister Krishna Mathoera van Defensie is er geen wet die vrouwen belemmert om leidinggevende posities in te vullen. In Suriname is, aldus de minister, het plaatsen van vrouwen in veiligheidsinstituten geen juridische issue, maar meer een beleidsbesluit. Woorden van Mathoera donderdag 25 maart tijdens de virtuele paneldiscussie ‘Promoting a Broader Participation of Women in Peace and Security in the Americas’, georganiseerd door de Columbia University, School of International and Public Affairs, in New York (VS). De paneldiscussie had als rode draad de belangrijke rol die vrouwen vervullen bij het onderhouden van vrede en veiligheid binnen de internationale gemeenschap. Dit meldt de Communicatie Dienst Suriname maandag 29 maart.
De minister voerde aan, dat het duidelijk moet zijn, dat de regels binnen de Defensieorganisatie niet discriminatoir zijn en helemaal geen beperkingen opleggen aan het vrouwelijk personeel. Vermeldenswaard volgens haar is, dat in voorgaande jaren vrouwen wel een leidende rol hebben vervuld bij diverse veiligheidsinstituten. Suriname heeft dus wat dit onderwerp betreft, wel vooruitgang geboekt. ‘We streven in Suriname naar gendergelijkheid en sterke instituten. Als deel van deze regering kan ik u verzekeren dat wij onze vrouwen zullen blijven aanmoedigen. Ook zullen wij gendergelijkheid blijven promoten’, aldus Mathoera.
De minister voegde eraan toe, dat zij zich gedurende haar ambtsperiode als minister zeker zal inzetten om zowel burger als militair vrouwelijk personeel aan te moedigen om te streven naar ‘excellence’.
Mindshift nodig
Eén van de belemmeringen die vrouwen ondervinden is de machtsverhouding tussen mannen en vrouwen, vooral binnen het leger waar met een hiërarchie wordt gewerkt. Er is geen acceptatie voor de ontwikkeling van de vrouw, waardoor zij in de meeste gevallen wordt tegengewerkt of ontmoedigd. De mindset bij de mannelijke collega’s is dat vrouwen thuis horen, omdat zij vinden dat de vrouw fysiek en psychisch niet in staat is moeilijke en stressvolle problemen te overbruggen. Eind december 2020 is het Meldpunt Molest op de Werkvloer ingesteld om ieder geval alle vormen van molest binnen het leger aan te pakken. Vrouwen met kinderen hebben het echter nog moeilijker; vooral wanneer zij tot late uren moeten werken of op dienstreis moeten.
Volgens Mathoera moet er een mindshift komen zodat vrouwen niet alleen hun kennis hoeven te tonen, zoals dat nu in andere sectoren gebeurd, maar ook de kans krijgen om hun moed en kracht te wijzen in de leiding. Ook mannen moeten hierover geïnformeerd worden en moet er een platform voor vrouwelijke leiders komen waar zij hun ervaringen kunnen delen met andere vrouwen, meisjes, mannen en jongens. Hierdoor kunnen ook de mannen zien waartoe de vrouwen in staat zijn.
Vrouwen moeten actieve stappen ondernemen
Vanwege de overmatige impact van gewapende conflicten op vrouwen, is het volgens de bewindsvrouw van belang dat vrouwen zelf actieve stappen ondernemen in het bereiken en behouden van vrede en veiligheid. De ondersteuning van overheden is hierbij ook van eminent belang. De regering Santokhi-Brunswijk verleent haar volle ondersteuning aan vrouwen die deze doelen nastreven. ‘Vrouwen moeten blijven tonen, dat het vrouw zijn nooit een belemmering moet vormen om succes te bereiken of iets uitzonderlijks te kunnen doen. Zij moeten zich nooit laten ontmoedigen door negativiteit en ondermijning. Concentreer je op je doelen. Laat ontmoediging en vooroordelen juist een inspiratie zijn om harder te werken in het bereiken van je doelen’, aldus Mathoera in haar openingstoespraak.
Zij voerde ook aan dat zij gedurende haar carrière binnen het Korps Politie Suriname een actieve bijdrage heeft geleverd aan de handhaving van orde en veiligheid binnen de samenleving. Zij stelt in die hoedanigheid zelf ook van dichtbij te hebben gezien hoe vrouwen en kinderen slachtoffer zijn geworden van geweld en bedreigingen.
Dreigementen, angst en gevaar zijn zaken die zij ook persoonlijk heeft moeten meemaken toen wijlen haar echtgenoot actief als militair deelnam aan de binnenlandse oorlog in de periode 1986 tot en met 1994. De fysieke en psychische gevolgen van deze oorlog hebben ook hun invloed gehad op de plaatselijke gemeenschappen. Het resultaat daarvan is dat hele generaties geen kans hebben gehad om zich te scholen en ontwikkelen. Veel van de jongeren gingen zelf het criminele pad op, werden deel van criminele organisaties en raakten verslaafd aan drugs.
‘De schade aangericht door gewapende conflicten heeft een grote invloed op de gemeenschap, waardoor wij er alles aan moeten doen om dat te voorkomen. In dit specifiek Surinaams geval zijn vrouwen en kinderen het meest getroffen’, aldus de minister.