Het Onder Directoraat Vreemdelingen Zaken (VZ) van het ministerie van Justitie en Politie (JusPol) heeft donderdag haar nieuwe gebouw aan de Verlengde Keizerstraat officieel in gebruik genomen. Het personeel van dit Onder Directoraat heeft jaren vanuit verschillende panden de dienstverlening naar de samenleving gebracht. De ingebruikname geschiedde in bijzijn van vicepresident Ronnie Brunswijk en minister van Justitie en Politie Kenneth Amoksi, aldus het ministerie vrijdag in een persbericht.
Het gebouw werd door twee geestelijke leiders ingezegend. Hierna sprak Onder Directeur Vreemdelingenzaken Ingrid Kindooi de aanwezigen toe. ‘Het doet mij goed om gedurende de zestien jaren dat ik op Vreemdelingen Zaken mijn krachten heb gegeven nu mee te maken, dat deze dienst over een eigen gebouw beschikt waar alle afdelingen zijn ondergebracht. De samenwerking en de ondersteuning naar elkaar toe zullen hierdoor beter worden.’
Ze maakte van de gelegenheid gebruik Brunswijk te vragen om hulp van de regering in de vorm van de nodige financiën om zaken die zijn blijven liggen te kunnen uitvoeren. Kindooi riep daarbij de medewerkers van het departement op om het gebouw te koesteren, zodat het een lange levensduur mag hebben.
Minister Amoksi haalde aan, dat met de ingebruikname van het gebouw het ministerie een belangrijke stap zet in de ambitie een belangrijke schakel te zijn voor vreemdelingen, zodat deze getuige kunnen zijn van de efficiënte werkwijze. Ook de bewindsman gaf toe, dat de afdeling in het verleden genoeg rond gezworven heeft, maar dat het thans een feit is dat het ministerie dit beleid vanuit een vaste plek vorm kan geven. ‘Er was nauwelijks ademruimte.’
Ook een van de gebouwen, het oude KKF-gebouw, waar een deel van het departement was ondergebracht werd door brand verwoest in 2015. Er is een behoorlijke achterstand op de afdeling, zei de bewindsman verder, ‘maar dat ligt ook deels aan de Covid-19 pandemie’.
Dossiers worden ook door de aanvragers onvolledig ingediend en dat leidt tot het blijven liggen van het behandelen van zulke aanvragen. Het systeem waarin de persoonsgegevens worden verwerkt, moet geupdate worden. Bij het aantreden van minister Amoksi als minister en het beleid geformuleerd moest worden, heeft hij heel veel klachten over de dienst Vreemdelingenzaken moeten aanhoren. De klachten variëren van de doorlooptijd bij het behandelen van verblijfsvergunningen, de gebrekkige informatievoorziening, de uitwisseling van data tot het sleutelen aan de voorwaarden bij de naturalisatie. De bewindsman garandeert dat deze zaken worden meegenomen.
Het vreemdelingenbeleid dat in Suriname wordt uitgevoerd is een combinatie van liberaal, restrictieve en openheid. Alle vreemdelingen die voldoen aan de voorwaarden voor het aanvragen van een vergunning worden in het bezit hiervan gesteld. Met restrictief wordt bedoeld, dat de Surinaamse overheid steeds probeert om vreemdelingen die komen uit visumplichtige landen en het MKV-proces (Machtiging Kort Verblijf) hebben gevolgd in de gelegenheid te stellen om een verblijf aan te vragen.
Met het open beleid wordt getracht steeds het verblijf van alle vreemdelingen te reguleren.
Verder is het beleid gericht op de verschillende categorisatie van vreemdelingen in Suriname waarbij er voor de categorie van Surinaamse origine en de Caricom burgers verspoelde regels gelden. In het licht van de globalisatie en ook vanwege het aanpassen van het beleid zal in de toekomst ook gekeken worden naar vergunningen voor investeerders, voor ondernemers, gepensioneerden, en vooral voor studenten. Voor het accommoderen van al deze diensten zal men moeten verwachten dat uitbreiding van het nieuwe gebouw plaats zal vinden, aldus de minister.
De vicepresident zei heel verheugd te zijn getuige te zijn van de ingebruikname van het nieuwe gebouwd. ‘Ik onderken het belang van goede huisvesting voor het optimaal functioneren van de verschillende diensten van de overheid. Ik ben eveneens ervan overtuigd, dat de medewerkers van het Onder directoraat Vreemdelingen Zaken nu met frisse moed naar het werk zullen komen, omdat de faciliteiten voor goede dienstverlening aanwezig zijn in dit gebouw.’
Na de toespraken werden het naambord en het plakkaat door respectievelijk de vicepresident en de minister onthuld. Het doorknippen van het lint voor de deur die toegang verschaft tot het kantoor werd door Brunswijk en Kindooi gedaan. Hierna kregen de aanwezigen een rondleiding in het gebouw.