In Nederland zijn de verkiezingen voor de Tweede Kamer onder andere achter de rug. Deze verkiezingen zijn gehouden onder de beperkingen van het covid-virus. De voorlopige cijfers wijzen uit dat de partij van de demissionaire premier Mark Rutte (VVD) de verkiezingen hebben gewonnen. Zij zullen het initiatief nemen om de regering te formeren. De tweede grootste partij is geworden de D66 die voor het eerst in de geschiedenis de tweede grootste partij van het land is geworden. In de Nederlandse media wordt al gespeculeerd dat wanneer de grote 3 tot 4 partijen uiteindelijk de regering gaan formeren, het een vechtkabinet zal worden. Dat is een regeercoalitie waar er sprake is van een complexe en moeizame verstandshuwelijk en dat leidt dan altijd tot de nodige conflicten, politieke vechtpartijen in de Tweede Kamer, moties en voortijdig aftreden van ministers en als je niet oppast een aftreden van een regering ergen midden in hun regeertermijn. Maar het kan ook betekenen dat het formeren van de regering toch wel enige tijd zal nemen. Onze regering had de stemakkoorden goed afgestemd met de Nederlandse regering en er was een goede understanding voor in elk geval een stukje technische samenwerking met de Nederlandse regering. In deze samenwerking moet vooral de nadruk liggen op de uitwisseling van technische experts, stages voor Surinaamse deskundigen, beurzen en een groter personenverkeer tussen de twee landen. De Surinaamse regering had een goede afstemming met het kabinet Rutte toen die kort erna viel vanwege de toeslagenaffaire. Maar nu de partij van Mark Rutte weer als winnaar uit de verkiezingen is gekomen en de kans heel groot is dat ze in de regering zullen blijven zitten, is de kans ook groot dat op de oude voet voortgegaan kan worden met de samenwerking met Nederland. In deze samenwerking bestaat wat genoemd wordt het belast verleden, een stuk onverwerkt gevoel van onbehagen vanuit Suriname en zijn volk vanwege de uitbuiting van wat later zou worden de Surinaamse natie. Maar terwijl we daarmee strijden en merken dat de imperialistische landen als Nederland dat verleden hebben weggestopt en niet veel ervan hebben geleerd – want anders zouden ze nooit de Surinaamse archieven voor 60 jaar wegzetten – moet het land verder en via partnerschappen proberen om een land echt te regeren. Een ding kan wel met zekerheid worden gezegd: de Surinaamse regering heeft te kampen met een groot tekort aan deskundigen op allerlei beleidsgebieden. In Suriname zijn er relatief weinig academici. Uit deze groep belandt een deel bij de overheid. Uit deze groep ontwikkelt zich een zeer kleine groep tot deskundigen waarmee het ontwikkelingsland baanbrekende vorderingen kan boeken. Deze ontwikkeling heeft te maken met de cultuur die er heerst binnen de overheid, waarbij leidinggevenden hun ondergeschikten niet stimuleren om out of the box te denken, innovatief te zijn en te scheppen. Ze zijn bang dat hun ondergeschikten ‘te hoog zullen steigeren’, om een uitdrukking uit de koloniale archieven te gebruiken. En wanneer de ondergeschikten te hoog steigeren dan kunnen ze een bedreiging vormen voor de positie van de leidinggevenden. En dat alles heeft dan weer te maken met het feit dat er geen doorstromingsbeleid is binnen de Surinaamse overheid; mensen blijven hun hele leven lang op dezelfde stoel zitten en stromen niet door naar andere organisaties in de private of de publieke sector. Maar nu terug naar de belangrijkste ontwikkelingspartner van deze regering. Suriname loopt naar Nederland en dat land zal ons niet tegenhouden. Maar het moet nog blijken hoe enthousiast dat land zelf is over Suriname. In elk geval heeft Nederland geen belangen in Suriname, de belangen van Nederland liggen in Europa en in Afrika waar de uitbuiting doorgaat. In de Nederlandse media wordt gemeld dat het alleen de Nederlandse politicus Willem Drees lukte om vier kabinetten te leiden als premier. Dat record gaat Mark Rutte nu evenaren. Als de grote winnaar wordt ook aangewezen de leider van D66, Sigrid Kaag, die als een onbekende lijsttrekker heel goed scoorde en boven PVV en CDA uitsteeg.
In elk geval lijkt het erop dat VVD, D66 en CDA zullen regeren eventueel met nog een vierde partij voor een meerderheid in de Tweede Kamer. In de media wordt gespeculeerd dat het kabinet Rutte IV niet lang zal stand houden omdat de politiek meent dat Rutte en de VVD te laan aan het stuur van het land zijn. De kans is er dus dat aan de poten van de VVD en Rutte zal worden gezaagd. Ook zal D66 als tweede grootste partij meer dan ooit haar stempel willen drukken op het beleid wordt gespeculeerd in de media. Zoals het in elk goed bestuurd land betaamt worden de coalities in Nederland gesmeed niet op basis van opportunisme, maar op basis van keiharde partijideologie en wat aan het volk van daaruit is beloofd. Opvallend is de opkomst van kleine partijen die zetels in de Tweede Kamer hebben behaald en ook de opkomst van enkele Kamerleden met Surinaamse afkomst. Hopelijk zal dat goed uitpakken voor de Surinaamse politieke agenda, maar een garantie moet dat niet betekenen, getuige de geschiedenis. We hebben eerder Kamerleden met Surinaamse roots gehad, (o.a. Ferrier, Jadnanansing, Oedairaj Sing Varma) maar veel hadden we daaraan niet en dat hoeft dus overigens ook niet.