VES-voorzitter Winston Ramautarsing is van mening dat Suriname zonder IMF niet uit het diepe economisch dal zal kunnen klauteren. Velen gaan ervan uit dat IMF een instituut is dat door het Westen is ingesteld om derdewereldlanden uit te buiten. In gesprek met Dagblad Suriname ontkracht Ramautarsing deze zienswijze. “IMF heeft inderdaad een slechte naam en een IMF-ondersteund programma gaat ons inderdaad eerst in een dip brengen, maar we komen er snel weer uit. Zonder IMF gaan we er veel langer in blijven steken en gaan we veel armer worden. De samenwerking met IMF is dus geen keuze. maar een noodzaak”, licht Ramautarsing toe.
Volgens het Financiënministerie wordt er nog onderhandeld over belangrijke punten, zoals de herschikking van de schulden en de wisselkoers. De regering heeft aandacht voor de gevolgen van deze beleidsmaatregelen voor de totale samenleving, vooral de kwetsbare groepen. Er is enerzijds geen overeenstemming bereikt met de Oppenheimer-schuldeisers en anderzijds is er ook nog geen overeenstemming bereikt met IMF. Naar zeggen van Ramautarsing kan Suriname zich niet permitteren om IMF kwijt te raken. Hoewel het persbericht van het ministerie weinig zelfvertrouwen uitstraalt, wil hij het als goed nieuws bestempelen. “Liever te laat dan nooit. Een IMF-stempel geeft vertrouwen aan de schuldeisers dat zij uiteindelijk hun geld terugkrijgen. Daarom zeg ik dat IMF noodzakelijk is.”
Als de koersunificatie mogelijk een struikelblok vormt bij de onderhandelingen met het IMF, vindt de VES-voorzitter dat dit geen reden tot paniek is. “Het is een noodzaak om die koers los te laten; het gros van de levensmiddelen zit al op een koers van SRD 18 of SRD 19. We gaan waarschijnlijk nog offers moeten brengen, maar die deal met IMF kunnen wij niet verliezen.” Om een eind te maken aan de koersstijging is het wel van belang om niet meer monetair te financieren, alsook zorg te dragen voor een sluitende begroting. “Anders is het dweilen met de kraan open.” Ramautarsing benadrukt dat als de regering doorgaat met bijvoorbeeld subsidiëren, er vanzelfsprekend meer geld in omloop komt en er dan ook meer SRD geboden zal worden voor de US$. “Dat is dan niet omdat je de koers hebt vrijgelaten, maar omdat er meer SRD’s worden geboden voor die US$. Dus als je een sluitende begroting hebt, gaat die koers niet boven de SRD 18 uitstijgen.”
Ramautarsing blikt terug naar het verleden, met name de SAP-periode. “De meeste van ons zijn het allang vergeten of waren er nog niet bij.” Toen waren er soortgelijke economische vraagstukken. Ramautarsing wijst erop dat het kabinet met als president Shankar en het eerste kabinet met president Venetiaan het in totaal 7 jaren heeft gekost om de wisselkoers te stabiliseren. “In die tijd hebben we de hard way geleerd hoe het niet moet. Toen Ronald Venetiaan voor de tweede keer het roer overnam van Jules Wijdenbosch in 2000, wist hij precies wat hij moest doen en binnen 1 jaar had hij de koers gestabiliseerd. Als je zorg draagt dat je niet meer SRD’s uitgeeft, is er ook geen SRD om op de US$ te bieden, maar als de overheid door wil gaan met het strooien van geld dan moet het niet vreemd zijn als de koers naar SRD 50 gaat; het hangt helemaal van de beleidskeuzes af”, aldus de VES-voorzitter.