Het is een heel goede zaak dat het Openbaar Ministerie en de Belastingdienst de handen ineen slaan om fraude aan te pakken. De twee organisaties hebben aangekondigd een samenwerkingsverband met elkaar aan te gaan en daartoe is een “een convenant” getekend. Dit convenant beoogt samenwerking om fiscale fraude te elimineren, dus het gaat om fraude met allerlei soorten directe en indirecte belastingen. Nu pas zouden het parket van de procureur-generaal en de Belastingdienst gerechtigd zijn om informatie met elkaar uit te wisselen. Eerder zou dat niet mogen, blijkt uit een overheidsbericht. In dit bericht wordt melding gemaakt van strafzaken waarbij het bijvoorbeeld ging om verrijking door verdachten. Het OM zou niet voldoende in staat zijn geweest bij de strafzaken om het onrechtmatig verkregen rijkdommen te identificeren en deze weer terug te vorderen bijvoorbeeld waar het ging om het benadelen van de Staat. Dus wat men nu probeert te doen, is om behalve personen strafrechtelijk te vervolgen, ook ‘gestolen gelden’ terug te halen. Dit is wat wij eerder herhaaldelijk hebben aanbevolen, namelijk het financieel rechercheren en het kaalplukken van degenen die ten koste van de staat zich onrechtmatig verrijken. Wij dachten dat het al mogelijk was met civiele vorderingen ingesteld door de Staat om illegaal verkregen vermogens terug te vorderen op basis van onrechtmatige verrijking. Maar nu probeert men met de samenwerking een stuk informatiegap te overbruggen. De vraag rijst of met deze samenwerking de verdampte middelen, waarvan de vraag wordt gesteld ‘pe a moni de’ ook zichtbaar zullen worden. De Belastingdienst legt het accent op mensen op mensen die zich niet houden aan wet- en regelgeving, dus mensen die de belastingen niet afdragen maar bij zich houden in hun vermogens. De dienst praat over ‘crimineel vermogen’ terugbrengen in de boezem van de staat. In elk geval is de als historisch getypeerde samenwerking een vooruitgang in de strijd tegen onrechtmatige verrijking dat welig heeft getierd in Suriname, een heel goede zaak. Opgemerkt moet wel worden dat zowel het OM als de Belastingdienst binnen moeten nagaan hoe het staat met de integriteit binnen de diensten.
In Suriname lijkt het er veel op dat dubieus en crimineel geld gaat in huizen, grond, zogenaamde nieuwe bedrijven en dure spullen als vliegtuigen, jachten, sportauto’s, motorfietsen, sieraden, horloges, tassen en schoenen, maar ook schilderijen. En dan denken we aan bijvoorbeeld de collecties die gemeld worden in de media wanneer corruptelingen hun gelden parkeren in Europa en daar vervolgd worden voor money laundering. Een voorbeeld is de zoon van de vriend van onze voormalige president, president Obiang van Equatoriaal Guinea. Ook komt het voor dat criminelen vermogens wegsluizen via stichtingen en nv’s waarvoor allerlei stromannen worden ingezet. In Suriname is het fenomeen van de onverklaarbare rijkdommen bekend. Denk maar aan de dure auto’s, waarvan niemand weet wat de bezitters ervan doen om aan het geld te komen. Een laatste trend is het opzetten van huurwoningen en deze verhuren voor bijvoorbeeld vakantiegangers in euro’s. De eigenaar komt zelden in beeld. Maar we denken ook aan een bijzondere categorie die middels overfacturering en de oneerlijke concurrentie 10 jaar lang opdrachten hebben gehad van de regering, zonder dat er openbare aanbestedingen zijn gehouden. Deze informatie is niet geheim, de werken zijn gegund nadat de missives zijn uitgebracht door de vp namens de raad van ministers. Deze informatie is dus te vinden op het kabinet van de president.
Ook bij de parastatalen is het totaal misgegaan. De vp Ameerali had het hierover in de beginperiode van zijn termijn (2010-2015). Maar veel van zijn onderzoek bij de staatsbedrijven is niet terechtgekomen, omdat volgens hem deze bedrijven gewoon geweigerd hebben de informatie aan hem te verstrekken. De schandalen van bijvoorbeeld de EBS zijn bekend en het ging allemaal om bedragen in de miljoenen. Maar we noemen ook Surpost en opmerkingen die werden gemaakt over het beleid met betrekking tot de uitbestedingen bij Staatsolie en bij Luchthavenbeheer. De overheid en de pg en de Belastingdienst moeten hierover meer communiceren met de samenleving. Er is heel weinig informatie ter beschikking van een beleid dat de regering zou hebben om deze praktijken te vervolgen en in te dammen. De enige informatie die er is, is van de kantonrechtverslagen in de media, maar dat betreft alleen de gevallen die bij de strafrechter zijn beland. We hebben de anticorruptiewet aangenomen en daarin is ruimte gelaten voor klokkenluiders en de bescherming van klokkenluiders. De afgelopen periode is er een vijandig beleid geweest richting de klokkenluiders, intimiderend werd aan hen door de regeringsmensen gezegd dat ze zoveel weten en te zeggen hebben, ze dan maar met de bewijzen moeten komen van hun verdachtmakingen. Klokkenluiders hebben aanwijzingen, vermoedens en aanwijzingen, maar ze hebben als individuen het apparaat niet om bewijzen te verzamelen. Het moet genoeg zijn als klokkenluiders de aanwijzingen geven, bijvoorbeeld dat er nog steeds, ook onder deze regering zogenaamd goten worden opgehaald en gelden worden betaald alsof het werk goed is gedaan. De regering moet een tiplijn inzetten met beloning voor burgers die goede tips geven. Het beleid met betrekking tot de klokkenluiders moet in Suriname nog goed van de grond komen.