In navolging van ons vorig stuk willen wij vandaag aandacht besteden aan het lot dat de instituten is toebedeeld onder de vorige regering. Steeds heeft het gebrek aan integer bestuur roet in het eten gegooid. We beginnen met de rechterlijke macht en de pg. Door de vorige regering is een zeer vijandig beleid eropna gehouden naar de rechterlijke macht toe. Intimidatie was aan de orde van de dag, we verwijzen naar de talloze aanvallen op de pg. De tallozen beschuldigingen richting de pg en de rechterlijke macht liggen daar. De politiebond waar we een wisseling van de wacht plaatsvond, deed mee aan de intimidatie van de rechterlijke macht en de politie en liet zelfs de eigen OPZ van het politiekorps niet heel. De ministers van justitie en politie deden mee aan de intimidatie en zeker moet in dit kader gememoreerd worden de minister Belfort die zich voor de karweitjes van de voorzitter van de NDP liet spannen en een heel vijandige houding had richting de voormalige minister (nu voorzitter VHP) en opeens toen hij geen minister kon worden als een blad aan een boom van kleur veranderde. Ook heeft de vorige regering getracht om de faciliteiten (o.a. de veiligheid) van de leden van de rechterlijke macht in te korten. Maar we memoreren ook het niet benoemen van raio’s die met succes hun opleiding tot rechter hadden doorlopen, en dat alles in uitvoering door minister Belfort. Een van de slachtoffers van dat discriminatoir beleid was de huidige first lady. Ook is onder de vorige regering door een beleid van names and faces en regelarij, het politiekorps vervuild door mensen aan te trekken en een maandsalaris aan te bieden die er niet thuis horen.
En dan moeten we zeker aanhalen de ravage die is aangericht bij de Centrale Bank van Suriname, door governors aan te stellen die niet deugden. Ook werden ministers van Financiën aangesteld die niet voldeden en dat maakte de zaak alleen maar erger. De enige minister van Financiën die goed was voor de job, de econoom Wonnie Boedhoe, hield het niet lang vol. Het wanbeleid op de centrale bank en financiën resulteerden in een afbraak van de economie, waarvan het herstel jaren zal duren. En in het verlengde hiervan noemen we ook het beleid richting het bureau voor de staatsschuld. Dit bureau dat bedoeld was om de ontwikkeling van de staatsschuld te bewaken werd van een mondige en een in de samenleving aanwezige instelling, tot een zeer rustige en volgzame organisatie, waarvan de werknemers alleen bezig waren met het behouden van hun baan. En wanneer er een vijandig beleid is naar instituten, dan hebben deskundigen de neiging om te vertrekken. Het Bureau voor de Staatsschuld is intussen een zeer inactief orgaan geworden dat vooral op de achtergrond met het ‘een en ander’ bezig is. Om vooral internationaal te voldoen aan de standaarden was er een antiterrorisme unit en bij overmaat van ramp werd uitgerekend de persoon die met ‘uitstekende credits’ (volgens de benoemende instantie: de vader/president van het land) werd aangesteld, in de val gelokt, veroordeeld en opgesloten door de Amerikaanse justitie. Ook werd op een laag pitje gezet de uitvoering van het veiligheidsplan dat ready voor uitvoering was achtergelaten in 2000. En niet moeten worden vergeten de media die in de periode van 10 jaren te maken kregen van vele vormen van intimidatie. Zelfs het openlijk verbranden van kranten en verwijzingen naar ‘rioolkrant’ was er sprake. De overheidscommunicatie werd op communistische wijze gecentraliseerd en heel goede overheidsprogramma’s werd de keel dichtgeknepen. NII ging ministeries langs om hen te stropen, op zoek naar opname en ander apparatuur. Het gevolg is dat in de afgelopen 10 jaar de overheidscommunicatie helemaal is kapot geslagen, alleen maar om een directoraat eropna te houden en een directeur te helpen aan een directeurssalaris. Een duidelijk gevolg is bijvoorbeeld dat de werkende mensen van deze tijd veel minder geïnformeerd zijn over hun rechten dan in de tijd van voor de 10-jarige periode. Een instituut dat steeds verder werd verzwakt was het productieministerie LVV, en met name vanwege de ministers die er werden geplaatst. In de afgelopen 10 jaren werden er op het ministerie voornamelijk persoonlijke en partijpolitieke belangen behartigd. Het grootste symbool daarvan is de cassavefabriek die er werkeloos bij ligt. En de aanhoudende problemen in alle agrarische sectoren en de problemen waarin de export van Surinaams groente en fruit terecht is gekomen. En we noemen zeker ook de verwaarlozing van de Moko-ziekte waardoor het bacovebedrijf zwaar in de problemen kwam te zitten. Een ander instituut dat werd verzwakt is de diplomatie, met allerlei benoemingen op basis van names and faces. Maar de verwaarlozing van het corruptieprobleem bij de douane en bij de Bosbeheer en Bostoezicht. Ook NH werd verzwakt waardoor de skalians ongestoord door zijn gegaan. Op gegeven moment wist de president in het land dat hij regeert niet van wie de milieu-vernietigende skalians zijn en dat hinderde het ook niet; hij heeft het nooit geweten of willen weten.
Verwaarlozing van instituten betekent vertrek en verzwakking van de human resources. Dat duurt jaren om weer op te bouwen. De investering in mensen en kennis gaat niet overnight. De ravage die door de vorige regering is achtergelaten is niet in termen van de economie, maar ook in de instituten van het land. De uitkomst van het NRA is een uitvloeisel daarvan.