Paramaribo 26 februari 2021, de ‘revolutie’ is haar 42ste levensjaar ingegaan. Getuige het stadsbeeld heeft de revolte niet gebaard wat van deze opstand verwacht werd. Het nalatenschap spreekt boekdelen. Op de stoep van een winkelier aan Waterkant nabij de Heiligenweg slaapt een zwerver (één van de tientallen) zijn roes uit. Er slingert huisvuil uit opengescheurde afvalzaken rond. De eigenaar van de rotzooi voelt zich niet geroepen om de onbeschaafde boel, een bedreiging voor de volksgezondheid, op te ruimen en orde op zaken te stellen.
Gekronkel
Er wordt kronkel geredeneerd: “Ik heb mijn afval langs de straat gezet. Het ligt verder aan de overheid om voor de verdere verwerking te verzorgen.” Deze rare denkbeelden, het ware karakter van de handel, het bedrijfsleven blijkt pas, als het tot afrekenen komt of als het erop aankomt. De overheid durft niet kordaat op te treden tegen de scheefgroei.”
Oppermachtig bedrijfsleven
“Het zou de ontevredenheid van ondernemend Suriname met het nalatenschap van de revolutie kunnen aanscherpen en het oppermachtige bedrijfsleven kunnen bewegen tot het ondermijnen van het beleid van de huidige regering. Daarom wordt met zachte drang getracht bij te sturen. Deze benadering wordt niet door iedereen voorgestaan. Vanuit wordt gegaan dat zachte heelmeesters stinkende wonden maken. Met de lastige zaak opruimen, kan het best begonnen worden met de koe bij de horens te vatten.”
HD