Onstuimige tijden voor vissector

Er is nog veel werk aan de winkel in de vissector. In gesprek met Dagblad Suriname wijst het Visserscollectief op een aantal zaken. Momenteel is een van de zaken de jaarlijkse keuringen van de vaartuigen, waarvoor er daarna een vergunning moet worden aangevraagd. Hiervoor heeft men voor een aanvraag de tijd gekregen tot 15 januari 2021. De coronacrisis heeft het proces echter vertraagd, vertelt secretaris Mark Lall van het Visserscollectief. De keuringen kunnen niet optimaal plaatsvinden. “Als de keuring niet in orde is en er ontbreekt een stuk om in te dienen, dan komt men in moeilijk vaarwater. De recente staking van de MAS maakt de zaken niet eenvoudiger. Vanuit het ministerie van Landbouw Veeteelt en Visserij (LVV) is er wel een lichtpunt, omdat het ministerie een bepaalde coulance periode heeft ingelast, waardoor de indiening mogelijk zal zijn”, vertelt Lall.

Onstuimige tijden sector
De weersomstandigheden maken het vissen nu moeilijk. De visexport is nog te gering, maar aan de andere kant moet ook rekening gehouden worden met het ecosysteem. De visprijs wordt bepaald door vraag en aanbod. Momenteel is vis moeilijk te vangen, waardoor de prijs hoger is. De expeditiekosten zijn ook flink verhoogd, de benzineprijs en de prijs van goederen in de winkels zorgen voor een hoge kostprijs.

GPS

Het Vessel Monitoring System, de officiële naam voor het GPS-systeem, is voor de industriële vloot al lang verplicht. Voor de kleinere vissers is de invoering van GPS recentelijk geweest. Nog niet alle boten zijn voorzien van het systeem, maar de vissers hebben er wel al voor betaald. “Dit moet nog geïmplementeerd worden. Het is niet de eerste keer dat een dergelijk systeem is geïntroduceerd. De eerste keer hadden we ook betaald en het systeem was geïnstalleerd, maar het functioneerde nauwelijks.” De secretaris van het Visserscollectief merkt op dat het toen verloren geld was. “Nu hebben we dus weer betaald, maar we hebben nog niet alle apparaten ontvangen en niet alle ontvangen exemplaren functioneren naar behoren.” Het blijkt om U$D 400 per apparaat per vaartuig te gaan. Het apparaat is echter wel wettelijk verplicht, maar ook een goede service provider moet nog concreet worden gevonden, merkt Lall op.

Voor de kleine vissers zijn het dus onzekere tijden. “We zijn geen grote investeerders die producten verwerken en veel geld overhouden aan de business. Grote spelers kunnen exporteren en verwerken. Bovendien hebben die hun eigen boten.” Lall merkt op dat de kleinere vissers ook in de gaten houden dat de grote boten niet buiten hun zone vissen, waardoor schade wordt toegebracht aan het ecosysteem. “Het is goed dat we allemaal het systeem hebben. Op internationale wateren vissen Surinamers niet. Die vissers vragen ook een vergunning aan in Suriname.” 

Vis smokkel
Vissmokkel is een andere uitdaging, maar ook een heel oud fenomeen. In cijfers is niet aan te geven hoe groot dit is. “Er zijn wel veel boten die illegaal vissen”, licht Lall toe. Meer controle zou volgens mensen uit veld niet eens effectief zijn, gezien de grote zeegebieden die bewaakt moeten worden.

Opvallend

Opvallend is dat Surinamers bijna niet zelf op zee te bespeuren zijn. “Een van de voorwaarde voor het aanvragen van een visvergunning is dat je de Surinaamse nationaliteit moet bezitten, of verblijf. Surinamers gaan niet graag naar zee, misschien omdat het werk arbeidintensief is en geen vaste werktijden en voorzieningen heeft”, merkt de secretaris van het visserscollectief op.

RB

error: Kopiëren mag niet!